De bevriezing van sociale huren bij woningcorporaties, zoals aangekondigd in de Voorjaarsnota, biedt verlichting voor veel huurders. Echter, volgens woningmarkteconoom Matthijs Korevaar van Erasmus School of Economics wordt een aanzienlijke groep vergeten: lage inkomens die huren in de particuliere sector. In een interview met BNR Nieuwsradio uit Korevaar zijn zorgen over deze ongelijkheid.
‘Huurbeleid mist brede aanpak voor lage inkomens’
Universitair hoofddocent Korevaar stelt dat het bevriezen van huren bij corporaties de druk op de woningmarkt niet vermindert en zelfs averechts kan werken. Hij benadrukt dat veel mensen met lage inkomens afhankelijk zijn van particuliere huurwoningen, waar de huren vaak hoger liggen. Volgens de Woonbond betalen sociale huurders in de particuliere sector gemiddeld €81 meer per maand dan huurders bij corporaties. Zonder huurbevriezing kan dit verschil oplopen tot €140 per maand.
De huidige maatregel geldt alleen voor sociale huurwoningen van woningcorporaties. Particuliere verhuurders mogen de huren vanaf 1 juli met maximaal 5% verhogen, tenzij anders besloten wordt. De Woonbond pleit ervoor om de huurbevriezing ook voor particuliere sociale huurwoningen te laten gelden om rechtsongelijkheid te voorkomen. Daarnaast waarschuwen woningcorporaties dat de huurbevriezing hun investeringscapaciteit aanzienlijk vermindert.
Korevaar benadrukt dat het belangrijk is om de moeilijke realiteit van sommige huurders te onderkennen, maar dat het lastig is om dat via de huurmarkt te doen. Hij pleit voor een bredere aanpak die ook particuliere huurders met lage inkomens ondersteunt.
- Universitair Hoofddocent
- Meer informatie
Klik hier voor het bewuste artikel (inclusief geluidsfragment) op de website van BNR Nieuwsradio. Voor meer informatie neemt u contact op met Ronald de Groot, Media & Public Relations Officer aan Erasmus School of Economics: rdegroot@ese.eur.nl en mobiel 06 53 641 846.