
Je mentale gezondheid gaat erop vooruit als je de natuur beleeft!
Ronald Buiting
Ecoloog
Ronald Buiting is een ervaren ecoloog, gespecialiseerd in natuurinclusief bouwen en natuur in de stad. Zijn adviesbureau voert momenteel een nulmeting uit op de campus om te onderzoeken hoe we de biodiversiteit kunnen bevorderen. De komende jaren zal het verbeterplan stapsgewijs worden uitgerold en een vast onderdeel gaan uitmaken van alle bouw en landschapsinrichting op de campus.

De campus natuurinclusiever maken, hoe pakken jullie dat aan?
"Ons bureau kan heel nauwkeurig vaststellen hoe een gebied scoort op kenmerken als temperatuur, wateropname, insectendichtheid, dier- en plantensoorten en meer. Op basis daarvan kunnen we gerichte maatregelen inzetten om de campus te verduurzamen en leefbaar te houden. Daarnaast willen we zorgen voor een goede aansluiting bij de natuurlijke omgeving, daarvoor werken we samen met de gemeente Rotterdam. Wij ontwerpen een compleet en doordacht plan voor een natuurvriendelijke inrichting en beheer. Er ligt een grote opgave, maar het is positief dat de universiteit biodiversiteit ziet als een belangrijk thema voor de komende jaren."
Er is toch al best veel groen op de campus?
"Niet elke boom of plant is even nuttig op het gebied van biodiversiteit. Op de campus staan nu veel uitheemse boomsoorten, zoals de Amerikaanse eik. Die is in Nederland nuttig voor 12 tot 14 insectensoorten. Een Europese zomereik daarentegen kan door meer dan 450 insectensoorten worden gebruikt. Bij de aanplant van nieuwe bomen en planten kiezen we voortaan dus voor inheemse soorten. En door beplanting in te richten aan de hand van een nectarkalender, kunnen we ervoor zorgen dat vlinders en bijen van het vroege voorjaar tot het late najaar voldoende voedsel hebben."
''Strak gemaaide gazons en gesnoeide heggen geven maar weinig ruimte aan insecten, omdat hun eitjes letterlijk weggemaaid worden. In plaats daarvan kun je beter inheemse kruiden inzaaien en nog slechts één à twee keer per jaar maaien of snoeien. De zaden van planten krijgen dan de tijd om uit te zaaien, waardoor ze volgend jaar opnieuw kunnen kiemen. Takken worden niet versnipperd maar worden op de campus tot takkenrillen verwerkt om een huis te bieden aan bijvoorbeeld egels. Maar campusgebruikers moeten dan wel accepteren dat het er allemaal wat ruiger uitziet dan het keurige glad gemaaid grasveldje en een strak geschoren heggetje dat ze gewend zijn.''
"Strak gemaaide gazons en gesnoeide heggen geven maar weinig ruimte aan insecten, omdat hun eitjes letterlijk weggemaaid worden."
"Strak gemaaide gazons en gesnoeide heggen geven maar weinig ruimte aan insecten, omdat hun eitjes letterlijk weggemaaid worden. In plaats daarvan kun je beter inheemse kruiden inzaaien en nog slechts één à twee keer per jaar maaien of snoeien. De zaden van planten krijgen dan de tijd om uit te zaaien, waardoor ze volgend jaar opnieuw kunnen kiemen. Takken worden niet versnipperd maar worden op de campus tot takkenrillen verwerkt om een huis te bieden aan bijvoorbeeld egels. Maar campusgebruikers moeten dan wel accepteren dat het er allemaal wat ruiger uitziet dan het keurige glad gemaaid grasveldje en een strak geschoren heggetje dat ze gewend zijn."
Waarom is biodiversiteit belangrijk voor studenten?
"Een biodiverse campus is goed voor het studentenwelzijn. Mensen worden gelukkig van groen en het beleven van de seizoenen, het is altijd leuk om dieren te zien. Je mentale gezondheid gaat erop vooruit als je de natuur beleeft. Er is zelfs een vuistregel voor; de 3-30-300-regel. Die houdt in dat je altijd 3 bomen kunt zien vanaf je locatie, er 30 procent bladerdek is in de wijk en je maximaal 300 meter hoeft af te leggen naar het dichtstbijzijnde park of groene ruimte. Daar kun je dan bewegen of is er ruimte voor spontane ontmoetingen."

"Maar ook in het licht van klimaatverandering is het noodzakelijk dat we de campus anders gaan inrichten. Uit metingen blijkt dat de gevoelstemperatuur hier in de toekomst zou kunnen oplopen tot wel 50 graden. Bij hevige neerslag zou het water niet goed weg kunnen. Daarop moeten we nu inspelen, door het “groen, tenzij” principe te omarmen. Dat houdt in dat we straten, pleinen, binnenterreinen, daken en gevels altijd groen inrichten, tenzij dat op een specifieke plek niet mogelijk is vanwege de vereiste functionaliteit. Groen gaat dus een veel belangrijkere rol spelen op de campus en daarbuiten."