Wat als burgers zelf mogen bepalen hoe Nederland de zorg organiseert? Dat onderzocht Sander Boxebeld, promovendus aan Erasmus School of Health Policy & Management (ESHPM). Zijn onderzoek laat zien dat Nederlanders bereid zijn meer te investeren in zorg voor ouderen en dat bijvoorbeeld veel draagvlak is voor het traditionele verzorgingstehuis. In een andere studie kozen burgers hoe zij huidkankerpreventie zouden vormgeven.
Door de vergrijzing roept de toekomst van de (ouderen)zorg onvermijdelijk lastige vragen op. Wie gaat er straks voor de groeiende groep ouderen zorgen, en hoe wordt dat betaald? Sander Boxebeld onderzoekt hoe je burgers actief kan betrekken bij deze discussie. In samenwerking met de TU Delft onderzocht hij hoe Nederlanders denken over keuzes in de zorg en hoe hun voorkeuren kunnen helpen om beleid beter af te stemmen op wat mensen belangrijk vinden. Sander promoveert op vrijdag 14 november.
Gratis bier bestaat niet
In zijn onderzoek liet Boxebeld mensen letterlijk in de schoenen van de beleidsmaker stappen. Via een digitaal keuzedashboard van onderzoeksbureau Populytics (zie in deze video hoe dat eruit ziet) stelden burgers hun eigen beleid samen voor de ouderenzorg in 2040. Daarbij zagen ze meteen de gevolgen van hun keuzes: een hogere belastingdruk, meer mantelzorg of juist een beperking van de toegang tot zorg. “Mensen beseffen dan al snel dat niet alles tegelijk kan”, vertelt Boxebeld. “Als je wilt dat meer ouderen zorg krijgen, betekent dat óf meer geld, óf meer inzet van mantelzorgers. Zulke simulaties helpen om te laten zien dat elke keuze ergens anders een prijs heeft. Oftewel, gratis bier bestaat niet.”
Wat Nederlanders belangrijk vinden
De resultaten laten zien dat burgers bereid zijn verder te denken dan hun eigen belang. De meeste deelnemers wilden investeren in betere ouderenzorg, ook als dat veel hogere kosten met zich meebrengt. Vooral het ontlasten van mantelzorgers werd breed gesteund. Veel mensen kozen voor tijdelijke vervangingszorg, ook wel respijtzorg genoemd, zodat mantelzorgers af en toe kunnen worden ontzien. Daarnaast bleek er waardering voor extra ondersteuning aan huis, bijvoorbeeld via technologie of aanvullende thuiszorg. “Mantelzorg wordt als belangrijk gezien,” zegt Boxebeld, “maar mensen herkennen ook dat het niet oneindig vol te houden is.”
Een herintroductie van verzorgingshuizen kreeg eveneens steun, maar werd niet als enige oplossing gezien. Deelnemers willen keuzevrijheid: zowel professionele zorg als ondersteuning thuis. Jongere deelnemers bleken bereid te investeren in ouderenzorg, bijvoorbeeld als het aankomt op innovaties. Oudere deelnemers hadden meer begrip hadden voor maatregelen die solidariteit vragen van jongere generaties, denk aan de invoering van een maatschappelijke dienstplicht.
Waarom burgerbetrokkenheid werkt
Volgens Boxebeld laat het onderzoek zien hoe waardevol het is om burgers te betrekken bij dit soort maatschappelijke vraagstukken. Wanneer mensen de dilemma’s zelf ervaren, groeit hun begrip voor de beperkingen waar beleidsmakers mee te maken hebben. “Het helpt om beleid niet alleen uit te leggen, maar samen te verkennen,” zegt hij. “Burgers krijgen inzicht in de afwegingen achter keuzes, en beleidsmakers zien wat er leeft in de samenleving. Zo ontstaat er ruimte voor wederzijds begrip.”
Hoe huidkanker terug te dringen?
In een ander onderzoek keek de onderzoeker hoe burgers denken over preventie, in dit geval bij huidkanker. Iets waar een op de vijf mensen mee te maken krijgt. Deelnemers uit Nederland, Oostenrijk en Spanje mochten verschillende beleidsmaatregelen afwegen: gratis zonnebrandcrème op risicoplekken, prijsverlaging op zonnebrand of een verbod op zonnebanken. De uitkomsten laten zien dat mensen over het algemeen positief staan tegenover preventie, maar niet van dwangmaatregelen houden. Campagnes en gratis zonnebrand werden gezien als nuttige en haalbare maatregelen, terwijl een verbod op zonnebanken weinig draagvlak kreeg. “Burgers willen dat de overheid faciliteert, niet verplicht,” vat Boxebeld samen.
Volgens hem illustreren deze resultaten dat draagvlak niet vanzelfsprekend is, ook niet voor beleid dat medisch gezien verstandig lijkt. “Zelfs bij iets simpels als zonnebrand zie je hoe verschillend mensen denken over verantwoordelijkheid,” zegt hij. “Dat maakt het belangrijk om zulke voorkeuren vooraf te kennen, in plaats van pas achteraf te merken dat een maatregel weerstand oproept.”
Anders dan enquêtes en inspraakavonden
Boxebelds onderzoek laat zien dat burgerbetrokkenheid in de zorg niet alleen wenselijk is, maar ook praktisch uitvoerbaar. Door burgers te laten meedenken over echte beleidsdilemma’s, wordt duidelijk waar draagvlak ligt en welke waarden mensen het zwaarst laten wegen. Dat levert volgens Boxebeld een veel breder beeld op dan wanneer je een enquête uitstuurt of een inspraakavond organiseert, waar vooral mondige burgers op afkomen.
De promovendus wil dit soort onderzoek de komende jaren uitbreiden naar andere domeinen, zoals preventie. De methode die hij gebruikte om voorkeuren van burgers te meten, kan volgens hem helpen om ook daar beter zicht te krijgen op maatschappelijke prioriteiten. “Beleid wordt sterker als het is gebaseerd op zowel wetenschappelijk bewijs als de waarden van mensen zelf,” zegt hij.
- Promovendus
- Meer informatie
Voorafgaand aan de promotie van Sander organiseren we een (Engelstalig) symposium: Methodological advances in choice experiments and choice models insights from different domains.
- Gerelateerde content

