Met een achtergrond in het mensenrechtenveld én ervaring als docent en onderzoeker, is Isabella’s werk een treffend voorbeeld van wat we in deze serie Where Law Meets (Your) Business willen laten zien: hoe collega’s binnen Erasmus School of Law hun eigen ‘business’ vormgeven; letterlijk, maatschappelijk of ondersteunend. Isabella’s ‘business’ draait om de vraag: voor wie geldt gerechtigheid, en wie blijft buiten beeld?
Wie bestudeert het onrecht, wanneer dat plaatsvindt in oorlogsgebieden, en wordt vastgelegd via TikTok en Instagram? En welke beelden gelden als bewijs? Die vragen vormen het hart van het promotieonderzoek van criminoloog Isabella Regan, verbonden aan de sectie Criminologie van Erasmus School of Law. In een tijd waarin online burgeronderzoek, AI en deepfakes het juridisch speelveld drastisch veranderen, kijkt zij naar de verschuivende machtsverhoudingen tussen publieke en private actoren in de opsporing van internationale misdrijven.
Van onrecht naar onderzoek
De fascinatie voor gerechtigheid begon vroeg. “Laatst vond ik bij mijn moeder een oud werkstuk terug over slavernij,” vertelt Isabella. “Geschreven op de middelbare school Best heftig onderwerp, maar blijkbaar zat dat gevoel voor gerechtigheid er al jong in.” Na haar studie criminologie in Amsterdam, waar ze zich specialiseerde in internationale misdrijven, werkte ze voor Amnesty International. Vooral in Afrika en het Midden-Oosten ondersteunde ze vanuit Nederland lokale ngo’s bij het opzetten van eigen onderzoeks- en rapportagevaardigheden. “Het was indrukwekkend werk,” vertelt ze. “Maar ook confronterend. Je ziet de urgentie van bewijs, maar ook hoe lastig het is om gehoord te worden. Niet iedereen krijgt toegang tot formele rechtssystemen, laat staan tot de tafel waar beslissingen worden genomen.” Juist die vragen over legitimiteit, toegang en macht trokken haar terug naar de wetenschap. “Ik wilde beter begrijpen wie er wél gezien wordt als betrouwbare bron, en wie structureel buiten beeld valt.”
De casus die bleef hangen
In 2018 stuitte Isabella op een nieuwsbericht over internationale onderzoekers die aan de hand van een video een moord op vrouwen en kinderen wist terug te leiden naar het leger van Kameroen. Zo kwam, met publiek beschikbare beelden, de waarheid boven tafel. “Die soldaten zijn later daadwerkelijk veroordeeld. Het waren geen politie of aanklagers die het onderzoek deden, maar burgers, journalisten en activisten. Dat liet me niet meer los.”
Sinds die tijd heeft het veld zich flink ontwikkeld. Tijdens conflicten, zoals in Syrië en Oekraïne, overspoelen digitale beelden het internet: video’s, satellietbeelden, social media-posts. Alles wordt vandaag de dag vastgelegd, alles beschikbaar, en tegelijk soms ongrijpbaar voor de mensen die ermee gerechtigheid willen zoeken. Want, “Welke beelden zijn te vertrouwen? Wie wordt geloofd? En wie bepaalt wat uiteindelijk als bewijs telt?”.
Beelden die kunnen onthullen of misleiden
Wat Isabella onderzoekt, speelt zich af op het snijvlak van techniek, strafrecht en mensenrechten. “Publieke partijen, zoals politie of internationale tribunalen, hebben vaak makkelijker toegang tot informatie van sociale media platforms. Maar ngo’s zitten vaak dichter op de realiteit. Traditionele verhoudingen tussen deze partijen kunnen voor een ongelijk speelveld zorgen.”
Tegelijkertijd verandert het veld razendsnel. ngo’s professionaliseren in hoog tempo: ze werken met protocollen, investeren in technologie en bouwen hun eigen archieven op. “Ze moeten steeds sneller handelen om bewijs veilig te stellen, voordat platforms het verwijderen. Maar die snelheid vraagt ook om structuur en coördinatie. En dat maakt het complexer.” Die ontwikkeling stelt nieuwe eisen aan hun legitimiteit, en roept vragen op over onafhankelijkheid en toegang. Zeker nu deepfakes en AI de betrouwbaarheid van beeldmateriaal onder druk zetten. “Zonder duidelijke afspraken over verificatie en samenwerking, kan hetzelfde beeld zowel onthullen als misleiden.
Tussen universiteit en praktijk
Voor Isabella is de universiteit meer dan een plek voor analyse alleen. In eerdere projecten deed ze verkennend onderzoek naar digitale burgeropsporing in Nederland, waarin ze de relatie tussen burgers en politie onderzocht. “Dat was een mooie opstap. Het liet zien dat veel van de vraagstukken die ik nu internationaal onderzoek, ook lokaal al zichtbaar zijn.”
Tegelijk wil ze blijven meebewegen met de praktijk. “Er ontstaan steeds meer hybride samenwerkingen tussen universiteiten en ngo’s. Die brugfunctie, tussen theorie en veldwerk, tussen kritisch kijken en praktisch ondersteunen, past mij goed.”
Wat betekent Law Meets Business voor jou?
“Toen ik de term voor het eerst hoorde, dacht ik in relatie met mijn eigen werk meteen aan techbedrijven,” vertelt Isabella. “Maar al snel bedacht ik me dat ook burgeronderzoekers, activisten en ngo’s steeds meer als ‘business’ gaan functioneren. Niet commercieel, maar wél professioneel.”
Ze hebben financiering nodig, werken met gestandaardiseerde methodes en zoeken aansluiting bij formele juridische systemen. “Dat maakt hun werk groter en effectiever, maar het brengt ook verplichtingen met zich mee, en afhankelijkheden. Precies in die spanningsvelden; tussen macht, legitimiteit en samenwerking, speelt mijn onderzoek zich af.”
Tot slot
Isabella hoopt haar proefschrift in de loop van 2026 te verdedigen. “Ik heb voor mezelf een duidelijke knip gezet: mijn casus stopt op het moment dat Trump zijn tweede termijn begon. De wereld is daarna zó veranderd dat dat eigenlijk een nieuw onderzoek verdient.”
Wat daarna komt, is nog open, maar de richting is duidelijk. “Mijn onderzoek gaat niet alleen over systemen, maar over mensen. Hoe ze samenwerken, waar het schuurt, en wat dat betekent voor gerechtigheid. Daar wil ik me op blijven richten, of dat nu binnen of buiten de universiteit is.”
- Gerelateerde content