M. Cadaval Narezo verdedigt haar proefschrift op maandag 27 november 2023, getiteld: ’Een 'wereld'reis met inheemse vrouwelijke professionals uit Mexico: collectieve verwevenheden‘.
- Promotor
- Promotor
- Datum
- maandag 27 nov 2023, 16:00 - 18:00
- Type
- Promotie
- Ruimte
- Auditorium of the ISS
- Locatie
- International Institute of Social Studies
Hieronder volgt een korte samenvatting over het proefschrift:
Dit proefschrift is het resultaat van persoonlijke en collectieve reizen door verschillende contexten, levens en tijdperken. Het is een weergave van een doorlopend proces dat voor het wetenschappelijke project al is begonnen en daarna nog doorgaat. Het proefschrift vormt de weerslag van ontmoetingen, van momenten van aankomen en vertrekken, van veranderingen en bestendigheden, van synergieën, coalities en meningsverschillen tussen de vele deelnemers die eraan bijgedragen hebben. Het bestaat uit een reeks meervoudige narratieven die gebaseerd zijn op het luisteren naar, leren van en discussiëren met een groep inheemse vrouwen uit Mexico. De gesprekken gingen over de invloed van hoger onderwijs op hun beroepsleven en over de wijze waarop zij zich opstellen als politieke actoren.
Het empirisch en theoretisch onderzoek is gebaseerd op verschillende feministische gezichtspunten (Ahmed, 2014, 2017; Cabnal, 2010; Crenshaw, 1989; Harcourt et al., 2022; Hernández Castillo, 2014; Hill Collins, 2000; Hooks, 2015; Icaza, 2019; Lugones, 2016, 2010; Méndez Torres et al., 2013; Paredes, 2008), alsmede dekoloniale (Jong et al., 2018; Lugones, 2010, 2016; Mignolo, 2011; Quijano, 2000; Walsh, 2012) en inheemse (Smith, 2012; Wilson, 2008) benaderingen door middel van samenwerking en een collectieve en relationele werkwijze. Vanuit deze theoretische basis gebruik ik een taal die afwijkt van de traditionele taal van de kritische ontwikkelingsstudies. Ik gebruik begrippen als 'wereld'reizen, ((Lugones, 2003), 'formuleringen' (Walsh, 2013), 'cultivering van kennis' (Shilliam, 2015), 'enfleshed (geconcretiseerde) ervaringen' (Ahmed, 2014; Leyva Solano, 2021; Lugones, 2003; Motta, 2021, 2022a, 2022b; Motta & Bermudez, 2019) als levende en dynamische concepten van waaruit we op zoek kunnen gaan naar andere manieren om kennis te creëren en de verbanden daarbinnen te bevorderen.
Dit onderzoek gaat dus over persoonlijke en collectieve 'wereld'reizen en enfleshed ervaringen. Van daaruit heb ik/hebben wij theorieën ontwikkeld, nagedacht en narratieven gesponnen terwijl er diepgaande coalities geweven zijn (Lugones, 2003) als liefdevolle en empathische verstandhoudingen door actief luisteren en het ontwikkelen van collectieve acties ondanks verschillen. In mijn 'wereld'reizen heb ik een dialoog gevoerd met uiteenlopende vrouwen buiten en binnen raciale en culturele grenzen. 'Wereld'reizen om epistemische, politieke en ethische plaatsen te 'formuleren' van waaruit kennis kan worden geteeld, ontwikkeld en gefundeerd. Persoonlijke, politieke formuleringen die voortkomen uit onze lichamelijkheid, onze gesitueerde context, onze paden, en bespiegelende processen als levende, enfleshed praktijk.
Vanuit een dekoloniaal kader en diverse feministische – inheemse/gemeenschaps-/territoriale (lichaam-territorium), deskoloniale, dekoloniale en zwart-intersectionele – kaders doe ik kritisch onderzoek naar de historische, culturele en politieke erfenis van het kolonialisme, waarbij de onevenwichtige machtsverhoudingen en systematische onderdrukking van inheemse gemeenschappen worden belicht. Inheemse kennisstelsels, invalshoeken en ervaringen worden in het proefschrift erkend en centraal gesteld, waarmee dominante eurocentrische paradigma's in twijfel worden getrokken. Zo wil ik een inclusievere en gelijkwaardigere kijk op de wetenschappelijke en professionele trajecten van inheemse vrouwen vergemakkelijken. Met deze benadering bevorder ik een transformatieve en interculturele dialoog die de koloniale hegemonie verstoort en de weg wijst naar de dekolonisatie van onderwijsstructuren, onderwijsbeleid en de onderwijspraktijk.
Naast mijn hoofddoel om de bijdragen van professionele inheemse vrouwen als politieke actoren te erkennen en zichtbaar te maken, heeft het proefschrift nog drie andere doelen. Ten eerste om ruimtes te creëren waarin verschillende Mexicaanse vrouwen die betrokken zijn bij inheems onderwijs samen kunnen nadenken en coalities kunnen versterken. Ten tweede om enfleshed kennis te cultiveren en te delen in diverse omgevingen: boeken, tijdschriften, seminars, inheemse gemeenschappen, de wetenschap, met familieleden, vrienden, collega's en kennissen, op lokaal, nationaal en internationaal niveau. Ten derde om een interculturele dialoog en dynamiek op gang te brengen om conceptuele en methodologische invalshoeken te verweven en vervlechten waarmee de conventionele wetenschappelijke manier om kennis te produceren binnen de kritische ontwikkelingsstudies ter discussie gesteld wordt.
Mijn benadering waarbij het proefschrift geleidelijk in de loop van de tijd en door een veelheid van stemmen ontstaat is ethisch en politiek gezien belangrijk omdat daarmee verschillende ervaringen in het cultiveren van kennis erkend worden. Op deze manier wordt de historische marginalisatie en uitsluiting waarmee inheemse vrouwen in de wetenschap en andere politieke ruimten te maken hebben in het proefschrift aangevochten. Het doel is om met dit proefschrift inclusiviteit, sociale rechtvaardigheid en gendergelijkheid te bevorderen door voorbeelden te geven van de wijze waarop de ervaringen van inheemse vrouwen besluitvormingsprocessen kunnen beïnvloeden. Heersende stereotypen en narratieven die de expertise van inheemse vrouwen ondermijnen worden met deze benadering weerlegd, en vervangen door respect en begrip voor verschillende gezichtspunten en soorten kennis.
Het proefschrift is ‘hybride’ en geen lineair afzonderlijk verhaal. Het bestaat uit verschillende enfleshed en contextuele ervaringen die door de jaren heen ontstonden, en gedeeld en besproken werden door verschillende vrouwen. Het is ook hybride omdat het is opgebouwd uit drie gepubliceerde artikelen, waarvan twee met coauteurs, en drie hoofdstukken die bijdragen aan het verklaren van de reizen, contexten, conceptuele en methodologische kaders en de slotbeschouwing. Het proefschrift is als volgt opgebouwd. Hoofdstuk I is een algemene inleiding met mijn persoonlijke verhaal en motivatie om te promoveren en een schets van de context waarin ik de zeventien inheemse vrouwen met wie ik heb gewerkt heb ontmoet. Hoofdstuk II beschrijft de context met enkele algemene gegevens en informatie over inheemse volken en inheemse vrouwen in Mexico, vooral binnen het hoger onderwijs. Hoofdstuk III behandelt de theoretische basis, specifieke begrippen, methodologische uitgangspunten en ethische beslissingen in het proefschrift. Hoofdstuk IV bevat een concreet voorbeeld van de methodologische uitgangspunten en methoden die zijn gehanteerd. Hoofdstuk V gaat over ervaringen met racisme binnen het hoger onderwijs en manieren om het probleem aan te pakken – inclusief voorstellen om het tegen te gaan. Dit hoofdstuk bevat bijdragen van zeven inheemse vrouwen en twee mestizas (vrouwen van gemende etnische afkomst) en wordt eind 2023 gepubliceerd als onderdeel van het boek Mujeres indígenas, mujeres diversas. Nombrando el racismo en la educación superior. Dit hoofdstuk vormt een voorbeeld van het interculturele en collectieve proces van samenwerken, samen denken en schrijven. Hoofdstuk VI bevat de epistemische bijdragen van twee inheemse vrouwelijke hoogleraren aan interculturele universiteiten (IU) in Mexico als voorbeeld van het pluriversum (Escobar, 2012, 2014). Dit hoofdstuk is geschreven in samenwerking met een Nahua- en een Ch’ol-vrouw en gepubliceerd in het internationale wetenschappelijke tijdschrift Globalizations. Het is een schoolvoorbeeld van de wijze waarop inheemse vrouwen actief post-ontwikkelingsmethoden en -concepten cultiveren. Ten slotte bespreek ik in Hoofdstuk VII de bijdrage van dit proefschrift aan het vakgebied kritische ontwikkelingsstudies. Ik pleit voor een meer gefundeerde, feministische, dekoloniale kijk op de manier waarop we ons dagelijks leven beschouwen en construeren wanneer we relaties onderhouden en kennis produceren in een proces van weven in plaats van extraheren.
In de theoretische bijdragen van dit proefschrift worden verschillende soorten feminisme (inheems/gemeenschaps-/territoriaal, deskoloniaal, dekoloniaal en zwart-intersectioneel) gekoppeld aan de kritische ontwikkelingsstudies. Het doel hiervan is om de dominante narratieven en machtsverhoudingen ter discussie te stellen. Door deze kaders in het onderzoek op te nemen, wijs ik op de complexe wisselwerking tussen gender, ras, klasse, kolonialisme en ontwikkelingsprocessen. Door de dekoloniale en intersectionele theoretische basis van het proefschrift wordt de aandacht gevestigd op de specifieke ervaringen en worstelingen van inheemse vrouwen binnen het hoger onderwijs, en wordt duidelijk hoe ze omgaan met structurele ongelijkheid en marginalisering. Tot besluit geef ik aan dat de verschillende kennissystemen, werkwijzen en vormen van verzet die ik in het proefschrift heb toegepast een waardevol alternatief zijn voor conventioneel ontwikkelingsonderzoek. Daarmee wijs ik de weg naar de dekolonisatie van onderwijsstructuren, onderwijsbeleid en de onderwijspraktijk.
- Meer informatie
De openbare verdediging vindt plaats op maandag 27 november 2023 in het auditorium van ISS (Aula B) en de ceremonie begint stipt om 16.00 uur. De deuren worden gesloten bij aanvang van de openbare verdediging. Kinderen onder de 7 jaar mogen tijdens het eerste deel van de ceremonie niet in het auditorium komen. De ceremonie wordt gevolgd door een receptie in het Atrium van het ISS. Professoren worden uitgenodigd om mee te lopen in de academische stoet.
Deze openbare verdediging wordt mogelijk uitgezonden via de livestream van het ISS. Als dat zo is, kun je de openbare verdediging live volgen op www.iss.nl/live