Innovatieve medicijnen “maken pijnlijk duidelijk dat de betaalbaarheid van de gezondheidszorg grenzen heeft”

André den Exter

Nieuwe innovatieve medicijnen zijn extreem duur. Sommige medicijnen kosten miljoenen euro’s per patiënt. Omdat deze medicijnen na akkoord van de minister worden vergoed in het basispakket, drukken ze zwaar op de alsmaar stijgende kosten in de zorg. Volgens André den Exter, universitair hoofddocent Gezondheidsrecht aan Erasmus School of Law, moeten er keuzes worden gemaakt ten aanzien van de dekking van dit soort medicatie. In een opinieartikel in Trouw legt hij uit dat het tijd wordt voor een politiek debat over de grenzen van de betaalbaarheid van de zorg.

Den Exter noemt enkele voorbeelden van levensreddende medicijnen, die niet alleen veelbelovend zijn, maar ook peperduur: “De discussie over Zolgensma, een veelbelovend medicijn tegen een dodelijke spierziekte, betrof vooral de vraagprijs, namelijk 1.9 miljoen euro per patiënt. Inmiddels is de minister akkoord gegaan, en wordt Zolgensma vergoed uit het basispakket. (…) Naast Zolgensma zijn nieuwe onderhandelingen gestart over Risdiplam, de vloeibare versie van Zolgensma: 4 tot 7 miljoen euro per patiënt. De laatste aanwinst is Libmeldy, een veelbelovend geneesmiddel tegen een zeldzame stofwisselingsziekte. Inzet: 2,9 miljoen euro per patiënt.” 

Grenzen aan de betaalbaarheid 

Deze situatie is niet houdbaar, volgens Den Exter: “dergelijke voorbeelden maken pijnlijk duidelijk dat de betaalbaarheid van de gezondheidszorg grenzen heeft. Onze bereidheid om absurde prijzen te betalen, maakt de lijst van veelbelovende nieuwe geneesmiddelen langer, met voorspelbare gevolgen. Nu al verdringen extreem dure geneesmiddelen andere zorg.” 

Omdat in het zorgakkoord is afgesproken dat de kosten voor specialistische zorg niet meer mogen stijgen, zal de minister op een gegeven moment moeten kiezen tussen verschillende behandelingen, legt de universitair hoofddocent Gezondheidsrecht uit: “Dat vergt politieke moed, want het leidt tot het onthouden van medisch noodzakelijk zorg, en een voortijdig overlijden van vooral jonge patiënten.” 

Uiteindelijk blijft dit een vraag die niet door medische professionals kan worden beantwoord en daarom vindt Den Exter dat het parlement hier een belangrijke rol in speelt: “Wat is de maximale prijs die de maatschappij wil betalen voor medische innovaties per gewonnen levensjaar? Een bovengrens schept duidelijkheid voor alle betrokkenen. Omdat die direct gevolgen heeft voor de toegang tot geneesmiddelen kan de vaststelling niet overgelaten worden aan niet-democratische adviescommissies. Ze zal onherroepelijk leiden tot een maatschappelijk debat over de grenzen van de betaalbaarheid van de gezondheidszorg; en dat is winst.”

Universitair Hoofddocent
André den Exter, universitair hoofddocent Gezondheidsrecht aan Erasmus School of Law
Meer informatie

Lees het hele opiniestuk van Trouw hier.

Vergelijk @count opleiding

  • @title

    • Tijdsduur: @duration
Vergelijk opleidingen