Grensdoorbrekende liefde tussen ik en de ander

Interview met: Dr. Joke Hermsen
Erasmus Happiness economics Research Organisation

Liefde is een veelgebruikt begrip in film en muziek. De aandacht hiervoor neemt ook toe vanuit organisaties en in relatie tot leiderschap. Wat betekent liefde nu eigenlijk? En (hoe) valt dit te vertalen naar de werkcontext? Om hier een idee over te vormen, interviewen wij enkele sprekers uit het executive programma Liefde in Bedrijf. Zij geven een kleurrijke illustratie van liefde en de waarde hiervan voor organisaties, samenwerken en leiderschap. 

Dit keer gaan wij in gesprek met dr. Joke Hermsen. Zij houdt zich als filosoof, auteur en spreekster al geruime tijd bezig met het begrip liefde. Hiervoor put zij onder meer uit het denken van Hannah Arendt en Martha Nussbaum. Kenmerkend voor haar is de zoektocht naar inzicht in grote fenomenen, waaronder ook de tijd en heimwee. Twee boeken van haar hand waarin ze deze thema’s behandelt, zijn getiteld: Kairos en Onder een andere hemel.

Wat versta jij onder liefde?

Dat is een hele belangrijke vraag en tegelijk ook de meest mysterieuze. Liefde is een moeilijk te vangen begrip. Toch is er al vele eeuwen over het onderwerp liefde nagedacht. De eerste beroemde tekst uit het westerse denken in dit kader is van de hand van Plato met als titel: Symposium. In dit werk gaan de tafelgasten met elkaar de uitdaging aan om de godheid Eros (Liefde) zo goed mogelijk te bezingen en tegelijkertijd te typeren.
 

Een mysterieus begrip is het zeker. Valt er toch iets te zeggen over de betekenis van liefde?

Jazeker, allereerst dit: er is niet zoiets als dé liefde. Praat je over liefde dan praat je in meervoud en over verschillende vormen. Ook hiervoor vind je in het Griekse denken handvatten. Denkers uit die stroming hanteerden een gelaagdheid die liep van agapè, via storgè en philia naar eros. Deze laatste wordt ook wel de amour passion, de erotische liefde genoemd. Storgè gaat over familiale liefde, philia kunnen we vertalen met vriendschap. Agapè is een begrip dat wij kennen als naastenliefde. Hannah Arendt vertaalde dit begrip naar amor mundi, dat is liefde voor de wereld om je heen. Het is een liefdesvorm die moreel is en gericht op een brede groep van belanghebbenden.
 

Kijkend naar deze lagen van liefde komt de vraag op of er een samenbindend kenmerk of begrip is voor alle vormen van liefde.

Ik ben van mening dat wij het verbindende kunnen vinden in het zelfoverstijgende aspect van liefde. Dit wil zeggen dat liefde de mens boven zichzelf laat uitstijgen. Grenzen worden verbreed, verlegd of doorbroken, net hoe je het wilt visualiseren. Het gaat dan over de grenzen die om het Ik, de eigen persoon, heen staan. Denk hierbij heel concreet aan iets als je studie, werkervaring of denkbeelden die je van jongs af aan mee hebt gekregen. 

<<een zelfoverstijgend effect van liefde>>

Dit zelfoverstijgende effect van liefde uit zich in oprechte interesse in de of het ander. Je raakt ontroerd en wordt verrijkt tegelijkertijd. De ander kan je eigen kind zijn, maar ook een onbekende die naast je zit in de tram. Het ander kan een bloem zijn en ook een toneelvoorstelling. In het verleggen van je grenzen in de ontmoeting met de/het ander lijkt het of iets van buitenaf ingrijpt op jouw Ik. Je stelt je open voor de kwaliteiten van die ander. Tegelijkertijd verrijkt het jezelf, want je duikt in een dieper gelegen deel van jezelf. In het ontmoeten van de ander gebruik je namelijk taal en dit is een essentieel element bij het vormen van begrip voor je eigen, soms moeilijk achterhaalbare herinneringen. Doordat de ontmoeting met de ander ook jezelf verrijkt, blijf je je Ik vernieuwen. Je bent en blijft een persoon in wording. Het proces waardoor dit gebeurt is het ontmoeten van de ander en dat is liefde.
 

Doorgaans wordt liefde anders, namelijk als gevoel of emotie, begrepen. Dit zou je kunnen zien als de psychologische benadering. Jij hanteert een sterk filosofische benadering. Wat is voor jou het kenmerkende verschil hiertussen?

Zoals gezegd, er is niet zoiets als dé liefde. De psychologie en filosofie benaderen het fenomeen liefde ieder op de eigen, kenmerkende wijze. Een psycholoog ziet liefde meer als emotie en plaatst liefde daarmee op het persoonlijke vlak of in de relatie tot de directe ander. De filosoof ziet liefde als moreel of politiek filosofisch begrip en vertaalt het via die weg van jezelf naar de directe én de verre ander. Daarmee doel ik ook op de ander in de vorm van het onpersoonlijke, zoals de natuur of kunst. Deze gerichtheid op de ander wordt aangewakkerd door bijvoorbeeld empathie of compassie.

<<het streven naar eudaimonia>>

Tot deze morele liefde zijn wij in staat indien wij eerst voor onszelf hebben gezorgd. Ook hiervoor kunnen we putten uit de kennis die de Griekse denkers ons bieden. Zij zetten het streven naar eudaimonia, levensgeluk, neer als centraal punt van een volwaardig leven. Vanuit een eudaimonische staat kan je als mens je ten volle op de ander richten. De zorg voor jezelf die ik eerder noemde, kan vorm krijgen door zelfreflectie of door te leven in balans met ruimte voor rust. Zelfzorg kan ook ingevuld worden door inspiratie op te zoeken in bijvoorbeeld de kunst en literatuur.
 

Is het mogelijk om liefde te geven in een omgeving waar je dit niet ontvangt?

Dat is een lastige, want je vraagt in wezen of er een aangeboren vermogen is tot liefhebben. Er zijn denkers geweest die deze stelling hebben verdedigd. Ik ben van mening dat de mate waarin je liefde ontvangt wel degelijk invloed heeft op de mate waarin je liefde kunt geven. Heb je dus nooit liefde ontvangen, waarbij vooral de eerste drie jaren van je leven een grote rol spelen, dan wordt het op zijn minst heel moeilijk om anderen liefde te geven. Voor evenwichtig mens-zijn zijn namelijk liefde en aandachtvan essentieel belang. Dit moet je ontvangen én je moet je oefenen in het delen hiervan. Liefde kan je namelijk zien als een spier, die moet je trainen. Dit trainen gebeurt in onze vormingsfase, namelijk op het onderwijs, niet of in beperkte mate. Individualisme viert hoogtij, dus vorming via executive onderwijs en coaching is zeer aan te bevelen.
 

Heb je ten slotte nog een tip voor leiders en medewerkers om liefde in de organisatie te brengen?

Liefde zorgt voor verrijking, voor blijvende ontwikkeling van de eigen persoon. Ik zou iedereen binnen organisaties dus willen oproepen om het potentieel van groei dat uitgaat van liefde niet te onderschatten. Je kunt dit groeipotentieel aanboren door de werkplek een inspirerende plek te maken. Geef je mensen de mogelijkheid zich te verwonderen tijdens de werkdag. Experimenteer daarvoor met kunst, literatuur of filosofie, bijvoorbeeld tijdens vergaderingen. 

In de kern gaat het er bij liefdevol organiseren om dat je afscheid neemt van de individualistische tendens gekenmerkt door competitie en gericht op individuele prestaties. Je verwondert je gezamenlijk over het schone, overstijgt de grenzen van je Ik en laat je hierdoor verrijken.

Compare @count study programme

  • @title

    • Duration: @duration
Compare study programmes