Nieuw WPR-rapport: Evaluatie Risicoverevening 2024 & 2025

In het kader van het WPR heeft ESHPM een evaluatie uitgevoerd van de risicoverevening 2024 & 2025. Benieuwd naar de uitkomsten? Klik snel door! 

Eén van de doelen van het Wetenschappelijk Platform Risicoverevening (WPR) is om jaarlijks te evalueren hoe goed het Nederlandse risicovereveningssysteem werkt. De focus ligt daarbij op beoordelingsmaatstaven die niet (standaard) meelopen in andere onderzoeken zoals de projecten van de Werkgroep Ontwikkeling Risicoverevening (WOR). Het jaarlijkse karakter van deze evaluatie zorgt ervoor dat we steeds over een actuele nulmeting beschikken voor onderzoek naar modelverbeteringen. Daarnaast biedt de evaluatie inzicht in hoe de risicoverevening zich ontwikkelt en waar ruimte bestaat voor verdere verbetering. 

Afgelopen winter heeft Erasmus School of Health Policy & Management (ESHPM) een evaluatie uitgevoerd van de vereveningssystemen van 2024 en 2025. Daarbij is gekeken naar twee typen maatstaven: verevenende werking en power. Met verevenende werking wordt bedoeld: de mate waarin het vereveningssysteem verzekeraars compenseert voor de voorspelbaar hoge/lage zorgkosten van subgroepen met een specifiek risicoprofiel. Een goede verevenende werking is belangrijk voor het bereiken van een gelijk speelveld en het tegengaan van risicoselectie. In het onderzoek is gekeken naar subgroepen op basis van diagnose-informatie (afkomstig uit huisartsenregistraties), zelf-gerapporteerde gezondheid (afkomstig uit gezondheidsenquêtes), overstapgedrag van verzekerden (afgeleid uit data van verzekeraars) en demografische en sociaaleconomische informatie (op basis van risicovereveningscriteria). Met power wordt bedoeld: de mate waarin een kostenbesparing gerealiseerd door een individuele verzekeraar ten bate komt van die verzekeraar. Voldoende power is een noodzakelijke voorwaarde voor financiële prikkels voor kostenbeheersing. 

De uitkomsten ten aanzien van ‘verevenende werking’ laten zien dat de vereveningssystemen van 2024 en 2025 grotendeels compenseren voor de voorspelbaar hoge/lage zorgkosten van subgroepen met een specifiek risicoprofiel. Voor subgroepen op basis van wel/geen chronische aandoening in t-1 compenseren de vereveningssystemen zelfs volledig voor de voorspelbaar hoge/lage zorgkosten, mede dankzij constrained regression. Voor een aantal subgroepen met specifieke chronische aandoeningen is nog sprake van een forse onder- of overcompensatie. Datzelfde geldt voor subgroepen op basis van niet-chronische klachten/aandoeningen, subgroepen op basis van zelf-gerapporteerde gezondheid, subgroepen op basis van overstapgedrag en subgroepen op basis van demografische en sociaaleconomische informatie. 

De uitkomsten ten aanzien van ‘power’ laten zien dat kostenbesparingen gerealiseerd door een individuele verzekeraar niet volledig ten bate komen van die verzekeraar. Uit het rapport blijkt bijvoorbeeld dat als een verzekeraar structureel 10% lagere prijzen weet uit te onderhandelen hij na toepassing van het vereveningssysteem van 2025 gemiddeld 74% overhoudt van de kostenbesparing die daarmee wordt gerealiseerd. De overige 26% vloeit weg via een daling van de vereveningsbijdrage (vanwege de verschuiving van verzekerden naar lagere klassen van de kosten-gerelateerde vereveningscriteria). Wanneer een verzekeraar erin slaagt om voor een willekeurige verzekerde het zorggebruik algeheel te voorkomen (bijvoorbeeld via een effectief preventieprogramma) dan houdt hij na toepassing van het vereveningssysteem van 2025 gemiddeld 27% over van de kostenbesparing die daarmee wordt gerealiseerd. De overige 73% vloeit weg via een daling van de vereveningsbijdrage (die tot stand komt doordat de betreffende verzekerde dan in de afslagklassen van gebruik-gerelateerde vereveningscriteria terechtkomt). ‘Power’ varieert tussen typen besparingsactiviteiten, zorgvormen en subgroepen. Voor een totaaloordeel over de impact van het vereveningssysteem op de financiële prikkels voor verzekeraars dienen power en verevenende werking in samenhang te worden bezien.

Het volledige onderzoeksrapport vind je hier. Een aantal opvallende uitkomsten is gepresenteerd en besproken in het WPR-symposium op 28 maart. Tijdens het symposium zijn zo’n 50 vereveningsexperts uit onderzoek, beleid en praktijk met elkaar in discussie gegaan over het onderzoeksrapport. Een samenvatting van het symposium vind je hier.

Vergelijk @count opleiding

  • @title

    • Tijdsduur: @duration
Vergelijk opleidingen