Eindarrest Hamamatsu eindelijk gewezen. Nu is de Europese Commissie aan zet!

Martijn Schippers, universitair docent Douanerecht aan Erasmus School of Law

“De douanewaarde is de maatstaf van heffing van het invoerrecht. Het is met andere woorden de waarde waarover wordt geheven als goederen in het vrije verkeer worden gebracht in de Europese Unie. Bij voorkeur wordt de douanewaarde vastgesteld aan de hand van ‘wat de gek er voor geeft’. Er zijn echter wel wat mitsen en maren. Zo mag wanneer partijen met elkaar verbonden zijn, de prijs die onderling wordt afgesproken niet zijn beïnvloed. Verbondenheid doet zich bijvoorbeeld voor als twee entiteiten die deel uitmaken van dezelfde multinational onderling goederen verkopen. Er moet dan een zakelijke prijs worden afgesproken om te voorkomen dat over een te laag bedrag invoerrechten wordt berekend. 

Hoe een zakelijke prijs wordt aangetoond? Meestal met verrekenprijsdocumentatie. Daarin is voor de winstbelasting vastgelegd hoe tot een zakelijke prijs wordt gekomen. Hoewel dit in de handel common practice is, is hier wettelijk niets over bepaald. Al helemaal niet over de vraag of verrekenprijsaanpassingen, die de zakelijkheid van de prijs moeten waarborgen, in aanmerking moeten worden genomen voor het definitief bepalen van de douanewaarde. Wel heeft het Hof van Justitie zich hierover uitgelaten in het 'beruchte' Hamamatsu-arrest uit december 2017. Het arrest heeft academici en de praktijk echter verbaasd achtergelaten, omdat de conclusie van het Hof verre van helder was en slechts summier onderbouwd.

Nadien heeft de Duitse rechter, het Finanzgericht Munchen, uitspraak gedaan in 2018, waarna de hoogste rechter in Duitsland, het Bundesfinanzhof, begin deze maand zijn oordeel heeft gepubliceerd. Volgens de hoogste Duitse rechter heeft Hamamatsu geen recht op teruggaaf van invoerrechten als gevolg van een neerwaartse retroactieve verrekenprijsaanpassing. Onduidelijk blijft of een opwaartse retroactieve verrekenprijsaanpassing ook buiten beschouwing kan blijven wat eventueel 'voordelig' is voor importeurs en 'nadelig' voor douaneautoriteiten. Ook blijft het de vraag of importeurs überhaupt hun douanewaardes nog kunnen baseren op verrekenprijzen.

De arresten van zowel het Hof van Justitie als het Bundesfinanzhof lijken in ieder geval tegen een internationale trend in te gaan waarin door onder andere de Werelddouaneorganisatie en de Internationale Kamer van Koophandel een nauwere samenloop tussen douanewaardes en verrekenprijzen wordt gepromoot. Dat is kwalijk nu 60% van de handel plaatsvindt tussen verbonden partijen. Dit is dus een veel voorkomende kwestie. Het zou dan ook goed zijn in mijn ogen als de Europese Commissie nadere wetgeving of guidance op dit vlak vaststelt!”

Universitair Docent
Martijn Schippers, universitair docent Fiscaal Recht

Vergelijk @count opleiding

  • @title

    • Tijdsduur: @duration
Vergelijk opleidingen