
BE-grip ondersteunt regionale netwerken bij het samen leren omgaan met situaties van onbegrepen gedrag. De ervaringen onderstrepen hoezeer een van de uitgangspunten van het Actieprogramma Grip op Onbegrip (AGO) klopt: er zijn geen quick fixes. Welke lessen kunnen we trekken uit het werken in een weerbarstige praktijk?
Dat steeds meer betrokkenen inzien hoe complex, gelaagd en veelkleurig de maatschappelijke kwestie van onbegrepen gedrag is, dát is misschien wel de belangrijkste opbrengst van ruim twee jaar BE-grip. Na de vraag waar Joke van der Meulen en Violet Petit trots op zijn, kijken beide geïnterviewden wat aarzelend naar elkaar. Je kunt trots zijn op concrete producten als ‘kennisclips’ en een overzicht van beschikbare methodes en interventies, zegt Van der Meulen (zie de factsheet van BE-grip). Maar de vraag naar meetbare resultaten van het werk is – naar de aard van de kwestie – volgens haar niet te beantwoorden.
Meervoudigheid zien
Het aantal E33-meldingen is bijvoorbeeld eerder toegenomen dan verminderd, licht Van der Meulen toe. "Je zou kunnen denken: wat dóén die mensen van AGO en BE-grip eigenlijk? Dan zeg ik: zie hier de échte wereld: er zitten gaten in het systeem en het leven wordt voor mensen steeds ingewikkelder." Het alsmaar breder landende inzicht van de complexiteit is volgens beide gesprekspartners wel iets om trots op te zijn. Petit: "Er is een duidelijke wil om samen te werken, maar intussen is er ook sprake van schurende mechanismen en structuren. Netwerkpartners zien steeds vaker meervoudigheid in plaats van eenduidigheid, dus erkennen die complexiteit. En ze durven vast te stellen dat we het met z’n allen niet altijd weten. Er ontstaat steeds meer een gemeenschappelijke taal om hierover met elkaar te praten."
Buiten het systeem
Bij de start van BE-grip zijn zeven uitdagingen voor regionetwerken geïdentificeerd, van ‘gedeeld leiderschap’ en ‘aansluiten bij de leefwereld’ tot bijvoorbeeld ‘communiceren in een complexe omgeving’. Van der Meulen: ‘Deze uitdagingen zijn bottom-up geformuleerd. We willen in de duiding van wat er aan de hand is wegblijven van stereotypen. Daarom bijvoorbeeld ook een formulering als ‘omgaan met mensen buiten het systeem’. Op zich is dat goed – je moet niemand willen vastpinnen – maar soms denk ik: durven we het beestje nog wel bij de naam te noemen? Neem de uitdrukking ‘mensen die geen zorgvraag hebben’. Dat zijn wij zelf toch net zo goed? Ga jij meteen naar de dokter? Of neem ‘zorgmijders’. Mijn eigen ouders waren dat hun laatste jaren welbeschouwd óók. Hoeveel ouderen zeggen immers niet: aan mijn lijf geen polonaise!’
Mechanismen herkennen
Kortom, aldus Van der Meulen, wat betekent dat eigenlijk: ‘buiten het systeem’? Petit is het ermee eens, maar wijst ook op de winst van vragen die woorden kennelijk oproepen: het helpt om een breder mechanisme te herkennen. ‘Het buiten het systeem vallen merken we ook in de netwerken: bepaalde actoren worden niet uitgenodigd mee te doen of sommige goede initiatieven weten tóch geen plaats te verwerven. En ook projectleiders of beleidsmakers kunnen soms, net als een cliënt, hun ‘hulpvraag’ niet formuleren. Dat laat weer zien hoe ingewikkeld het is.’ Bovendien, vervolgt Petit, er spéélt gewoon veel, ook politiek. "Je kunt regionaal best iets bereiken. Maar als het landelijk beleid is om mensen die op drift zijn en hierheen komen niet meer op te vangen, ontstaan vanzelf weer nieuwe problemen."
Inspelen op behoeften
Hoe staat het intussen met het reflexieve, lerende systeem waar AGO naar streeft? BE-grip maakt in haar begeleiding gebruik van ‘actiegerichte monitoring’ waarbij inzichten uit de monitoring direct worden meegenomen in de begeleidingsactiviteiten voor projecten. Petit: "We merken dat casus- of procesregisseurs soms worstelen met hun rol binnen een netwerk. Ze voelen zich eenzaam of hun mandaat is onduidelijk. Vanuit die concrete ervaring kunnen we de begeleiding meteen aanpassen, in dit geval door supervisie en intervisie te bieden. Het is een flexibele methodiek die je welbeschouwd ook met een cliënt zou willen inzetten. Het gaat erom dat je gaandeweg steeds andere behoeften ontdekt, waarop je dan weer moet inspelen. Met actiegerichte monitoring doen wij dat in onze begeleiding."
"Onbegrepen gedrag is een uiting van wat er maatschappelijk speelt. We zitten steeds te kijken naar de mensen die het gedrag vertonen, maar vergeten vaak het systeem waarin dit gedrag is ontstaan."
Violet Petit-Steeghs
Onderzoeker bij de Erasmus School of Health Policy & Management
Tijd voor reflectie
Een ander hulpmiddel is de EffectenArena, een instrument van het Verwey-Jonker Instituut om de effecten van een aanpak of interventie kwalitatief te analyseren. Van der Meulen: ‘Het helpt als je niet te strak vasthoudt aan bepaalde stappen, maar ruimte geeft aan de verdiepende dialoog. Het is cruciaal om reflectiemomenten in te bouwen in alles wat je doet. Dus af en toe met elkaar stilstaan bij de vraag: doen we het goede, snappen we allemaal onze eigen rol, en past die nog wel? Als je dat niet regelmatig expliciet maakt, ontstaat er ruis die het proces als het ware vertroebelt. Tijd nemen voor reflectie is dé manier om voortschrijdend inzicht echt een plek te geven in wat je met elkaar doet.’
Organisatielogica
Lukt dat ook in een bestuurlijke context waarin – bijvoorbeeld – een wethouder na een vergadering wordt aangeklampt vanwege een incident waar ze meteen iets mee moet? Dan dringt de logica van organisaties en structuren – met efficiency en effectiviteit als sleutelbegrippen – zich al snel weer op. Het wordt dan lastig om toch vooral ook de verhalen achter de cijfers te blijven zien, terwijl juist die verhalen vertellen dat het realiseren van positieve impact een lange inzet vereist. Petit en Van der Meulen kennen bestuurders die bewust vóór werktijd koffiedrinken met burgers of andere betrokkenen om steeds de verhalen te blijven horen.
"Die E33-meldingen gaan niet over personen, maar over situaties. AGO biedt mogelijkheden dingen uit te proberen om iets in die situaties te doen. We kunnen kennis en ervaring opdoen en samenwerken aan een beweging waarin meer ruimte is voor"
Joke van der Meulen
Familie-ervaringsdeskundig adviseur bij Movisie
Structuren veranderen
Beide geïnterviewden komen met een duidelijk pleidooi voor een structurele aanpak. Petit: "Onbegrepen gedrag is een uiting van wat er maatschappelijk speelt. We zitten steeds te kijken naar de mensen die het gedrag vertonen, maar vergeten vaak het systeem waarin dit gedrag is ontstaan." Van der Meulen: "Ik zeg altijd: die E33-meldingen gaan niet over personen, maar over situaties. AGO biedt mogelijkheden dingen uit te proberen om iets in die situaties te doen. We kunnen kennis en ervaring opdoen en samenwerken aan een beweging waarin meer ruimte is voor reflectie. Laten we de inzichten die dat oplevert vervolgens vertalen naar een toekomstbestendige inzet die ook echt het systeem weet te veranderen."
Dit artikel is geschreven door Marc van Bijsterveldt voor ZonMW.nl