Staatsrechtelijke reflecties: het F-35-arrest en de rol van de rechter

Handelingenkamer Den Haag

In de rubriek Staatsrechtelijke reflecties bespreken Nick Efthymiou, universitair docent Staatsrecht, en Wouter Scherpenisse, promovendus op het gebied van cybersecurity en rechtsstaat, beiden verbonden aan Erasmus School of Law, actuele staatsrechtelijke thema’s. In deze reflectie delen zij hun inzichten over het arrest van de Hoge Raad van 3 oktober 2025 over de uitvoer van F-35-onderdelen. De Hoge Raad vernietigde namelijk het arrest van het gerechtshof Den Haag waarin deze uitvoer werd verboden, en trok een andere conclusie.

"De scheiding tussen rechtspraak en politieke besluitvorming is een levendig staatsrechtelijk thema. Meer dan eens komt de vraag voorbij of men ‘op elkaars stoel is gaan zitten’ en voldoende terughoudendheid betracht op elkaars terrein. In het F-35 arrest buigt de Hoge Raad zich onder meer over die vraag, toegespitst op het terrein van het buitenlands beleid: was het aan het hof (en in het algemeen: aan de rechter) om een (her)beoordeling te maken over de vergunning voor de levering van F-35-onderdelen aan Israël? De Hoge Raad concludeert dat dit niet het geval was."

Enkele feiten

"Vanuit het Logistiek Centrum Woensdrecht worden F-35-onderdelen geleverd, onder meer aan Israël. Voor de levering van dergelijke militaire goederen aan het buitenland is een vergunning nodig. De betreffende vergunning ‘AV009’ is in 2016 voor onbepaalde tijd verleend. Geïntegreerde buitenlandpolitieke- of veiligheidsafwegingen kunnen de minister aanleiding geven om de wenselijkheid van voortgezet gebruik van de vergunning opnieuw te beoordelen. In verband met de aanvallen van Israël in de Gazastrook heeft de minister een herbeoordeling uitgevoerd. De conclusie van die herbeoordeling was dat genoemde afwegingen zich niet verzetten tegen voortgezet gebruik van de vergunning, waar het levering van F-35-onderdelen aan Israël betreft. Het gerechtshof Den Haag besloot op 12 februari 2024 de levering alsnog te verbieden, omdat het oordeelde dat de minister bij de herbeoordeling niet had getoetst aan het juiste criterium, zoals dat is neergelegd in artikel 2 lid 2 onder c van het EU Gemeenschappelijk standpunt. Op 3 oktober 2025 heeft de Hoge Raad het arrest van het gerechtshof vernietigd."

De rol van de rechter

"Er valt veel te zeggen over het arrest van de Hoge Raad. Er zitten interessante elementen in met betrekking tot het internationaal recht, het bestuursrecht en het staatsrecht. In lijn met de strekking van deze reflecties zullen wij ons richten op het staatsrecht. Zoals in de inleiding aangegeven kijken we specifiek naar de rol van de rechter op het terrein van politieke besluitvorming in het algemeen en het buitenlands beleid in het bijzonder."

"Als uitgangspunt geldt dat de rechter zich op het terrein van het buitenlands beleid terughoudend dient op te stellen, zoals al eerder vastgesteld door de Hoge Raad in 2001, 2002, en 2020. Besluiten op dit terrein hangen namelijk vaak in sterke mate af van politieke afwegingen en het is ‘niet aan de burgerlijke rechter om deze politieke afwegingen te maken en op verlangen van een burger de Staat (de regering) bepaalde handelingen ter uitvoering van politieke besluitvorming op het gebied van buitenlands beleid of defensie te verbieden of hem te gelasten op dit gebied een bepaalde gedragslijn te volgen’ [ECLI:NL:HR:2004:AN8071, ro. 3.4.]."

De Hoge Raad en het F-35-arrest

"Het F-35-arrest past in de reeks bovenstaande arresten van de Hoge Raad, omdat het ook hier een zaak betreft op het gebied van buitenlands beleid en (nationale en internationale) veiligheid. De Hoge Raad overweegt – in lijn met zijn eerdere jurisprudentie – als volgt: ‘Het beleid van de Staat op deze gebieden hangt in sterke mate af van politieke en andere beleidsmatige afwegingen in verband met de omstandigheden van het geval. Dit betekent dat het niet aan de rechter is om deze afwegingen te maken en dat de rechter zich bovendien terughoudend moet opstellen met betrekking tot de door de Staat gemaakte afwegingen.’ Daarbij weegt de Hoge Raad mee dat er vertrouwelijke informatie - ‘bijvoorbeeld via binnen- en buitenlandse inlichtingendiensten en diplomatieke kanalen (…) verkregen’- ten grondslag kan liggen aan de betreffende besluitvorming van de Staat. De minister is in dat geval beter in staat dan de burgerlijke rechter om een volledig beeld van de situatie te verkrijgen."

Tot slot

"De burgerlijke rechter had zich zodoende terughoudend moeten opstellen. De Hoge Raad overweegt dat het hof deze terughoudendheid niet heeft betracht, door zelf te oordelen over de doorgang van de vergunning. De minister, en niet de rechter, dient in de eerste plaats een (her)beoordeling van deze vergunning uit te voeren. De Hoge Raad gelast de minister in dit geval dan ook om de herbeoordeling van de AV009 opnieuw uit te voeren, in het licht van artikel 2 lid 2 onder c van het EU Gemeenschappelijk standpunt, en een nieuw besluit over de levering van F-35-onderdelen aan Israël te nemen. Voor 14 november 2025 dient dit besluit te zijn genomen. Indien gewenst kunnen dat besluit en de onderliggende herbeoordeling voorgelegd worden aan de rechter."

Universitair Docent
Nick Efthymiou studeerde filosofie en juridische bestuurswetenschap aan de Universiteit van Amsterdam, waar hij in 2005 promoveerde op een rechtshistorisch onderzoek naar het constitutionele recht voor Nederlands-Indië. Hij is sinds 2003 werkzaam aan de Erasmus Universiteit en doceert staatsrecht in zowel de bachelor- als masterfase.
Promovendus
Wouter Scherpenisse behaalde in 2021 zijn meestergraad in het staats- en bestuursrecht aan de Erasmus Universiteit en is sindsdien als docent staatsrecht werkzaam. Hij werkt aan een promotieonderzoek naar cybersecurity en verantwoording vanuit een rechtsstatelijk perspectief.
Meer informatie

Bovenaan de blog zie je de Handelingenkamer, een verborgen Haagse parel. Hier staan rijen met ingebonden boeken met geschreven verslagen en notulen van de Eerste en Tweede kamer. Alles wat er namelijk in de Tweede Kamer gezegd wordt, komt in deze zogenoemde Handelingen. De Handelingenkamer is onderdeel van het Justitiegebouw, dat een ontwerp is in neo-Hollandse renaissancestijl van rijksbouwmeester Cornelis Hendrik Peters, een leerling van Cuypers. De Handelingenkamer dateert uit 1883. De plaats waar de Handelingen uit de jaren 1940-1945 hadden moeten staan is bewust leeg gelaten, als zichtbare herinnering aan het feit dat het Nederlandse parlement tijdens de bezettingsjaren niet bijeenkwam.

Gerelateerde content
Efthymiou en Scherpenisse reflecteren op het kritische advies van de Raad van State over het verbod op voorrang voor vergunninghouders.
Wouter Scherpenisse (L) & Nick Efthymiou (R)
In deze reflectie gaan Efthymiou en Scherpenisse in op Trumps executive order over staatsburgerschap en de grondwettelijkheid ervan.
Wouter Scherpenisse (L) & Nick Efthymiou (R)
In deze reflectie delen Efthymiou en Scherpenisse hun juridische inzichten over de actuele ontwikkelingen omtrent het nieuwe asielbeleid.
Wouter Scherpenisse (L) & Nick Efthymiou (R)

Vergelijk @count opleiding

  • @title

    • Tijdsduur: @duration
Vergelijk opleidingen