Voetbalclubs in Europa’s meest competitieve competities ontslaan trainers consequent om de verkeerde redenen. Dat blijkt uit nieuw onderzoek van emeritus hoogleraar Jan van Ours van Erasmus School of Economics. In het wetenschappelijke artikel 'For What It’s Worth: Outcome Bias in Managerial Decisions' toont Van Ours aan dat clubs korte termijn-wedstrijduitkomsten, vaak sterk beïnvloed door toeval, verwarren met leiderschapskwaliteit, wat leidt tot beslissingen die zowel inefficiënt als misplaatst zijn.
Verbetering na een ontslag: toeval, geen verandering
Op basis van alle tussentijdse trainerswissels tussen 2017/18 en 2024/25 in de Premier League, Ligue 1, Bundesliga, Serie A en La Liga laat Van Ours zien dat ontslagen vrijwel altijd volgen op teleurstellende resultaten, zelfs wanneer de onderliggende teamprestaties sterk waren. Indicatoren, zoals 'expected goals' (xG) en op bookmakerquoteringen gebaseerde verwachte punten, laten zien dat de kwaliteit van het spel vlak vóór een ontslag nauwelijks invloed had op de kans dat een manager moest vertrekken. Clubs reageerden uitsluitend op de uitkomsten en vielen zo ten prooi aan 'outcome bias': de neiging om beslissingen te beoordelen op basis van hun resultaten in plaats van op de kwaliteit van het besluitvormingsproces dat eraan voorafging.
Het onderzoek toont verder aan dat de ogenschijnlijke 'bounce' in resultaten na een trainerswissel simpelweg een statistische regressie naar het gemiddelde is. Teams die onderpresteerden in de wedstrijden voorafgaand aan een ontslag, verbeterden hun resultaten in de daaropvolgende wedstrijden ongeacht of de trainer daadwerkelijk was vervangen. Omgekeerd gold dat wanneer trainers werden ontslagen na een periode van overpresteren (een veel zeldzamer scenario), de resultaten meestal níet verbeterden. Over alle vijf de leagues genomen bleken clubs die hun trainer vervingen het seizoen te eindigen met cumulatieve prestaties die net zo teleurstellend waren als op de dag van het ontslag. Clubs die hun trainer wél behielden, sloten het seizoen daarentegen doorgaans af met positief cumulatief resultaat.
Druk van supporters en media leidt tot inefficiënte keuzes
Van Ours suggereert dat bestuurders niet alleen worden gedreven door interne evaluaties, maar ook door druk van supporters en media, die zich uitsluitend richten op wedstrijduitkomsten en onderliggende prestatiestatistieken negeren. In zo’n omgeving lijkt het vervangen van een trainer de veiligste keuze, zelfs wanneer het bewijs het tegendeel aanduidt. Van Ours licht toe: ‘Een trainer ontslaan lijkt vaak de dominante strategie. Als de resultaten verbeteren, wordt het bestuur geprezen voor daadkracht; als dat niet gebeurt, kan men in elk geval zeggen dat men iets heeft geprobeerd. Maar vertrouwen houden in een trainer na een reeks pechwedstrijden is vaak de rationelere keuze, ook al zien stakeholders dat niet zo.’
Omdat het profvoetbal frequente, transparante en belangrijke prestatiegegevens oplevert, biedt de sport een unieke kans om besluitvorming onder onzekerheid te bestuderen. Het onderzoek van Van Ours draagt bij aan groeiende literatuur die laat zien hoe gemakkelijk beslissingnemers worden beïnvloed door uitkomsten die geen recht doen aan de daadwerkelijke prestaties.
- Professor
- Meer informatie
Lees hier het volledige onderzoek dat is gepubliceerd in de Journal of Economic Psychology, ‘Outcome bias in managerial decisions’ of download het onderzoek hierboven (in het Engels). Voor meer informatie neemt u contact op met Ronald de Groot, Media & Public Relations Officer bij Erasmus School of Economics: rdegroot@ese.eur.nl, 06 53 641 846.
