In deze werkvorm vind je verschillende oefeningen die studenten kunnen toepassen in het creatieve proces om tot nieuwe ideeën te komen voor oplossingen van complexe problemen. De oefeningen nodigen nieuwe perspectieven uit en helpen studenten in het onbekende te stappen. Studenten ontwikkelen hierdoor creatief denken en leren comfortabel zijn met het ongemak van het niet-weten in een creatief proces.
- Doel van de activiteit
- Brainstorm | Vaardigheden oefenen | Reflecteren
- Wanneer
- Tijdens het lesmoment | Na het lesmoment | Voorafgaand aan lesmoment
- Waar
- Offline
- Tijdsduur
- < 30 minuten| < 60 minuten| > 60 minuten
- Groepsgrootte
- Small | Medium | Large
- Materialen
Groot vel papier, stiften en post-its of Miro
Stappenplan
Stap 1
Introductie: Vertel studenten dat ze aan de slag gaan met het creatief verkennen van oplossingen voor een complex vraagstuk en leg uit dat een creatief proces ons vraagt om in het onbekende te stappen. De oefeningen die studenten nu gaan doen helpen om in het niet-weten te stappen, want juist daar onstaan nieuwe ideeën. Leg ook uit dat we het vaak spannend vinden om het niet te weten en onszelf in dat proces kunnen tegenkomen, nodig studenten uit om het ongemak van het niet-weten er te laten zijn en te gaan ervaren.
Stap 2
Formuleer een probleemstelling of doorbraakvraag: Formuleer een duidelijke probleemstelling of doorbraakvraag waarvoor je oplossingen gaat verkennen. Het moet een vraag of probleem zijn waarvoor echt nog geen oplossing is, het vraagt om een creatief proces. Schrijf deze centraal op (bijv. op een groot vel papier of digitaal). Begin bijvoorbeeld met 'Hoe kunnen we...?'.
Je kunt deze vraag zelf bedenken als docent wanneer je studenten vooral met creatieve werkvormen wilt laten oefenen, of je kunt deze werkvormen inzetten nadat je studenten eerst zelf een probleem goed hebt laten verkennen en definiëren. Zie hiervoor inspiratie bij de werkvorm 'Crack the complexity'.
Stap 3
Drie creatieve oefeningen: Leg een of meerdere van onderstaande creatieve oefeningen uit aan de studenten. Je kunt ervoor kiezen om groepjes zelf een of meerdere oefeningen te laten kiezen of je kunt de groepjes stap voor stap onder jouw begeleiding een of meerdere oefeningen laten ervaren.
Oefening 1: Draai je probleem om
In deze oefening bedenken studenten eerst hoe het probleem verergerd kan worden. Hierdoor wordt zichtbaar welke factoren het probleem in stand houden. Vervolgens ‘flippen’ studenten deze negatieve ideeën om tot waardevolle inzichten.
Stappenplan:
- Draai het om: Bedenk wat de tegenhanger van jouw probleem is. Hoe ziet het eruit als het probleem nog erger wordt, of precies het tegenovergestelde gebeurt?
- Maak het erger: Brainstorm samen over manieren waarop dit omgekeerde probleem erger gemaakt kan worden. Noteer alle ideeën, hoe absurd of onrealistisch ook.
- Flip de ideeën: Neem elk idee en draai het om. Wat zou het positieve tegenovergestelde zijn? Bijvoorbeeld: “Geef niemand toegang tot schoon drinkwater” wordt “Verzeker eerlijke toegang tot schoon drinkwater voor iedereen”.
Oefening 2: 100 oplossingen
In deze oefening bedenken studenten 100 oplossingen in beperkte tijd, juist dit nodigt uit om alle ideeën te verwelkomen.
Stappenplan:
- Stel een timer in op 15 of 20 minuten. In deze tijd ga je zoveel mogelijk oplossingen bedenken voor jouw probleem. Het is belangrijk dat alle ideeën welkom zijn en worden genoteerd, niks is te gek. Begin met de intentie om tot 100 oplossingen te komen en zie hoe ver je komt. Blijf ideeën genereren tot de tijd om is.
- Noteer je ideeën op een groot vel of schrijf ze op post-its. Na 20-30 oplossingen kom je soms tot stilstand, het is belangrijk om juist dan door te gaan.
- Pas nadat de tijd om is kun je ideeën gaan organiseren, selecteren, clusteren en verbeteren.
Oefening 3: creatieve wandeling
In deze oefening gaan studenten een wandeling maken met het probleem op zak, hierdoor stappen zij bewust in het onbekende en nodigen nieuwe perspectieven en inzichten uit.
Stappenplan:
- Beslis eerst waar je gaat wandelen. Je kunt gaan wandelen in je directe omgeving of een natuurgebied opzoeken, afhankelijk van hoeveel tijd je wilt vrijmaken. Beslis ook hoe lang je wilt gaan wandelen, probeer minimaal 15 a 20 minuten te nemen voor deze oefening.
- Je stopt je vraag of probleem als het ware in je binnenzak met de intentie het met je mee te dragen. Maat let op, het is niet de bedoeling dat je tijdens het wandelen heel hard over je idee gaat nadenken. Laat juist het vinden van een oplossing bewust even los, je stapt dus het onbekende in. Wandel alleen, in stilte en met aandacht voor je omgeving en laat je verrassen door wat je op je wandeling tegenkomt. Waar brengen je voeten je heen? Waar valt je blik op? Sta open voor inzichten of andere perspectieven die tot je willen komen tijdens je wandeling. Door het gebruik van een timer kun je de tijd tijdens je wandeling loslaten.
- Optioneel kun je tijdens je wandeling een aantal foto's maken van dingen die voor jou resoneren met je vraag of probleem.
- Deel de inzichten die tot je zijn gekomen na de wandeling in je groepje.
Stap 4
Reflectie (optioneel): Wanneer je de groepjes door deze oefeningen hebt begeleid is het waardevol achteraf aandacht te besteden aan wat studenten hebben ervaren. Hoe kwamen ze zichzelf tegen in het onbekende? Wat heeft hen verrast? Hoe kunnen ze deze aanpak van het bewust uitnodigen van creativiteit in de toekomst opnieuw inzetten?
Tip 1
Faciliteer een verbindende kennismaking binnen de groepjes. Studenten kunnen bijvoorbeeld uitwisselen wat hun ervaring is met creatieve processen, hoe zij zichzelf denken tegen te komen in de onzekerheid van zo'n proces, of wat hen helpt om het onbekende in te stappen.
Tip 2
Zorg dat in de brainstormfase echt alle ideeën welkom zijn, ook de meest extreme.
Tip 3
De oefeningen kunnen in de les worden gedaan, of je kunt studenten uitnodigen ze zelfstandig met hun groepje te doen en de input mee te nemen naar de volgende les.
Groot vel papier, stiften en post-its of een online whiteboardtool zoals Miro (optioneel).
Je vindt hier suggesties voor tools en materialen bij deze werkvorm. Het is vaak mogelijk om andere tools te gebruiken. Wend je tot het Learning & Innovation team van je faculteit over de beschikbaarheid en het toepassen van online en offline tools.
Hagen, Marcia & Bernard, Allan & Grube, Eric. (2016). Do It All Wrong! Using Reverse-Brainstorming to Generate Ideas, Improve Discussions, and Move Students to Action. Management Teaching Review. 1. 10.1177/2379298116634738.
Swets, H. & Voort, R. van der (2021). Durf te doen wat onbekend is – Ruimte houden voor een nieuwe beweging. Woerden: Ruimtehouders.
