EUR-onderzoeker Jonathan Mijs: “De sociale ongelijkheid groeit, maar we zien het niet of willen het niet zien”

In bijna een eeuw kende de westerse wereld niet zo’n verschil in rijkdom als nu. Maar we lijken ons er nauwelijks druk om te maken. Succes is onze eigen verdienste, toch? Dr. Jonathan Mijs, socioloog van de Erasmus Universiteit Rotterdam, (EUR) over de mythe van de meritocratie en zijn onderzoek naar het fenomeen disconnected inequality.

De maatschappelijke ongelijkheid in de westerse wereld wordt steeds groter. Hoe komt dit?

“Dat is vooral het gevolg van een serie politieke beslissingen. Kijk bijvoorbeeld naar de Verenigde Staten. Een kleine honderd jaar geleden – na de beurskrach van 1929 en de hieropvolgende Depression – zette men daar de New Deal op. Dat was een omvangrijk programma om banen te creëren, met een sterk sociale basis. Besloten werd om de topinkomens, dus elke dollar die je meer verdiende dan een bepaald maximum, te belasten met met 93 cent per dollar. Dit is zo’n vier decennia volgehouden. Maar presidenten als Nixon, Reagan en Trump en enkele controversiële besluiten van het Hooggerechtshof zorgden voor een kentering, waarbij de belastingdruk voor grootverdieners steeds lichter werd. Als je alle belastingen bij elkaar optelt, dus niet alleen inkomstenbelasting maar ook BTW, winstbelasting enzovoorts, zijn de laagste inkomens een groter deel van hun inkomen kwijt aan belasting dan mensen die aan de top staan.”

Rotterdam - skyline - groen - duurzaam

In Nederland is het niet zo erg, toch?

“Dat valt tegen. We zien onszelf graag als een tolerant en vooruitstrevend land, maar als je gaat graven zie je dat de vermogensongelijkheid in Nederland bijna net zo sterk is als die in Amerika. Op diverse manieren wordt het de meer kapitaalkrachtigen gemakkelijk gemaakt. Denk bijvoorbeeld aan subsidies die je als huiseigenaar krijgt en die voor huurders niet of veel minder gelden. Met name onder de paarse kabinetten aan het eind van de vorige eeuw werd marktwerking doorgevoerd op gebieden die voorheen het terrein van de overheid waren, zoals het openbaar vervoer en de gezondheidszorg. Daarbij ontstond de mentaliteit dat ieder mens min of meer gelijke kansen krijgt, oftewel het idee van de meritocratie: jouw successen zijn je eigen verdienste. Maar als je niet slaagt, heb je dit toch ook ‘aan jezelf te danken’. Die visie is bedenkelijk: niet alleen ben je arm, maar het is ook nog eens je eigen schuld. Alsof de slachtoffers van de Toeslagenaffaire iets te verwijten valt. En laten we ons niet alleen focussen op financiële ongelijkheid. Ook opleiding of etniciteit kunnen ongelijkheid met zich meebrengen. Sommige bevolkingsgroepen hebben vanwege hun afkomst beduidend minder kansen. Een crue realiteit die botst met ons beeld van een egalitair Nederland.”

“Er ontbreekt ons een helder beeld van de weg die we kunnen inslaan naar een eerlijker samenleving”

De bibliotheek in Rotterdam

Je spreekt van disconnected inequality.

“Ik bedoel daarmee dat perceptie en werkelijkheid niet overeenkomen als het gaat om ongelijkheid in de samenleving. De feiten en cijfers tonen grote verschillen in welvaart aan, maar veel mensen zijn zich daarvan weinig bewust. We weten allemaal dat zwarte Amerikanen worden gediscrimineerd. Maar dat je in Nederland met een islamitische naam structureel moeilijker aan een baan komt, zien we niet. Of we willen het niet zien. Want het meritocratische idee dat je je succes aan jezelf te danken hebt, is sterk verankerd in de westerse cultuur. Het is bovendien een situatie die zichzelf versterkt. We zijn geneigd vrienden en relaties binnen onze eigen groep te zoeken, vaak mensen met hetzelfde opleidings- en inkomensniveau. We hebben dus aan de – populair gezegd – geslaagde kant van de kloof een weinig divers referentiekader. Als gevolg hiervan ervaren we de wereld als minder ongelijk, terwijl de daadwerkelijke verschillen groeien.”

Hoe is de theorie van de meritocratie eigenlijk ontstaan?

“Dat is tamelijk bizar. De term is bedacht door de Britse socioloog Michael Young. Zijn boek The Rise of Meritocracy [1958] is een ongerijmd, distopisch verhaal waarin ongelijkheid en armoede worden gerechtvaardigd door maatschappelijk succes. Zoals de absurde metafoor van de bootstrap: als je verder wilt komen, moet je jezelf aan je schoenveters optrekken naar een beter leven. Bedoeld als maatschappijkritiek, maar de theorie van meritocratie werd niettemin omarmd als een gezonde gang van zaken. Zoals gezegd komt dit doordat we ons te weinig bewust zijn van ongelijkheid en de neiging hebben om weg te kijken. Een derde reden is het ontbreken van een duidelijk alternatief. Er is geen helder beeld van de weg die we kunnen inslaan naar een eerlijker samenleving.”

“Nederland ziet zichzelf als een egalitair land, maar de vermogensongelijkheid is bijna net zo sterk als die in Amerika”

Hoe ziet je onderzoek naar deze disconnected inequality eruit?

“In een notendop gevat, wil ik graag weten: hoe vormen mensen hun perceptie van ongelijkheid en waar halen ze hun informatie vandaan? Ik heb in kaart gebracht hoe door de tijd het patroon van feitelijke inkomensongelijkheid is gerelateerd aan fluctuaties in de publieke opinie. Opmerkelijk genoeg blijkt dat men zich in perioden van méér ongelijkheid juist minder druk lijkt te maken over een tweedeling. Aansluitend doe ik in Nederland en de Verenigde Staten een enquête, waarin ik mensen vraag naar hun denkbeelden over, en verklaringen voor, sociale ongelijkheid. Hierbij krijgt een deel van de geënquêteerden óók feitelijke informatie en een ander deel niet. Uit het onderzoek blijkt dat mensen die erg in hun eigen bubbel blijven minder geneigd zijn hun perceptie van ongelijkheid bij te stellen. Mensen met meer contacten buiten de eigen groep nemen de feitelijke informatie juist eerder voor waar aan. Zij vormen zich een meer realistisch beeld van ongelijkheid. In Amerika zie je dit verschijnsel met name op het gebied van vermogensongelijkheid, in Nederland bij het contact met etnische groepen. De missie is ervoor zorgen dat het publieke debat uitgaat van feiten en minder van percepties en mispercepties. Dan kunnen we winst boeken.”

Wat moet nu eerst gebeuren?

“Als je als overheid de tweedeling echt wilt stoppen, zorg dan voor meer integratie tussen wijken. Zorg dat er geen arme en rijke scholen zijn. Creëer en investeer in publieke ruimten zoals parken, pleintjes en bibliotheken waar mensen elkaar ontmoeten. Zorg voor publieke fora en goede informatie. Waarom is er geen SIRE-campagne over discriminatie of armoede? Ook wetenschappers en journalisten hebben hierin een verantwoordelijkheid, trouwens. Zelf zit ik in een expertgroep van de OESO [Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling] om te bekijken hoe we mensen beter kunnen betrekken bij het maken en evalueren van beleid. Toen ik bij de London School of Economics werkte, had ik veel contact met Oxfam, de organisatie die armoede en ongelijkheid bestrijdt. Ook Amnesty International is een gesprekspartner, naast wetenschappers van allerlei disciplines.

Maar ook als individu heb je je verantwoordelijkheid. Als je bijvoorbeeld een school zoekt voor je kind, kies dan niet altijd automatisch de ‘meest witte’ school. Uiteindelijk is de manier waarop we met elkaar samenleven toch een opeenstapeling van individuele keuzes.”

Jonathan Mijs (1983) is postdoc onderzoeker aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, met een deeltijdaanstelling aan Boston University. Hij promoveerde als socioloog aan Harvard University. In februari 2022 ontving Mijs de prestigieuze KNAW Early Career Award. Momenteel doet hij onderzoek naar publieke denkbeelden over ongelijkheden in Nederland en de Verenigde Staten. Mijs werkt daarnaast aan het boek ‘The Inequality Paradox: Why the Growing Gap Leaves Us Less Concerned’.

Onderzoeker
Meer informatie

Lees meer over Jonathan Mijs en zijn onderzoek op zijn eigen website.

Gerelateerde content
Jonathan Mijs krijgt een KNAW Early Career Award. Hij vertelt over zijn drijfveren en waarom het belangrijk is om sociale ongelijkheid te onderzoeken.

Vergelijk @count opleiding

  • @title

    • Tijdsduur: @duration
Vergelijk opleidingen