Testimonials

Mijn naam is Jaimisa Bambá Sanches en in 2022 begon ik aan de dubbele master Toga aan de Maas in combinatie met de basismaster privaatrecht. Gedurende mijn bachelorfase aan het Utrecht Law College was er altijd veel interactie tussen de rechtspraktijk en het onderwijs, wat ik graag wilde voortzetten. De Togamaster leek mij dan ook bij uitstek het programma waarbij dezelfde interactie zou terugkomen maar dan binnen de masterfase. Deze inschatting bleek een juiste te zijn en het volgen van de dubbele master Toga aan de Maas was een grote verrijking voor zowel mijn professionele als persoonlijke ontwikkeling.

In het eerste studiejaar van de master is er veel ruimte voor arbeidsmarktoriëntatie, waardoor je als student al vroeg kennis maakt met de associaties die verbonden zijn aan het programma. Dit zorgt er niet alleen voor dat je je in een vroeg stadium al kunt oriënteren op een passende stageplek, maar biedt vooral zeer waardevolle gesprekken en ervaringen. Zo heb ik als civilist een masterclass gevolgd bij een fiscaal-economisch strafrechtkantoor en kreeg ik onderwijs van een rechter, wat ik zo interessant vond dat ik in het tweede jaar vanuit de master stage ben gaan lopen bij de rechtbank Rotterdam. Zonder de Togamaster was mijn interesse voor de rechtspraak waarschijnlijk niet aangewakkerd; door buiten je eigen comfort zone te kijken, leer je als Togastudent veel meer over je eigen interesses in het recht. 

Daar waar het eerste jaar van de master met name in het teken stond van de verbreding, ging het in het tweede jaar vooral om de verdieping. Door (rechtsvergelijkende) vakken als ‘Toga in theorie en praktijk’ word je gestimuleerd om buiten de grenzen van je eigen rechtsgebied te kijken. Zo ga je in op relevante onderwerpen binnen het bestuursrecht, denk aan de rol van de bestuursrechter in het kader van de Toeslagenaffaire, en behandel je belangrijke onderwerpen binnen de klassieke rechtsgebieden, zoals het recht op schadevergoeding binnen het strafrecht en civiele recht. Daarnaast sluit je door de kleinschaligheid van de master ook waardevolle vriendschappen en rond je het programma af met een onvergetelijke reis naar het buitenland. 

Kortom: de dubbele master Toga aan de Maas heeft mijn studententijd op zowel professioneel als persoonlijk vlak enorm verrijkt en ik denk dat het een unieke master is voor studenten die er zeker van zijn dat ze een Togaberoep willen uitoefenen. Ik kijk er dan ook ontzettend naar uit om met de opgedane ervaringen mijn carrière te starten in de advocatuur! 

Mijn naam is Kirsten Hoogendam. Ik volg momenteel de Togamaster in combinatie met de master Privaatrecht - Commercieel vermogensrecht.

Na mijn bachelor rechtsgeleerdheid wist ik twee dingen zeker: ik wilde graag de master Privaatrecht gaan doen en uiteindelijk de advocatuur in. Ik vond het alleen wel zonde om andere rechtsgebieden al helemaal achter mij te laten. Daarnaast wilde ik graag een master doen waarin veel aandacht wordt besteed aan de ontwikkeling van vaardigheden. Ik was dus op zoek naar een brede opleiding die mij zou klaarstomen voor de advocatuur. Mijn keuze was na de open dag dan ook snel gemaakt: in de Dubbele master Toga aan de Maas kan ik ervaring opdoen in de praktijk én ook nog bijleren over andere rechtsgebieden.

In 2023 ben ik gestart met dit dubbele programma. De Togamaster volg je naast je gekozen basismaster. Hierdoor heb je het als togastudent iets drukker dan gemiddeld, maar het praktijkgerichte programma maakt het een leuke en leerzame aanvulling op je basismaster. Bijna elke week ziet er als togastudent anders uit. Er zijn weken waarin je voor deze master wekelijks colleges volgt op de universiteit over (bijvoorbeeld) de Togadrager in de rechtsstaat. Er zijn ook weken waarin je alleen masterclasses hebt. Daarbij ga je vaak op bezoek bij de aangesloten kantoren en andere partners van de master. Tijdens deze masterclasses leer je het kantoor op een laagdrempelige manier kennen en worden vaardigheden aangeleerd en geoefend. Zo hebben we geoefend met pleiten, onderhandelen en het schrijven van processtukken. Deze masterclasses nemen vaak één ochtend of middag in beslag. Uit eigen ervaring kan ik zeggen dat dit goed te combineren is met de basismaster. Er blijft ook nog genoeg tijd over voor een bijbaan of vrijwilligerswerk en hobby’s. 

Nu de basismaster op zijn einde komt, wordt het wel wat drukker met de Togamaster. We hebben wat vaker masterclasses en de toetsmomenten zitten wat dichter op elkaar. Dat is natuurlijk ook logisch, omdat daar nu de ruimte in onze planning voor is. Ik kijk uit naar volgend jaar, waarin onder andere de stage op de planning staat en hetgeen ik de afgelopen jaren geleerd heb daadwerkelijk zijn weg gaat vinden in de praktijk.

Al met al ervaar ik de Togamaster erg positief. Het is niet alleen een leuke praktische aanvulling op je basismaster, maar ook verbredend door het rechtsvergelijkende element. Ik kan iedere toga-georiënteerde student dit dubbele programma aanraden!

Mijn naam is Martha Montagne en van studiejaar 2023 tot 2025 volg ik de master Toga aan de Maas in combinatie met de master Strafrecht aan de Erasmus School of Law. Ik zit inmiddels in de eindfase van mijn eerste jaar en vertel graag meer over mijn ervaringen.

Na de selectie voor Toga aan de Maas merkte ik dat deze master goed bij mij past en was ik erg enthousiast om te beginnen. Aan de start van het collegejaar volg je alleen de vakken van de basismaster om hier rustig aan te kunnen wennen. Na een aantal maanden begon de Togamaster met de masterclasses. Een masterclass vindt plaats bij een associatie, waardoor je een echt ‘kijkje in de keuken’ krijgt. Hier komen uiteenlopende onderwerpen aan bod en krijg je verschillende vaardigheden aangeleerd. Zo hebben wij leren onderhandelen met de fiscus, verschillende pleitcursussen gehad en hebben we een bestuursstuk moeten opstellen. Deze masterclass duurt meestal een dagdeel (ochtend of middag) en is een fijne manier om in contact te komen met mensen in het werkveld. 

In blok vier van jaar één van de Togamaster kregen wij het vak ‘Togadragers in de Rechtsstaat’. Hier worden vanuit de verschillende rechtsgebieden de togaberoepen geanalyseerd. Daarbij bespreken we recente ontwikkelingen en gebeurtenissen die mogelijk van invloed zijn op de toekomst van de togadragers. 

Een gemiddelde week tijdens de Togamaster is erg afwisselend. Naast dat ik ongeveer twee keer per week college heb voor mijn basismaster, hebben we gemiddeld één keer per week een masterclass bij een associate. In blok vier kwam daar nog wekelijks een hoorcollege voor het vak Togadragers bij. Dit is natuurlijk druk, maar met een planning heel goed te doen. 

Tot slot is het kleinschalige van de Togamaster erg fijn. Er worden verschillende (in)formele activiteiten georganiseerd, waardoor je elkaar goed kent. Dit maakt het makkelijker om samen te werken en zorgt voor een goede sfeer bij de masterclasses. 

Alhoewel het een druk jaar is en de studiedruk soms hoog ligt, vliegt de tijd ook voorbij. Dankzij de Togamaster verbreed ik mijn kennis van het recht in de breedste zin. Ik kan de master dan ook zeker aanraden!

In 2022 ben ik begonnen met de master Toga aan de Maas. Ik heb gekozen voor deze master om een beter beeld te krijgen van de praktijk van de togadragers. Zo bevat het programma natuurlijk mootcourt, maar ook onderdelen gericht op het contact met cliënten en de samenwerking tussen juristen uit verschillende rechtsgebieden. Daarnaast worden veel van de colleges gegeven door togadragers. Zij kunnen de stof vanuit hun praktijkervaring bespreken.

In het eerste jaar lag de focus van de master voornamelijk op de masterclasses. Deze werden door de verschillende partners van de Togamaster verzorgd. Ik vond het erg bijzonder om langs deze weg kennis te maken met verschillende toekomstige werkgevers. Dat zijn toekomstige werkgevers waar de studenten in het tweede jaar ook een stage zullen lopen. 

Tijdens de masterclasses lag de nadruk op de praktijk. Sommige partners hebben daarbij enorm uitgepakt. Zo werd er tijdens een masterclass van een Zuidas kantoor een dawnraid nagebootst. Dat is een inval van de FIOD. De studenten moesten in korte tijd een casus ontleden. Daarna volgde een gesprek met een ‘medewerker’ van het getroffen bedrijf. Deze medewerker hield uit schaamte belangrijke informatie achter. Het was aan de studenten om hem toch zover te krijgen die informatie te delen.

De masterclasses (en colleges) volgde ik naast het onderwijs dat ik in het kader van mijn master Strafrecht kreeg aangeboden (de ‘basismaster’). De studiedruk lag daardoor wel wat hoger dan bij mijn mede-studenten die geen dubbele master volgden. Toch vond ik de werkdruk uiteindelijk wel behapbaar. Vanuit de master wordt namelijk, voor zover mogelijk, rekening gehouden met de studiebelasting. Zo werden er in mijn jaar geen masterclasses ingepland in de eerste twee maanden, omdat de studenten dan in hun basismaster het zware vak OZP volgen. Daarnaast worden de zwaarste vakken van de master in het tweede jaar gegeven. Vrijwel alle studenten zullen dan al hun basismaster hebben afgerond.

In dat tweede jaar lag de nadruk meer op het volgen van inhoudelijke vakken. Tijdens die vakken kwam het multidisciplinaire karakter van de Togamaster naar voren. Zo werd in één van die vakken elke week over een bepaald onderwerp college gegeven vanuit een strafrechtelijk, bestuursrechtelijk en privaatrechtelijk perspectief. De studenten kregen daarnaast de opdracht om samen een vraagstuk vanuit die verschillende rechtsgebieden te onderzoeken. 

Al met al heb ik de Togamaster ervaren als een waardevolle aanvulling op mijn ‘basismaster’. Met name doordat de master mij een goed beeld heeft gegeven van de praktijk. Ik kan de Togamaster dan ook zeker aanraden!

Mijn naam is Melissa van der Meij en ik zit in de laatste fase van de master Ondernemingsrecht. Na het behalen van mijn bachelor ben ik moeder geworden en heb ik een tussenjaar genomen om te wennen aan mijn nieuwe leven. Het tussenjaar bood mij de ruimte om stage te lopen, waarna het voor mij duidelijk was in welk rechtsgebied ik mij wil specialiseren: het ondernemingsrecht! De master ging in sneltreinvaart van start met het Onderzoekspracticum en de opvolgende blokken vlogen voorbij.

De docenten bereiden je tijdens de aftrap van het studiejaar voor op een flinke studielast van 40 uur per week. Best een uitdaging als je bijvoorbeeld werkt, stage loopt of een gezinnetje hebt. Ik stond meteen op scherp, en dat was goed. Je wordt namelijk geacht om met een hoge mate van zelfstandigheid een flinke lijst van literatuur te doorgronden, met allerlei soorten deel- en groepsopdrachten die bijdragen aan je eindcijfers. Uiteindelijk bleek het een kwestie van goed plannen, prioriteiten stellen en communiceren met je docenten. Als je zorgt dat je bij blijft met de stof en goed de syllabus volgt, is het écht meer dan haalbaar.

De docenten en coördinatoren zijn toegankelijke, ervaren en bevlogen juristen uit de praktijk. Dankzij hun enthousiasme en casussen die tot de verbeelding spreken, komt de (soms wat abstracte) stof écht tot leven. De deelopdrachten die in de master aan de orde komen slaan de brug tussen theorie en praktijk. Dat is iets waar veel studenten behoefte aan hebben. Dit is mijns inziens een van de verschillen met de bachelor Rechtsgeleerdheid. Een ander verschil, naast natuurlijk de onderwijsvorm, is dat er vaker geen onjuist antwoord bestaat. Je leert hoe je een eigen, goed onderbouwd standpunt vormt. Ook komt het belang van samenwerken sterk naar voren. Handig voor straks!

Inmiddels ben ik bezig met het begin van mijn scriptie, het sluitstuk van de master en voor velen tevens van de integrale studententijd. Studenten kunnen hier enorm tegenop zien, maar geloof mij: Erasmus School of Law biedt écht genoeg handvatten en begeleiding om je master in één jaar tot een succesvol einde te brengen. De kwaliteit van het onderwijs en de betrokkenheid van de docenten is waar deze master in uitblinkt.

Studenten die overwegen zich in te schrijven voor de master Ondernemingsrecht, zou ik het van harte aanbevelen. Ook als je geen ster was in het bachelorvak Goederen- en Insolventierecht, of zelfs in het vak Ondernemingsrecht! Je zult merken dat de puzzelstukjes tijdens deze master samenvallen en je door het vele studeren echt in de stof gaat wonen. De studenten die hun keuze al hebben gemaakt, wens ik veel succes en plezier toe. Doe je best, zet je voor 100% in en waardeer je studententijd, want je knippert twee keer met je ogen en je levert je scriptie al in!  

Mijn naam is Elise Heikens en momenteel volg ik de master Ondernemingsrecht. Ik ben een relatief nieuwe student aan de Erasmus School of Law. Ik heb mijn bachelor diploma’s in Leiden behaald, en heb pas vorig jaar de overstap gemaakt naar Rotterdam. Aangezien de Erasmus School of Law mij goed is bevallen en ik na mijn eerste master nog niet was uitgeleerd, ben ik in september 2022 vol enthousiasme aan de master Ondernemingsrecht begonnen.

De master begint direct met een pittig vak: het Onderzoekspracticum. In mijn studie ben ik tot nu toe geen enkel vergelijkbaar vak tegengekomen. Dit gegeven is overigens ontzettend positief, omdat het studenten prikkelt met nieuwe informatie waardoor een assertieve houding noodzakelijk is. Het Onderzoekspracticum biedt studenten de kans om zowel spreek- als schrijfvaardigheden te ontwikkelen op een hoog niveau. De bijbehorende opdrachten zijn ingegeven door realistische praktijksituaties binnen het ondernemingsrechtelijke vakgebied, en dienen ofwel individueel ofwel in groepsverband te worden uitgevoerd. Als onderdeel van de jaaropdracht, die in meerdere vakken terugkomt, wordt door studenten een vennootschap opgericht en moeten verschillende formaliteiten in acht worden genomen. Concreet kan worden gedacht aan het opstellen van statuten en een aandeelhoudersovereenkomst, alsmede het werpen van een kritische blik op de corporate governance binnen de vennootschap en eventuele fusie en/of splitsingsmogelijkheden.

Over de gehele breedte van de masteropleiding worden studenten geacht een groot scala aan wetenschappelijk artikelen tot zich te nemen. Dit biedt studenten handvatten om voornoemde juridische stukken op te stellen en hun bevindingen kort en bondig aan hun medestudenten te presenteren. Het uiteenlopende programma, waar niet slechts wordt gefixeerd op het maken van tentamens, zorgt ervoor dat het voor studenten eenvoudig is om een voorstelling te maken van de werkzaamheden van een advocaat of bedrijfsjurist. Dit is mijn optiek van groot belang, nu het overgrote gedeelte van de studenten in een dergelijke functie terecht zal komen.

Verder is het binnen de master mogelijk om op een laagdrempelige manier in contact te komen met medestudenten en docenten, alsook met praktijkjuristen middels gastcolleges en kantoorbezoeken. In de werkgroepen leren studenten elkaar intensief kennen door het voeren van discussies over actualiteiten en ondernemingsrechtelijke vraagstukken. Docenten zijn hier voortdurend nauw bij betrokken. Bovendien vullen de (gast)docenten studenten goed aan met hun ervaringen uit de praktijk. Veel van hen zijn naast hun academische carrière immers ook werkzaam in de advocatuur, het bedrijfsleven of de rechterlijke macht.

Ten slotte merk ik op dat er binnen de master een gemoedelijke sfeer heerst. Persoonlijk ben ik vanwege een schouderoperatie even uit running geweest. Ten aanzien hiervan werd er binnen het docententeam ontzettend goed met mij meegedacht, waardoor dit mij uiteindelijk geen studievertraging heeft opgeleverd. Voorts is het mogelijk om openlijk met docenten in gesprek te gaan over de studiestof en andere facetten van de opleiding.

Inmiddels bevind ik mij alweer op de helft van dit volle, maar zeer leerzame, studiejaar. Ik ben ontzettend blij dat ik alsnog de keuze heb gemaakt om deze master te volgen. De master Ondernemingsrecht biedt een weloverwogen balans tussen de ontwikkeling van wetenschappelijke kennis en praktijkvaardigheden. Bovendien staat persoonlijke aandacht binnen de master hoog in het vaandel. Ik kan deze master dan ook aan iedereen aanbevelen!

Mijn naam is Marijke Michielsen en momenteel volg ik de master Ondernemingsrecht. Na mijn bachelor en eerste master in een andere stad gevolgd te hebben, heb ik besloten om mijn studieloopbaan af te ronden in Rotterdam. Wegens mijn interesse voor het ondernemingsrecht was de keuze voor de master Ondernemingsrecht snel gemaakt. De reden om de weg naar Rotterdam te maken was gelegen in de praktische insteek van deze masteropleiding: docenten uit de praktijk en op een praktische wijze aan de slag met de stof door middel van de jaaropdracht. 

De master begint met het vak Onderzoekspracticum. Gedurende deze weken komen tal van onderwerpen aan bod, waardoor je op een interactieve manier je kennis van het ondernemingsrecht oprakelt en je je verder in de materie verdiept. Ook ontwikkel je hier onderzoeks- en praktijkvaardigheden doormiddel van het schrijven van notities en artikelen en het houden van een referaat. Tot slot wordt aansluiting gezocht bij de actualiteit, doordat ieder college begint met een nieuwsmoment.

Ook bij de vakken die hierop volgen, zoeken docenten aansluiting bij de actualiteit. Regelmatig wordt de stof gekoppeld aan iets wat op dat moment in de juridische wereld of in het bedrijfsleven speelt. Op deze wijze begin je ook een beeld te krijgen bij de theorie. Wat hierbij helpt is dat de docenten uit de praktijk komen. Hierdoor hebben zij een breed scala aan kennis en kunnen zij je een andere invalshoek bieden om de stof zo beter te begrijpen. Ook wordt doormiddel van de jaaropdracht een beeld gecreëerd bij de stof. Voor deze opdracht stel je in een groep onder andere statuten, een aandeelhoudersovereenkomst en een fusievoorstel op.

Naast de reguliere vakken, wordt ook de mogelijkheid geboden om een Masterclass Fusies & Overnames te volgen, welke aangeboden wordt door Houthoff in samenwerking met de EUR. Op deze wijze leer je hoe een overname in de praktijk tot stand komt. Hierom raad ik het eenieder met interesse voor de M&A zeker aan om je hiervoor in te schrijven!

Zelf ben ik actief als secretaris en commissaris interne betrekkingen van het Ondernemingsrechtelijk Dispuut Rotterdam (O.R.D.) – de mastervereniging voor studenten van de master Ondernemingsrecht en Financieel Recht. Het O.R.D. organiseert voor deze studenten activiteiten om de kloof tussen de theorie en de praktijk zo veel mogelijk weg te nemen. Deze activiteiten variëren van borrels, lezingen en kantoorbezoeken tot ons jaarlijkse hoogtepunt de Corporate & Financial Law Trip, waarbij wij afreizen naar een verre bestemming om kennis te maken met de (juridische) praktijk buiten Nederland. Dit jaar zijn wij naar Canada vertrokken.

Al met al zal ik de master Ondernemingsrecht aan de EUR aanbevelen! Ik heb de eerste blokken als heel leerzaam ervaren en ze zijn voorbij gevlogen. 

De overstap van de bachelor Rechtsgeleerdheid naar de master Ondernemingsrecht was voor mij een ware cultuuromslag. Als voormalig VMO student was ik gewend om de colleges op de vrijdagmiddag vanuit huis te volgen via de videoverbinding. Hoewel dit altijd erg gemakkelijk was heeft dit er ook voor gezorgd dat ik tijdens mijn bachelor weinig binding kreeg met de universiteit, hier bracht de master snel verandering in. De master trapt namelijk af met het onderzoekspracticum waarbij verplichte aanwezigheid geldt. Ondanks dat dit in het begin enig regelwerk kostte ten aanzien van werkverplichtingen en een andere masteropleiding ben ik toch erg blij dat ik gedwongen werd om naar de universiteit te komen. In een periode van acht weken kwam ik vaker op campus Woudestein dan dat ik in de voorgaande drie jaar in totaal was geweest. Deze periode heeft ervoor gezorgd dat ik de campus opnieuw ben gaan waarderen en ook na het onderzoekspracticum veelvuldig aanwezig ben geweest om de colleges bij te wonen en zelfstandig of gezamenlijk de stof nog eens door te nemen.

Zoals eerder gezegd begint de master met het intensieve onderzoekspracticum waarin het ontwikkelen van schrijf- en spreekvaardigheden centraal staat. Dit doet men door in een relatief korte tijd veel verschillende juridische stukken te schrijven. Hierbij kan men denken aan het schrijven voor het advies aan een advocaat/cliënt alsook aan het schrijven van een column voor een juridisch tijdschrift. Daarnaast wordt in kleinschalige groepjes de stof en actualiteiten aangaande ondernemingsrecht besproken onder leiding van een werkgroepdocent. Ten slotte houdt iedere student een referaat. Het onderzoekspracticum is een ontzettend drukke periode maar is mijns inziens de ideale voorbereiding voor de rest van de master: haal je het OZP, dan moet het restant van de master ook zeker lukken.

Wat mij het meest is bijgebleven is het teamgevoel dat ik ervaarde met een groepje medestudenten. Een juridische opleiding kan een vrij individualistische aangelegenheid zijn, en dit is iets wat zeker gold voor mij in de bachelor. Aan het begin van het OZP heb ik echter een ontzettend leuke groep studenten leren kennen met wie ik vooral een ontzettend leuke tijd heb gehad. Als het even tegenzat motiveerde we elkaar over en weer. Dit gevoel is iets dat ik niet eerder heb ervaren gedurende mijn tijd op de Erasmus School of Law.

Na het schrijven van mijn scriptie ben ik begonnen als student-stagiair bij NautaDutilh op de afdelingen Corporate/M&A en Banking & Finance. Momenteel sta ik voor de keuze of ik mijn carrière vervolg in de juridische sector of in de consultancy sector. Welke keuze het ook wordt, ik weet dat de master Ondernemingsrecht mij een solide basis heeft gegeven voor een mooie vervolgstap.  

Afgelopen jaar heb ik de masteropleiding Ondernemingsrecht aan Erasmus School of Law gevolgd, nadat ik ook daar de bachelor opleiding Rechtsgeleerdheid aan Erasmus School of Law in deeltijd heb afgerond.

Door een brede interesse in diverse rechtsgebieden vond ik de keuze voor een masteropleiding niet gelijk gemakkelijk. Ook naast mijn andere agenda die gevuld is met de combinatie van werk en gezin met kleine kinderen, vond ik het daarom ook van belang dat een masteropleiding in deeltijd goed te volgen zou zijn. Wat mij gelijk aansprak aan deze master is dat er een brede basis met diverse bedrijfsjuridische onderwerpen in ondernemingsrecht wordt gelegd. Je wordt klaargestoomd voor een carrière in zowel het bedrijfsleven als de advocatuur, waar voor nu mijn voorkeur in het  bedrijfsleven ligt. 

De masteropleiding start met het onderzoekspracticum. Het doel van dit onderzoekspracticum is om door middel van vaardighedenonderwijs kennis en vaardigheden op te doen die voor elke jurist relevant is. Twee keer per week wordt er met een groep medestudenten gediscussieerd over actuele onderwerpen in het ondernemingsrecht. Door elke student worden ook presentatie skills ontwikkeld, vanwege corona met gebruikmaking van diverse media technieken, over een ondernemingsrechtelijk onderwerp. De diverse schrijfopdrachten maken dit blok intens én ontzettend leerzaam. Met dit onderzoekspracticum leg je een basis voor het gehele jaar, zowel in  kennis en vaardigheden als ook met het contact met medestudenten. 

Nadat ik even uit de schoolbanken ben geweest, vond ik de start van deze master intens. Mede door de leuke groep en goede begeleiding is dit blok echt voorbij gevlogen. Mijn advies is om de stof goed bij te houden en een goede planning in acht te nemen met de vele deadlines die er zijn. 


 

In september 2021 ben ik begonnen aan de master Ondernemingsrecht. Daarvoor had ik reeds de master Financial Economics aan de Erasmus School of Economics afgerond. Als mr.drs.- student stond economie bij mij sinds het begin op de voorgrond. Ik was er dan ook van overtuigd dat ik meer de economische kant op zou gaan. Ik besloot de master Ondernemingsrecht te gaan doen, omdat dit een mooie aanvulling kon zijn op mijn master Financial Economics. 

Het begin van het collegejaar startte met een intensief Onderzoekspracticum. In dit practicum wordt een stevig beroep gedaan op je presentatie- en schrijfvaardigheden. Daarnaast is er een grote variëteit aan onderwerpen, waardoor je in een korte tijd veel nieuwe dingen leert. Tijdens elk practicum wordt tevens het laatste nieuws in het Financieel Dagblad besproken. Dit is een leuke manier om de theoretische kennis toe te passen op de praktijk.

Na het Onderzoekspracticum komen meer inhoudelijke vakken aan bod, zoals Corporate Governance & Corporate Litigation en Fusies, Reorganisaties & Insolventie. Veel colleges werden gegeven door gastdocenten, die hun praktijkervaring met ons deelden. Tijdens deze vakken kwam ik er dan ook achter dat ik het recht en de advocatuur toch wel erg leuk vond. Om die reden heb ik toen ook besloten om mij op te geven voor de Masterclass Fusies & Overnames, aangeboden door de Erasmus School of Law en Houthoff. Tijdens deze masterclass werd mijn interesse in de advocatuur en met name M&A sterker gewekt. Ik kwam erachter dat ik juist mijn economische kennis heel goed kon toepassen in de advocatuur. 

De rest van het studiejaar wordt vormgegeven door een paar kleinere vakken en de masterscriptie. Ook dit deel van het jaar heb ik als zeer positief ervaren. Er is in deze periode namelijk ook ruimte om een keuzevak te kiezen, waardoor je ook onderwerpen buiten het ondernemingsrecht kan bestuderen. Zeker het vak Zekerheden & Insolventie is een interessant vak, waarin bijna alle lessen worden voorzien door gastdocenten. Daardoor wordt de toepassing in de praktijk ook goed belicht.

Al met al kan ik zeggen dat de master Ondernemingsrecht mij positief verrast heeft. Ik kwam er immers achter dat ik toch de advocatuur in wilde. Om die reden heb ik toen besloten om in de advocatuur stages te gaan lopen. Tot nu bevalt dit me erg goed en ik ben er nu dan ook van overtuigd dat dit de richting is die ik op wil!