Onlangs heeft mr. Anne Janssen, promovenda belastingrecht bij Erasmus School of Law, een opiniërende blog geschreven over Covid-19 en online activiteiten. Anne is betrokken bij het onderwijs van de master indirecte belastingen van Erasmus School of Law. Haar blog is hieronder te lezen:
De digitalisering neemt in een razend tempo toe. De coronacrisis heeft deze ontwikkeling in een stroomversnelling gebracht. Onwennigheid bij een online cursus is verleden tijd en het volgen van een online sportles, het online bekijken van een bioscoopfilm of een theatervoorstelling online bijwonen wordt steeds meer ‘normaal’. Of dit een welkome ontwikkeling is, is een volgende vraag. Zolang de coronamaatregelen gelden en activiteiten niet op locatie kunnen doorgaan, zullen deze online moeten worden geven. Toch zijn de btw-gevolgen niet mals.
Bij een cursus biedt men voortaan onderwijs op afstand aan. Bij een geringe mate van menselijk ingrijpen kan sprake zijn van een digitale dienst. Wanneer vervolgens de afnemers woonachtig zijn in het buitenland, kan btw voortaan verschuldigd zijn in een ander land met mogelijke btw-registratie voor de presterende ondernemer in dat land tot gevolg. Als digitale diensten worden aangeboden aan buitenlanders binnen de EU kan wel van de One-Stop-Shop-regeling gebruik worden gemaakt (hierbij doet de ondernemer kortgezegd in eigen land aangifte van in de EU verschuldigde btw). Bij het online bekijken van een bioscoopfilm of een theatervoorstelling en bij het volgen van een online sportles kan mogelijk ook een ander btw-tarief van toepassing zijn. Voor het verlenen van toegang tot bioscopen of theaters en voor het gelegenheid geven tot sportbeoefening geldt het verlaagde btw-tarief van 9%. Wanneer dit echter online gebeurt, geldt het normale tarief van 21%.
Vooralsnog heeft de Staatssecretaris alleen iets geregeld voor sportscholen. Sportscholen mogen het verlaagde btw-tarief blijven toepassen bij het aanbieden van online lessen in plaats van lessen in de sportschool. Deze goedkeuring geldt totdat de verplichte sluiting wordt opgeheven. Toch duurt de coronacrisis nu al langer dan verwacht en is het niet uit te sluiten dat de gedachte ‘zo veel mogelijk thuis(werken)’ en de anderhalve-meter-maatschappij voorlopig nog blijven. Het online aanbieden van activiteiten is dan een uitkomst, maar dan moet dit wel ook fiscaal gefaciliteerd worden