Promotie S. (Steven) Stuij

Indien een rechtsverhouding een internationaal element bevat, kunnen rechters door regels van internationaal privaatrecht gehouden zijn om het recht van een andere staat toe te passen. De toepassing van zulk recht kan problematisch zijn. De rechter kent per slot van rekening wel zijn eigen recht, maar niet noodzakelijkerwijs het recht van een andere staat. Zelfs indien de rechter over dat recht inlichtingen inwint, kunnen deze ontoereikend of onjuist zijn of slechts tegen hoge kosten verkregen worden. Verder kan de rechter het buitenlandse recht anders interpreteren dan in de staat van oorsprong gebruikelijk is, terwijl er voor zulke gevallen niet altijd een hogere rechter is die de onjuiste toepassing van buitenlands recht kan corrigeren. De toepassing van buitenlands recht roept een aantal ingewikkelde rechtsvragen op van processuele, materiaalrechtelijke of internationaal-privaatrechtelijke aard.

Het problematische karakter van vreemd recht brengt mee dat het adagium iura novit curia (‘de rechter kent het recht’), dat in zuiver interne gevallen geen problemen behoeft op te leveren, in internationale gevallen een andere betekenis krijgt. Verschillende rechtsstelsels hebben op hun eigen manier getracht een oplossing te vinden voor de problemen die door de toepasselijkheid van buitenlands recht worden veroorzaakt. Vanouds wordt er een onderscheid gemaakt tussen de ‘feit’-leer, volgens welke buitenlands recht tot de bewijzen feiten behoort, en de ‘recht’-leer, volgens welke vreemd recht eenzelfde status als het eigen recht heeft en daarom op gelijke wijze ambtshalve moet worden toegepast. Met andere woorden, de verantwoordelijkheid voor de juiste toepassing van buitenlands recht wordt ofwel aan de partijen, ofwel aan de rechter toegekend. Echter, de positie van buitenlands recht blijft tot op heden problematisch. In het afgelopen decennium zijn verschillende vragen opgeworpen die zien op de toepassing van vreemd recht, hetgeen impliceert dat in weerwil van de gekozen benaderingswijze de status, de positie en de toepassing van buitenlands recht niet onproblematisch zijn. Dit is een reden voor een nieuwe studie over dit onderwerp. 

De promoties vinden, in verband met het coronavirus, niet op de gebruikelijke wijze publiekelijk plaats in de Senaatszaal of in de Professor Andries Queridozaal. De kandidaten zullen hun proefschrift in een klein gezelschap of online verdedigen.