Dooddoener bij samenwerking: ‘Als er maar vertrouwen is’

Vertrouwen komt niet vanzelf, dat vraagt om serieuze inspanning

Stel we zijn het eens over het gezamenlijk uitvoeren van een project. We delen de ambitie om bij te dragen aan verbeteren van gezondheidszorg, leefbaarheid, veiligheid, of wat dan ook. Vervolgens is het tijd om werk- en omgangsafspraken te maken. Over taken, het delen van informatie, risico’s en feedback. Alleen die omgangsregels blijkt niet iedereen interessant te vinden. ‘Als er maar vertrouwen is’, klinkt het maar al te vaak, dan komt het wel goed met de samenwerking.

Mantra

‘Werken vanuit vertrouwen’, het is een mantra die steeds vaker wordt gehoord. Zalvende woorden die blijven resoneren: kennelijk drukken ze een breed gevoeld verlangen uit. Je kunt er dus niet tegen zijn, toch? Toch wel, want zeker in de beginfase van samenwerking is dat ‘vertrouwen’ er juist niet.

Psychologisch concept

Vertrouwen is een psychologisch concept dat zich ontwikkelt tussen twee mensen op basis van hun onderlinge ervaringen. Vertrouwen is daarmee geen input, maar juist het resultaat van (effectieve) samenwerking.

Mensen die gaan samenwerken kunnen gezamenlijk vertrouwen ontwikkelen in de loop van hun samenwerking. Niet voor niets blijkt uit onderzoek dat samenwerking sneller tot stand komt tussen mensen en partijen die eerder met elkaar hebben samengewerkt, en dus een realistische vertrouwensbasis hebben.

Naïviteit

Roepen om ‘werken vanuit vertrouwen’, zonder elkaar werkelijk te kennen, is eigenlijk vragen om ‘blind vertrouwen’, iets wat we vooral kennen in de context van sekteleiders. In samenwerkingsverbanden getuigt het vooral van naïviteit.

Het kan bovendien leiden tot een destructieve samenwerkingscultuur, waar ‘collusie’ domineert: elkaar niet durven bevragen en dus snel genoegen nemen met een oppervlakkig commitment: ‘oh wat vinden we de kleren van de keizer mooi.’

Vertrouwensontwikkeling

In professionele samenwerkingsrelaties wordt juist expliciet aandacht besteed aan vertrouwensontwikkeling. Het creëren van realistische verwachtingen en daarmee wederzijdse voorspelbaarheid staan daarbij centraal.

Een professionele regisseur begint met een minimum aan omgangsregels die een bepaalde mate aan veiligheid garanderen. In die fase kan er nog geen sprake van vertrouwen zijn. Vervolgens creëert hij een scherp wederzijds inzicht in de drijfveren en belangen van iedere afzonderlijke partij en persoon; juist dit maakt het gedrag van betrokken partijen voorspelbaar (‘dit is voor hen belangrijk’). En het zorgt ervoor dat bij alle partijen het vertrouwen ontstaat dat ook hun issues serieus genomen worden.

Gemakzucht

De uitroep ‘als er maar vertrouwen is’ is meestal een uiting van gemakzuchtige samenwerking, en daarmee een recept voor mislukkingen: niet moeilijk doen, gewoon lekker samenwerken. En vervolgens denken dat de zilvervloot vanzelf binnenloopt. Iets wat ook met ‘slim samenwerken’ gesuggereerd wordt. Alsof er iemand is die beweert dat je vooral dom moet samenwerken. Maar ook van ‘slim samenwerken’ gaat de suggestie uit dat je veel kunt bereiken met weinig inspanning.

Interventie

Het realiseren van maatschappelijke waarde in ketens en -netwerken is echter serieus, en mooi werk en vraagt om een serieuze inspanning en een professionele aanpak. Professionaliteit betekent dat je als regisseur of partner geen genoegen neemt met begrijpelijke verzuchtingen, gratuite statements, of sociaal wenselijke echo’s, maar juist dan intervenieert. Je moet dan wel je interventierepertoire als netwerkregisseur paraat hebben natuurlijk.

CV

Drs. Frank Beemer, kerndocent leergang Ketenregie (BeAMeR AlliantieManagement en Regie)

Frank Beemer is interim-(transitie)manager, adviseur, opleider en toezichthouder voor het realiseren van maatschappelijke opgaven in netwerken en allianties, en voor organisaties die permanent in diverse samenwerkingsverbanden opereren.

Meer informatie

Bekijk de opleidingspagina

Vergelijk @count opleiding

  • @title

    • Tijdsduur: @duration
Vergelijk opleidingen