Onze samenleving is voortdurend in beweging, en het recht beweegt mee. Maar de uitdagingen van deze tijd, van technologie en klimaatverandering tot sociale ongelijkheid, brengen nieuwe vragen met zich mee: hoe kan het recht blijven aansluiten bij maatschappelijke ontwikkelingen? Volgens rechtsfilosoof en ethicus Margreet Luth-Morgan, universitair docent aan Erasmus School of Law, vervullen juristen naast hun rol als uitvoerders van bestaande regels steeds vaker ook een rol als medevormgevers van een samenleving in transitie.
Die veranderende rol vraagt om een bredere blik op het recht. “Grondige kennis van de letter van de wet blijft onmisbaar,” zegt Luth-Morgan. “Daarnaast is het belangrijk te begrijpen hoe het recht in de praktijk uitwerkt. Voor wie het wél werkt, en voor wie juist niet.”
Een vakgebied geworteld in het positieve recht
Binnen de rechtsgeleerdheid staat van oudsher het positieve recht centraal: het geldende recht zoals vastgelegd in wetgeving en jurisprudentie. Deze benadering, die sterk leunt op observeerbare en toetsbare feiten, heeft ook het juridisch onderwijs en de toetspraktijk gevormd. Reflectie binnen die traditie richt zich meestal op de juridische houdbaarheid van voorstellen. Bijvoorbeeld: past een nieuwe wet binnen internationale verdragen? Daarnaast zijn er vragen die juist de bredere maatschappelijke betekenis belichten, zoals of een wet bijdraagt aan rechtvaardigheid of duurzaamheid, of juist ongelijkheid versterkt. Die maatschappelijke context verdient volgens Luth-Morgan meer aandacht.
Positivisme is een filosofische stroming die ervan uitgaat dat alleen kennis gebaseerd op waarneembare, empirische feiten geldig is. Volgens deze benadering is iets pas ‘kennis’ als het objectief kan worden waargenomen of gemeten. Normatieve overtuigingen, ethiek of metafysica worden buiten beschouwing gelaten: ze zijn niet toetsbaar, dus geen geldige bron van kennis. Deze visie op kennisverwerving kreeg in de 19e eeuw brede invloed in de wetenschap, en werkte ook door in de rechtswetenschap waar ze de basis vormde voor het idee van het recht als neutraal en feitelijk systeem.
Een kritische focus
Het recht is geen gesloten systeem dat losstaat van de werkelijkheid. Het maakt deel uit van grotere structuren, economisch, ecologisch, sociaal en beïnvloedt wie gehoord wordt, wie beschermd wordt, en wie buiten beeld valt. “Denk aan internationale investeringsverdragen,” zegt ze. “Een land wil vergroenen, maar bedrijven die investeren in fossiel kunnen dat land aanklagen voor verlies. Dan staat het recht duurzaamheid in de weg. Daar móet je kritisch naar durven kijken.”
Het is slechts één voorbeeld van hoe juridische kaders, bedoeld om stabiliteit en rechtszekerheid te bieden, in de praktijk kunnen botsen met publieke waarden. Datzelfde geldt voor mensenrechten, arbeidsbescherming of belastingregels die in theorie neutraal zijn, maar in de praktijk ongelijkheid kunnen versterken. Die structurele dimensie zichtbaar maken en studenten uitnodigen om er kritisch naar te kijken, ziet Luth-Morgan als een belangrijke focus van het juridisch onderwijs, en dan vooral van de toetsing.
De rol van technologie: AI als katalysator
Als vicevoorzitter van de examencommissie werd Luth-Morgan al snel geconfronteerd met de opkomst van AI in het juridisch onderwijs. Haar conclusie was helder: handhaven op vermoedens van AI-gebruik is niet toetsbaar, niet eerlijk en zelfs discriminerend. “AI-tools herkennen zogenaamd gegenereerde tekst, maar die software is onbetrouwbaar en heeft een bias tegen studenten voor wie Nederlands niet de moedertaal is. Daar mogen we niet in meegaan.”
In plaats van detecteren, pleit ze voor vernieuwen: andere toetsvormen en andere vaardigheden. In haar artikel in Ars Aequi laat ze zien hoe podcasts, mondelinge presentaties of moot courts studenten uitnodigen tot échte reflectie en bovendien AI-proof zijn. “De uitdaging én kans ligt in toetsvormen die reflectie stimuleren én ChatGPT-fraude zinloos maken.”
Maar ook buiten het onderwijs stelt AI fundamentele vragen aan het vak: grote advocatenkantoren werken al met eigen taalmodellen die in één klik volledige pleidooien genereren. Binnenkort kunnen ook cliënten dat. “Dan moeten we opnieuw nadenken over de toegevoegde waarde van de jurist. Wat betekent vakmanschap als kennis overal toegankelijk is?”
Van weten naar begrijpen
Voor Luth-Morgan ligt de sleutel niet alleen in het vergroten van kennis, maar ook in het versterken van kritisch vermogen vanaf het allereerste studiejaar. “Studenten huren kamers, werken, maken deel uit van systemen. Als je ze daar vanaf dag één bij betrekt, gaan ze het recht anders bekijken. We zijn goed in het aanleren van het positieve recht. Maar we moeten studenten ook beter leren reflecteren op de werking van dat recht in de samenleving.”
In haar project 'Maatschappelijke impact: het klaarstomen van juristen voor hun maatschappelijke verantwoordelijkheid in een veranderlijke toekomst’,'mogelijk gemaakt door een Comeniusbeurs ontwikkelt ze een leerlijn waarin die maatschappelijke reflectie een vaste plek krijgt in bestaande vakken. De thema’s: duurzaamheid, technologie, ongelijkheid. Niet als losse modules, maar ingebed in het curriculum, samen met vakdocenten én studenten.
Meer horen over de jurist van de toekomst?
Woon op 3 oktober het evenement Rechten & AI: de jurist van de toekomst bij.
Tijdens dit debat gaan docenten en juridische professionals met elkaar in gesprek over de vaardigheden, waarden en verantwoordelijkheden die de jurist van morgen nodig heeft.

- Universitair Docent
- Gerelateerde content