In de huidige politieke discussie over de hypotheekrenteaftrek wordt vaak gesteld dat het afbouwen van de regeling starters zou helpen om meer kansen te krijgen op de woningmarkt. Matthijs Korevaar, universitair hoofddocent aan Erasmus School of Economics, kijkt daar kritisch naar. Volgens hem profiteren juist koopstarters met lagere inkomens het meest van de hypotheekrenteaftrek, omdat zij relatief veel rente aftrekken in verhouding tot hun inkomen.
Vraagtekens bij politieke redenering
Het CDA stelt dat afschaffing van de aftrek de positie van starters zal verbeteren, maar Korevaar zet in een interview met het dagblad NRC daar kanttekeningen bij. Door de aftrek te schrappen zouden starters hun belangrijkste financiële voordeel verliezen, zonder dat dit automatisch leidt tot meer betaalbare woningen. De leencapaciteit van starters daalt, terwijl zij altijd bereid blijven een deel van hun inkomen aan woonlasten te besteden.
Een alternatief: eigenwoningforfait verhogen
Woningmarkteconoom Korevaar pleit daarom voor een andere aanpak. In plaats van de hypotheekrenteaftrek volledig af te schaffen, kan het eigenwoningforfait worden verhoogd. Dat betaalt immers iedere huiseigenaar, terwijl de hypotheekrenteaftrek juist per situatie verschilt. Op die manier blijft het voordeel voor koopstarters behouden, terwijl huishoudens die al minder rente aftrekken een groter deel van de rekening dragen.
Geen gouden oplossing voor woningtekort
Korevaar benadrukt dat de afbouw van de hypotheekrenteaftrek hoe dan ook niet dé oplossing is voor het woningtekort. Daarvoor zijn vooral forse investeringen in nieuwbouw nodig. De huidige discussie over de renteaftrek moet volgens hem dan ook in een bredere context worden geplaatst.
- Universitair Hoofddocent
- Meer informatie
Voor meer informatie neemt u contact op met Ronald de Groot, Media & Public Relations Officer bij Erasmus School of Economics: rdegroot@ese.eur.nl, 06 53 641 846.
U kunt het hele artikel van NRC, 3 september 2025, hierboven downloaden.