De Franse staatsschuld loopt gevaarlijk op, hervormingen blijven steken en de kredietwaardigheid van het land is verlaagd. Volgens emeritus hoogleraar monetaire economie Casper de Vries (Erasmus School of Economics) is de onrust in Frankrijk geen klassieke financiële crisis, maar ‘een crisis van onwil om te werken’. In een gesprek met Erasmus Magazine waarschuwt hij dat Frankrijk afstevent op onhoudbare schulden, terwijl de politiek verlamd is door verdeeldheid.
Pensioendruk en politieke impasse
Frankrijk heeft inmiddels een staatsschuld van ruim 110 procent van het bruto binnenlands product, vooral door stijgende pensioenuitgaven. Door vergrijzing komt er steeds meer druk te liggen op werkenden. ‘Binnen dertig jaar moet één werkende gemiddeld twee keer zoveel pensioen ophoesten als nu. Dat is niet houdbaar,’ zegt De Vries. Pogingen tot hervorming lopen vast in de politiek. President Macron verloor in 2022 zijn parlementaire meerderheid, en elke poging om de pensioenleeftijd te verhogen stuit op felle protesten. ‘Sinds september is er alweer een nieuwe premier, maar geen enkel kabinet krijgt hervormingen door het parlement,’ aldus De Vries.
‘De markt doet wat Brussel niet durft’
Hoewel Europese begrotingsregels voorschrijven dat de staatsschuld binnen de perken moet blijven, grijpt de Europese Commissie niet in. ‘Frankrijk heeft zich nooit aan het Stabiliteits- en Groeipact gehouden, maar Brussel tikt ze niet op de vingers omdat we Frankrijk te hard nodig hebben in de EU,’ zegt De Vries. Daarom doen kredietbeoordelaars het werk dat de EU nalaat: zij verlaagden de Franse rating, omdat het land vooral leent om pensioenen te betalen in plaats van om te investeren. ‘Dat is economisch funest,’ waarschuwt hij.
ECB mag niet ingrijpen
De Vries vindt dat de Europese Centrale Bank (ECB) zich niet opnieuw moet laten verleiden om schulden op te kopen. ‘De ECB heeft maar één taak: prijsstabiliteit. Als landen hun begroting niet op orde houden, is dat hun eigen verantwoordelijkheid.’ Volgens hem heeft de ruime monetaire politiek tijdens de coronacrisis juist bijgedragen aan de huidige inflatie. ‘We gebruiken monetair beleid voor het verkeerde doel. Wat Frankrijk nu meemaakt, los je niet op met renteverlagingen, maar met meer arbeidsparticipatie.’
Nederland: het ‘beste jongetje van de klas’
Nederland is volgens De Vries beter voorbereid op de vergrijzing. ‘We hebben onze pensioenleeftijd verhoogd en we sparen collectief via pensioenfondsen. Daardoor is onze staatsschuld stabieler.’ Toch waarschuwt hij voor politieke beloften die de financiële houdbaarheid in gevaar brengen. ‘Als partijen zoals de PVV de pensioenleeftijd weer willen verlagen, komen we ook hier in de problemen.’
Vergrijzend Europa
De Vries benadrukt dat Nederland niet immuun is voor de vergrijzing in de rest van Europa. ‘De arbeidsmigratie uit Oost-Europa droogt op. Dat betekent hogere prijzen voor arbeid en producten. Uiteindelijk moeten we hier ook meer gaan werken.’
‘Werken is juist goed nieuws’
Ondanks zijn scherpe analyse blijft De Vries optimistisch. ‘Het goede nieuws is dat onze problemen oplosbaar zijn, met meer werken. We leven langer en gezonder, dus kunnen we ook langer bijdragen. Werken is niet alleen economisch noodzakelijk, maar ook goed voor lichaam en geest. Ik ben 70 en met emeritaat,’ besluit De Vries. ‘Maar ik werk nog steeds omdat werken hartstikke leuk en goed voor je is.’
- Meer informatie
Klik hier voor het volledige interview met Casper de Vries. Voor meer informatie neemt u contact op met Ronald de Groot, Media & Public Relations Officer bij Erasmus School of Economics: rdegroot@ese.eur.nl, 06 53 641 846.