Promotie M.I. (Marjolijn) Bal

Hieronder volgt een korte samenvatting over het proefschrift:

Door verbeterde zorg en medicatie bereiken steeds meer kinderen met chronisch lichamelijke aandoeningen de volwassenheid. Volwassen worden is een extra uitdaging voor deze groep. Het leven met een chronische aandoening kan soms interfereren met het behalen van ontwikkelingsmijlpalen. De psychosociale ontwikkeling van adolescenten en jongvolwassenen met chronisch lichamelijke aandoeningen loopt vaak achter in vergelijking met gezonde leeftijdsgenoten. Het is belangrijk hen vroegtijdig de kennis mee te geven en de vaardigheden te leren die nodig zijn voor het inpassen van de chronische aandoening in het dagelijks leven. Het is essentieel de adolescenten met chronisch lichamelijke aandoeningen te ondersteunen in hun zelfmanagement. Echter inzicht in de inhoud, in effectieve interventie elementen en effectiviteit van zelfmanagement ondersteuning ontbreekt. Deel 1 van dit proefschrift (hoofdstukken 2-4) verkent daarom deze aspecten van zelfmanagement support voor kinderen, adolescenten en jongvolwassenen met chronisch lichamelijke aandoeningen. Daarnaast onderzoekt deel 1 de kenmerken van een subgroep van adolescenten met chronisch lichamelijke aandoeningen die verhoogd risico heeft op vertraging in de psychosociale ontwikkeling. Het is belangrijk deze groep te herkennen en hen tijdig zelfmanagement ondersteuning aan te bieden.

Op de weg naar volwassenheid is het vinden van werk een grote uitdaging voor jongvolwassen met chronisch lichamelijke aandoeningen. Zij noemen verschillende barrières voor het vinden en behouden van werk: problemen met vervoer naar werk, beperkte toegang tot gebouwen, beperkte aanpassing van fysieke werkomgeving of arbeidsvoorwaarden, discriminatie of laag zelfvertrouwen. De arbeidsparticipatie van jongvolwassenen met chronisch lichamelijke aandoeningen is dan ook lager dan bij gezonde leeftijdsgenoten. Deel 2 (hoofdstukken 5-8) richt zich op interventies om adolescenten en jongvolwassenen met chronisch lichamelijke aandoeningen naar werk te begeleiden. Deel 2 onderzoekt de effectiviteit van deze interventies op (re)integratie naar werk in het algemeen en van de interventie ‘Aan het werk’ in het bijzonder.