Bij ongevallen is de veroorzaker “in zekere zin ook een slachtoffer van de situatie”

Femke Ruitenbeek-Bart

Wanneer iemand in het verkeer of bij een medische ingreep letsel oploopt, ligt de focus – begrijpelijkerwijs – op het slachtoffer. Is er blijvend letsel? Kan iemand verder in het dagelijks leven? Zelden echter wordt gekeken naar hoe het gaat met de veroorzaker van het letsel na een ongeluk of een medische fout. Femke Ruitenbeek-Bart, promovenda en universitair docent Privaatrecht aan Erasmus School of Law, onderzocht daarom letselschadezaken en de nasleep hiervan juist vanuit het perspectief van de persoon die, als veroorzaker van het letsel, tot schadevergoeding wordt aangesproken. Het onderzoek is specifiek gericht op letsel bij verkeersongelukken en in de zorg.

“Zorgverleners willen mensen beter maken, verkeersdeelnemers willen van A naar B. Maar soms gaat dat fout, met letsel tot gevolg”, schrijft Ruitenbeek-Bart in haar Proefschriftmagazine IN PRESS- en de veroorzaker dan?, dat een samenvatting van het onderzoek bevat. “Van het een op het andere moment raakt degene die het letsel veroorzaakt verwikkeld in een juridische strijd. Dat is behoorlijk zwaar, zeker omdat het nooit de bedoeling was een ander letsel toe te brengen”. De meeste veroorzakers willen heel graag iets doen voor het slachtoffer, maar het slachtoffer staat daar niet altijd voor open. Een ongeval met letsel is zeer heftig voor slachtoffers, “maar laten we niet vergeten dat veel veroorzakers ook last hebben van wat er is gebeurd en in zekere zin ook slachtoffer zijn van de situatie”, vervolgt Ruitenbeek-Bart.

Ruitenbeek-Bart deed op meerdere manieren onderzoek naar de betrokkenheid en ervaringen van personen die als veroorzaker worden aangesproken in letselschadezaken. Zo verrichte ze juridisch onderzoek en literatuuronderzoek. Maar de kern van het onderzoek lag in de interviews die zij afnam met zorgverleners en verkeersdeelnemers die betrokken waren bij een ongeval en met letselschadeprofessionals. Aan de hand van de bevindingen reflecteerde ze vervolgens op wat letselschadejuristen kunnen leren van de ervaringen van veroorzakers. Daarbij maakt zij gebruik van psychologische, rechtstheoretische en (rechts)filosofische inzichten.

Schuldgevoel, maar ook gekwetst

De interviewstudie laat onder meer een verschil zien tussen zorgverleners en verkeersdeelnemers als het gaat om de mate van betrokkenheid bij de afhandeling van een letselschadevoorval, vertelt Ruitenbeek-Bart: “Dat komt doordat een verzekeringsmaatschappij de afhandeling van een verkeersongeval met letsel doorgaans volledig op zich neemt. Meestal kan de zaak namelijk beoordeeld worden op basis van de ongevalspapieren en is er geen reden voor contact met de veroorzaker. Bij de afwikkeling van medische fouten wordt een zorgverlener wel actief betrokken. Een zorgverlener is namelijk verplicht om openheid van zaken te geven aan patiënten. Daarnaast heeft een ziekenhuisjurist inhoudelijke kennis van de zorgverlener nodig om de zaak te kunnen beoordelen”.

De opgetekende ervaringen van veroorzakers laten verder zien dat zij in een complexe en soms emotioneel heftige situatie terecht kunnen komen, concludeert Ruitenbeek-Bart: “Als een patiënt niet beter, maar juist slechter uit een behandeling komt, raakt dat zorgverleners enorm. Helemaal als blijkt dat je als zorgverlener iets niet goed hebt gedaan. Tegelijkertijd hebben zorgverleners te maken met zeer mondige patiënten die behoorlijk boos kunnen worden. Zorgverleners voelen zich schuldig over wat de patiënt is overkomen, maar soms ook gekwetst door hoe patiënten met hen omgaan en tegelijkertijd moeten ze professioneel blijven. Iemand die in het verkeer letsel veroorzaakt, wordt daarentegen veel minder persoonlijk ter verantwoording geroepen omdat de afhandeling via de verzekeraar loopt. Dat klinkt comfortabel, maar dat kan juist als zwaar worden ervaren. Want waar kan de letselveroorzaker dan terecht met de behoefte om excuses te maken of met gevoelens van schuld en schaamte?”

Daarom pleit de promovenda voor meer aandacht naar de persoonlijke belangen van veroorzakers. Hier ligt volgens haar ook een verantwoordelijkheid bij verzekeraars en andere professionals die betrokken zijn bij de afwikkeling van de letselschadezaken: “Het is nu tijd om ook het perspectief van veroorzakers te belichten. In het beste geval worden daarmee niet alleen de behoeften van de veroorzakers ingelost, maar ook die van de slachtoffers”.

Promotie

Op 26 mei 2023 verdedigt Femke Ruitenbeek-Bart haar proefschrift 'En de veroorzaker dan? Een empririsch-juridisch onderzoek naar de plaats van de veroorzaker in de civiele letselschadepraktijk'. Ze verrichte haar promotieonderzoek onder begeleiding van promotors Siewert Lindenbergh, hoogleraar Privaatrecht aan Erasmus School of Law, en Harriët Schelhaas, decaan en hoogleraar Privaatrecht aan Erasmus School of Law.

Meer informatie

Het is mogelijk de promotieplechtigheid hier terug te kijken.

Het Proefschriftmagazine is opgesteld door en in samenwerking met Liza Cornet van Studio Wetenschap (www.studiowetenschap.nl).

Luister een fragment van dr Kelder en Co (NPO Radio 1) met Femke Ruitenbeek-Bart over dit onderwerp hier

Lees hier het artikel dat NRC schreef over het proefschrift van Femke Ruitenbeek-Bart.

Ook RijnmondNPO1 programma Villa VdB en Mr. Online gingen met Femke Ruitenbeek-Bart in gesprek over haar proefschrift. 

Vergelijk @count opleiding

  • @title

    • Tijdsduur: @duration
Vergelijk opleidingen