Promotie L.W. (Lottie) Stipdonk

Ruim 1% van alle geboortes vindt veel te vroeg plaats (vóór 32 weken zwangerschap). Deze veel te vroeg geboren kinderen hebben veel vaker dan op tijd geboren kinderen taalproblemen op de basisschoolleeftijd. Hun taalproblemen nemen bovendien vaak toe in de leeftijd van 2 tot 10 jaar,  doordat taalgebruik steeds complexer wordt. In die jaren wordt er van kinderen verwacht dat ze steeds langere en complexere taal gaan gebruiken, waar ook langere vastgehouden aandacht voor nodig is. Veel te vroeg geboren kinderen, vooral meisjes, kunnen op schoolleeftijd vaak niet meer aan deze verwachtingen voldoen. Het woordenschatniveau van de ouders lijkt een grote impact te hebben op de taalontwikkeling van deze kinderen. Goede voorlichting aan ouders is daarom belangrijk.

Veel te vroeg geboren kinderen zijn geboren nog voor of in het derde trimester van de zwangerschap, een trimester dat extreem belangrijk is voor de rijping van het brein. In MRI-scans van de kinderen op 10 jaar werd dan ook een verband gezien tussen bepaalde breinstructuren en de taalvaardigheid van deze kinderen. Kleine structuren van het Cerebellum (de kleine hersenen) zijn bijvoorbeeld kleiner bij prematuren met zwakke taalvaardigheden. Daarnaast lijkt de taalorganisatie in de hersenen anders te zijn. Premature kinderen hebben een minder dominante linker hersenhelft in de verwerking van taal dan op tijd geboren kinderen. Deze resultaten verdienen meer aandacht in de zorg voor deze kinderen, aangezien taal cruciaal is voor zowel schoolse als sociale prestaties.

De promoties vinden, in verband met het coronavirus, niet op de gebruikelijke wijze publiekelijk plaats in de Senaatszaal of in de Professor Andries Queridozaal. De kandidaten zullen hun proefschrift in een klein gezelschap of online verdedigen.