Niemand wil zich voorstellen dat oorlog, maatschappelijke ontwrichting of een cyberaanval Nederland treft. Toch bestaat er wetgeving die regelt wat er in dit soort situaties moet gebeuren. Maar wat wordt er van zorgverleners verwacht wanneer de samenleving op zijn kop staat? En wie kent die regels eigenlijk? Martin Buijsen, hoogleraar Gezondheidsrecht aan Erasmus School of Law, dook op verzoek van Medisch Contact in de wetboeken en stuitte op een onbekende maar belangrijke wet.
Verantwoorde zorg in tijden van crisis
Ook in tijden van crisis wordt van artsen verwacht dat zij handelen volgens hun artseneed en de beroepsnormen die hun vakgebied zelf heeft vastgesteld. Die professionele standaarden gelden overigens niet alleen voor artsen, maar ook voor andere zorgverleners zoals tandartsen en verpleegkundigen. Deze beroepsgroepen hebben weer eigen beroepsnormen. “In de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg – kortweg de Wet BIG – staat onder meer dat artsen en andere BIG-registreerde zorgverleners onder alle omstandigheden verantwoorde zorg moeten leveren,” legt Buijsen uit. “Dus ook wanneer er een oorlog uitbreekt of de samenleving ontwricht raakt.” Dat uitgangspunt wordt ook verondersteld in de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (Wgbo), al zal in zulke situaties meestal geen sprake zijn van een formele behandelingsovereenkomst. Echter, volgens Buijsen maakt het in bepaalde scenario’s, zoals oorlog, niet uit dat er juridisch gezien geen behandelrelatie tussen zorgverlener en patiënt wordt vastgelegd. Hij vertelt dat het er uiteindelijk om draait dat wie zorg nodig heeft, die zorg ook krijgt.
Bijzondere tijden, bijzondere wetten
Indien sprake is van buitengewone omstandigheden in Nederland, kan de regering een noodtoestand afkondigen. Aan de hand van de Coördinatiewet uitzonderingstoestanden (Cwu) is het in situaties zoals oorlog, maatschappelijke ontwrichting en rampen mogelijk om noodwetten in werking te stellen. “De regering moet de uitzonderingstoestand afkondigen en de Staten-Generaal moet over de voortduring daarvan beslissen. Met deze wetten wordt geregeld wat in zo’n situatie de taken en bevoegdheden zijn van de regering, provincies en gemeenten, welke grondrechten worden ingeperkt, et cetera,” zegt Buijsen. Op basis van de Cwu kunnen beperkte noodtoestanden en algehele noodtoestanden worden uitgeroepen. Na het in werking treden van de Cwu kunnen andere noodwetten van kracht worden.
De onbekende Noodwet Geneeskundigen
In zijn zoektocht naar antwoorden voor Medisch Contact kwam Buijsen een verrassend onbekende wet tegen. Hij vertelt: “Wat ik nog niet wist is dat met het uitroepen van de noodtoestand in buitengewone omstandigheden ook de Noodwet Geneeskundigen in werking kan treden. Volgens mij hebben maar weinig gezondheidsrechtsjuristen ooit van deze wet gehoord. En ik vraag me af in hoeverre artsen hier zelf mee bekend zijn. Het is een oude wet uit 1971 die in 2021 nog is aangepast. De noodwet maakt het mogelijk om geneeskundigen als het ware te ‘mobiliseren’.” Maar de noodwet is breder toepasbaar dan alleen op artsen. Ook andere zorgverleners – van apothekers tot verloskundigen – kunnen worden opgeroepen. En daar blijft het niet bij. Zelfs studenten en gepensioneerden zonder actieve BIG-registratie kunnen in noodsituaties worden verplicht tot het verlenen van zorg.
Zorgverleners oproepen
Onder de Noodwet Geneeskundigen kunnen zorgverleners de opdracht krijgen om in crisissituaties door te blijven werken en hun praktijk open te houden. Daarnaast is het ook mogelijk dat het zorgverleners verboden wordt het land te verlaten. “Maar ook kun je een aanwijzing krijgen dat je je als arts moet gaan inzetten buiten je eigen werkplek – in een getroffen gebied bijvoorbeeld. Je kunt dan óók worden verplicht om zorg te verlenen die normaal niet tot je taakomschrijving behoort,” stelt Buijsen. Als voorbeeld haalt hij een psychiater aan die oorlogsverwondingen moet behandelen. Buijsen vervolgt: “In de wet wordt er niet gedetailleerd op ingegaan, maar de mogelijkheden om artsen – wanneer de uitzonderingstoestand is uitgeroepen en bepaald is welke onderdelen van de noodwet van toepassing zijn – verregaande verplichtingen op te leggen zijn wél groot.”
Wat als een zorgverlener ‘nee’ zegt?
Het weigeren van zulke verplichtingen is niet zonder consequenties. De wet voorziet in strafbepalingen: afhankelijk van de ernst van de overtreding kan er sprake zijn van een boete of hechtenis. Buijsen legt uit: “Er zit een opbouw in de hoogte of duur daarvan. Er kan een gevangenisstraf van een maand, drie maanden of een jaar worden opgelegd.” Daarnaast blijft ook het tuchtrecht van kracht. Volgens Buijsen zou de tweede tuchtnorm zeker van toepassing kunnen zijn. Deze norm gaat over het handelen in strijd met wat een behoorlijk beroepsbeoefenaar betaamt. Het schenden van de tuchtnorm kan leiden tot een waarschuwing, berisping, geldboete, schorsing of zelfs het verlies van het recht om het beroep uit te oefenen. Zo kan een zorgverlener die weigert zorg te verlenen, niet alleen strafrechtelijke gevolgen ondervinden, maar ook zijn carrière op het spel zetten.
De wet biedt bescherming en regelt wat er van zorgverleners verwacht mag worden in tijden van crisis, maar laten we hopen dat we nooit echt een beroep hoeven te doen op noodwetgeving.
- Professor
- Meer informatie
Benieuwd naar het artikel van Medisch Contact? Lees het hier.