Wat is jouw e-commerce pakketje waard?

Martijn Schippers, universitair docent Douanerecht aan Erasmus School of Law

Met een paar klikken heb je vanaf de bank nieuwe kleding gekocht of een gadget die je echt niet aan je voorbij kon laten gaan, maar die na het eerste gebruik in een kast verdwijnt om daar pas uit te komen bij een verhuizing. Vaak komt het aangekochte product van buiten de Europese Unie. Dat betekent dat het goed moet worden ingevoerd en er invoerrechten moeten worden afgedragen aan de douaneautoriteiten van de lidstaat waar het goed in het vrije verkeer wordt aangegeven.

Om de hoogte van de verschuldigde invoerrechten te berekenen, moet de waarde van het ingevoerde product worden bepaald. Daar gaat het bij e-commerce goederen echter vaak mis. Vaak is de aangegeven waarde lager dan de prijs waarvoor het product is aangeschaft. Dat heeft tot gevolg dat te weinig invoerrechten aan de grens zijn afgedragen. De Europese Unie loopt in dat geval geld mis, want invoerrechten zijn zogenoemde eigen middelen (lees: eigen inkomsten van de Europese Unie). De ‘gatekeepers’ zijn echter de nationale douaneautoriteiten. Zij moeten zorgen dat er goede controles plaatsvinden en dat goederen tegen een juiste waarde worden ingeklaard. Dit is uitdagend, zeker gelet op het toenemend aantal e-commerce zendingen. Doen zij dat echter niet goed, dan zal de Europese Commissie een nabetaling van de desbetreffende lidstaat verlangen. Vanwege onvoldoende controles op onderwaardering moet het Verenigd Koninkrijk daarom mogelijk nog 2,7 miljard euro afdragen en ook Duitsland, Nederland en Hongarije dreigen nog voor honderden miljoenen aan extra rechten te moeten betalen.

Steeds vaker wordt voor controle op onderwaardering gebruikgemaakt van databases waarin statistische waardes zijn opgenomen. Dat lijkt simpeler dan het is. De vraag is namelijk in hoeverre dergelijke databases kunnen worden ingezet. Volgens het wettelijk systeem moet er namelijk bij voorkeur worden uitgegaan van wat er daadwerkelijk is betaald. Dat roept de vraag op of een statistische waarde daarom alleen kan worden gebruikt om onderwaardering te detecteren of dat het ook als vervangende waarde bij invoer kan dienen? En welke producten zijn voldoende vergelijkbaar? En moet er worden gekeken naar een database met alle invoeren in de Europese Unie of (ook) naar nationale databases? Veel vragen dus die nog moeten worden beantwoord en waarvan een aantal voorliggen bij het Hof van Justitie. De hoogte van de eerdergenoemde na te vorderen rechten laat echter zien dat duidelijkheid rondom dit onderwerp gewenst is en dat zelfs de waarde van jouw bestelde e-commerce pakketje er toe doet.  

Universitair Docent
Meer informatie

Ben jij geïnteresseerd in de heffing van indirecte belastingen? Klik dan hier voor meer informatie.

Gerelateerde content
Martijn Schippers, universitair docent Douanerecht aan Erasmus School of Law, licht een recente uitspraak van het Hof van Justitie van de EU toe.
Martijn Schippers, universitair docent Douanerecht aan Erasmus School of Law

Vergelijk @count opleiding

  • @title

    • Tijdsduur: @duration
Vergelijk opleidingen