Is het vaccineren van kinderen met het coronavaccin strijdig met het Kinderrechtenverdrag?

Foto van Martin Buijsen

Het Europees Medicijnenagentschap (EMA) beoordeelt op dit moment een coronavaccin voor vijf- tot elfjarigen. Als de Nederlandse Gezondheidsraad na eventuele goedkeuring door het EMA een positief advies geeft, beslist het kabinet vervolgens of kinderen gevaccineerd gaan worden tegen het coronavirus. Martin Buijsen, hoogleraar Gezondheidsrecht aan Erasmus School of Law, stelt in Trouw dat het vaccineren van kinderen in de basisschoolleeftijd, alleen om kwetsbare groepen te beschermen, juridisch gezien niet door de beugel kan.  

“Als kinderen meer profijt dan last hebben van een inenting, dan mag de overheid vaccinatie opdragen. Volgens dit uitgangspunt is dat bijvoorbeeld bij de BMR-prik (bof, mazelen, rodehond) prima. Ook bij corona is inenting te verdedigen, zoals bij jeugdigen met overgewicht. Die kunnen door een covidbesmetting flink ziek worden”, zo stelt Buijsen. “Maar wanneer kinderen er zelf niets aan hebben, mag inenten niet. Kinderen die corona hebben gekregen, hebben het vaak ervaren als slechts een verkoudheid.” 

Het belang van het kind gaat boven alles 

Buijsen benadrukt het belang van het kind, dat ook expliciet artikel 3 van het VN-Kinderrechtenverdrag wordt benoemd. “Indien de langetermijneffecten voor jongere kinderen onbekend zijn, is vaccineren niet in het belang van het kind. Het Kinderrechtenverdrag werkt rechtstreeks, dus geen enkele Nederlandse wet of bepaling mag het belang van het kind schaden. Of je de inzet van kinderen nu ‘immunologisch schild’ of ‘enkelband’ noemt, het instrumentaliseren is taboe”, aldus Buijsen.  

Onderzoeker
Meer informatie

Klik hier voor het hele artikel van Trouw.  

Vergelijk @count opleiding

  • @title

    • Tijdsduur: @duration
Vergelijk opleidingen