Ze zijn er weer, die lange, koude en donkere winteravonden. De regen klettert tegen de ramen, de wind giert om het huis, de kachel draait overuren (als de beurs het kan dragen). Hoe kom je deze avonden het beste door? Op de bank, onder een warme deken, bingewatchen op Netflix tot diep in de nacht? Hoe ging dat vroeger, toen er nog sneeuw viel en het beeldscherm nog niet bestond? Juist, toen waren het spelletjes, de dagelijkse courant, de radio en … boeken. Het hele gezin rond de kachel, met een warme kop thee of chocola, het ‘Winterboek’ van de Wereldbibliotheek binnen handbereik.

Uitgeverij Wereldbibliotheek gaf in de jaren twintig een reeks ‘Winterboeken’ uit, bundelingen van verhalen, gedichten en artikelen over kunstenaars als Jan Steen, schrijvers zoals Charles Dickens en over allerlei andere onderwerpen. Vaak behoorlijk lange stukken, rijk geïllustreerd, aantrekkelijk om doorheen te bladeren. Tussen 1922 en 1931 verschenen negen edities, met een nakomertje in 1939. De inhoud was gericht op het hele gezin, met voor elk wat wils en net zo gevarieerd als het fonds van de Wereldbibliotheek, want alle bijdragen kwamen van de vaste auteurs van de uitgeverij.

De Wereldbibliotheek was in 1905 opgericht door Leo Simons, met het oogmerk om goede en goedkope boeken te verspreiden onder een publiek dat nog weinig vertrouwd was met lezen. De boeken moesten aantrekkelijk uitgevoerd zijn, en dat gold ook voor de Winterboeken. Kunstenaars als Hans Hana, Chris Lebeau en Georg Rueter maakten fraai gestileerde en vrijwel abstracte bandtekeningen. De editie van 1929/1930 week daarvan af met een sfeervolle wintertekening door Agnes Pareira.
De Wereldbibliotheek was niet de enige uitgever die dergelijke aantrekkelijke bloemlezingen op de markt bracht. In het Leeskabinet vinden we uit dezelfde tijd vijf edities van Als het wintert…, waarvan die uit 1928 prachtig met houtsneden is geïllustreerd. En zojuist ontvingen we vijf nummers van het Kerstboek voor Jong-Holland, uitgegeven in Maassluis en gericht op een jeugdig publiek, met een overigens wel erg bijbels-moraliserende inhoud.
Is het een idee om de televisie of Netflix eens een paar avonden uit te laten en met deze boeken een nostalgische reis terug in de tijd te maken? Onder het motto van Winterboek 1925/1926: ‘Winterdoorhuiverd zoekt de mensch zich koestering in schoonheids armen.’