Zijn Slimme Studenten ook Mooier?

Zijn Slimme Studenten ook Mooier?

We spreken er niet zo vaak over, maar de meeste mensen willen graag mooi zijn en veel mensen vinden mooi zijn belangrijk. 

Voorts worden mensen die mooi zijn vaak bewonderd en bekleden ze meestal betere posities in de maatschappij, het bedrijfsleven of de politiek (Hosoda, et al., 2003; Dion, Berscheid en Walser, 1972; Elder, 1969; Hamermesh, 2011). Mensen worden ook vaak jaloers als anderen meer aandacht krijgen omdat ze mooier dan zijzelf zijn. Sommige mensen verbinden een paar ethische connotaties aan deze observaties: het zou niet fair zijn dat mensen die mooier zijn meer kansen in de maatschappij krijgen of dat mensen die minder mooi zijn benadeeld worden (Fleener, 2005).

Laten we eerst eens nadenken over wat mooi zijn is. Ik bekijk schoonheid op twee manieren. Ten eerste is het een subjectieve maat waarbij iemand door een ander persoon als mooi wordt beschouwd. Denk aan een schaal van 1 tot 7, waarbij 1 staat voor helemaal niet mooi en 7 voor erg mooi (bijv. Hamermesh en Biddle, 1999). Ten tweede wordt schoonheid ook wel beschouwd als symmetrie: mensen met een symmetrisch gezicht zijn mooier. De gulden snede dus (zie Rhodes, 2006 voor een goed overzicht).

Nu blijkt dat schoonheid, zowel de subjectieve als de symmetrische, samenhangt met gezondheid, kracht of dominantie. Dat laatste blijkt te verwijzen naar een onderliggend fenomeen uit de evolutionaire psychologie: zowel mannen als vrouwen hebben een preferentie voor mooie partners van de andere sekse omdat mooiere partners ook voor gezonder nageslacht zorgen. Ofschoon we leven in een maatschappij waar geneeskunde zo ver is geëvolueerd dat minder gezonde mensen toch lang in leven kunnen blijven, is het zo dat als men kijkt naar zeer competitieve omgevingen, zoals topsport, mensen de sterkste atleten ook mooier blijken te vinden. Zo’n studie is recent uitgevoed door Postma (2014) en hij vond dat een hogere ranking in de Ronde van Frankrijk verband hield met mooier gevonden worden door zowel mannen als vrouwen.

Aan een team van mijn studenten in de klas neuromarketing van de sectie Marketing heb ik, geïnspireerd door voorgaande redenering, de volgende vraag voorgesteld: Zou het zo kunnen zijn dat top-business schools in de Verenigde Staten nu mensen aantrekken die slimmer en dus ook mooier zijn, vergeleken met mensen uit de minder hoog gerangschikte business schools? Inderdaad, de GMAT scores van de top Amerikaanse business schools zijn vaak hoger en inderdaad de GMAT scores zijn erg belangrijk.

Amerikaanse business school studenten

Mijn studenten maakten een willekeurige selectie van 160 foto’s (80 mannen / 80 vrouwen) van studenten op Amerikaanse topscholen (Harvard University, University of California-Berkeley, University of Chicago, University of Dartmouth en University of Virginia). Ook hebben ze 160 foto’s (80 mannen / 80 vrouwen) gedownload van mensen van minder hoog gerangschikte universiteiten (University of Florida, Brandeis International Business School, University of Arizona en Southern Methodist University – Cox Business School).

Ze vroegen vervolgens aan 136 studenten (77 mannen en 59 vrouwen), zonder dat ze wisten van welke business school de studenten kwamen, aan te geven in hoeverre ze mooier of minder mooi waren. Ze stelden vast dat studenten uit de topscholen ook als mooier werden beoordeeld.

Het antwoord op de gestelde vraag is feitelijk een kip-en-eiverhaal. In de huidige tijd moeten de business school studenten ook persoonlijk naar een interview komen. Zou het zo kunnen zijn dat al tijdens de werving en selectie schoonheid een rol speelt? We kunnen het niet bewijzen, maar mooi zijn zou ook een doorslaggevende rol hebben kunnen spelen tijdens de selectie. Kortom,  we mogen zeggen dat studenten van top-business scholen zowel hogere kansen krijgen in de maatschappij omdat ze slim zijn, als omdat ze mooi zijn – wat mogelijkerwijs aan elkaar gecorreleerd is.

Nederlandse studenten uit de top scholen

Om de mogelijke invloed uit te sluiten van mooi gevonden worden tijdens de toelatingsgesprekken, hebben we hetzelfde onderzoek herhaald in Nederland, waar studiekeuze en de keuze voor universiteit of hogeschool een zelfselectie is. Mijn studenten (van een ander team uit de klas neuromarketing) hebben opnieuw willekeurige foto’s genomen van studenten die studeerden aan Leiden University (75 vrouwen / 75 mannen) versus de Haagse Hogeschool, een HBO (75 vrouwen / 75 mannen). Leiden University kunnen we algemeen beschouwen als een topuniversiteit, terwijl de Haagse Hogeschool iets lager scoort. Ze vroegen aan 100 studenten om deze mensen te beoordelen (zonder dat ze wisten van welke school ze kwamen). Opvallend was dat de studenten van Leiden University als mooier werden beschouwd.

Mooi zijn heeft een economische en biologische waarde

Terwijl in de Verenigde Staten op de top business schools de selectieprocedure streng is, is er sprake van zelfselectie op de Nederlandse scholen. Maar beide selectiesystemen leiden tot dezelfde conclusies: ervan uitgaande dat de top Amerikaanse Business Schools en Leiden University moeilijker zijn en de studenten dus slimmer, is het zo dat diezelfde studenten ook als mooier worden beschouwd. Slim zijn en mooi zijn gaan dus samen. Dus is de stelling dat mooi zijn een secundair ’voordeel’ is, niet steeds correct. Waarschijnlijk duidt het op een biologische component en is het de moeite waard om te kijken naar de biologische en economische waarde van mooi zijn. Natuurlijk hebben onderzoekers als Hamermesh (2011) hier al veelvuldig onderzoek over gedaan maar ik probeerde met mijn team van studenten Neuromarketing er een biologisch tintje aan te geven.

Misschien begrijpen we dan ook beter waarom mensen zoveel geld uitgeven aan zich mooier maken. In de Verenigde Staten spenderen vrouwen jaarlijks 426 miljard dollar aan schoonheidsproducten (https://shine.yahoo.com/shine-beauty/insane-amount-money-women-spend-beauty-192900715.html. Dit zijn echter maar bijverschijnselen van wat waarschijnlijk een fundamenteel biologisch - economische vraag is. 

CV

Willem Verbeke is bijzonder hoogleraar Sales en Account Management en verbonden aan de capaciteitsgroep Bedrijfseconomie van Erasmus School of Economics. Daarnaast is hij oprichter van het Instituut voor Sales & Account Management. Het onderzoek van Verbeke richt zich onder meer op zelfbewuste emoties (bijvoorbeeld gêne) en toepassing van neuro-economics.

Meer informatie

Literatuur

Dion, K., Berscheid, E., and Walster, E. (1972). What is beautiful is good. J. Pers. Soc. Psych. 24, 285.

Elder Jr, G. H. (1969). Appearance and education in marriage mobility. Am. Soc. Rev., 519-533.

Hamermesh, D. S., and Biddle, J. E. (1993). Beauty and the labor market (No. w4518). National Bureau of Economic Research.

Hamermesh, D. S. (2011). Beauty pays: Why attractive people are more successful. Princeton University Press.

Hosoda, M., Stone-Romero, and Coats, G. (2003). The effects of physical attarctiveness on job-related outcomes: A meta-analysis of experimental studies, Pers. Psych. 56, 431-462.

Postma, E. (2014). A relationship between attractiveness and performance in professional cyclists. Biol. Let. 10, 20130966.

Rhodes, G. (2006). The evolutionary psychology of facial beauty.  Annu. Rev. Psy. 57, 199-226.

Fleener, H. (2005). Looks Sell, but Are They Worth the Cost: How Tolerating Looks-Based Discrimination Leads to Intolerable Discrimination. Wash. ULQ, 83, 1295.

 

Vergelijk @count opleiding

  • @title

    • Tijdsduur: @duration
Vergelijk opleidingen