Van Gogh Museum en Impact Centre Erasmus tonen de eerste resultaten van een case study naar cultuurparticipatie van jongeren met een biculturele achtergrond. Er is een kwantitatieve impact meting uitgevoerd onder 154 MBO studenten. Zij geven de voorkeur aan een actieve vorm van cultuurparticipatie. Het leven van Vincent Van Gogh vinden zij interessant.
Culturele diversiteit speelt in de maatschappij in toenemende mate een grote rol. In grote steden zoals Amsterdam heeft een derde van de bevolking een niet-westerse biculturele achtergrond. Het CBS verwacht dat dit de komende jaren gaat groeien naar 38 procent. Dit cultureel diverse landschap is echter niet terug te zien in de musea in de grote steden: het grootste deel van de museumbezoekers is blank. Het Van Gogh Museum is zich bewust van deze kloof en wil hier vanuit haar missie verandering in brengen. Het inclusiviteitsbeleid van het Van Gogh Museum richt zich dan ook onder andere op jongvolwassenen met een biculturele achtergrond. Dit brengen zij tot uiting door middel van het programma Van Gogh verbindt. In dit programma ontwikkelt het museum samen met jonge Amsterdammers van 18 tot 30 jaar activiteiten om te kijken hoe het museum relevant kan worden voor deze doelgroep. Impact Centre Erasmus (ICE) begeleidt het museum in de zoektocht welke activiteiten relevant zijn voor de doelgroep en daadwerkelijk leiden tot cultuurparticipatie.
In dit kader hebben VGM en ICE een case study uitgevoerd. In deze case study is een kwantitatieve impact meting uitgevoerd onder 154 MBO studenten. Een groot deel van deze studenten had een niet-westerse biculturele achtergrond. Het doel van deze impact meting was om inzicht te krijgen in de vraag in hoeverre de studenten het VGM relevant voor hen achtten, en op welke manier het museum relevant voor hen kan zijn. De resultaten tonen aan dat de jongeren uit het onderzoek sample de voorkeur geven aan actieve vormen van cultuurparticipatie, in plaats van aan passieve vormen zoals een museumbezoek. Dit zou een uitgangspunt kunnen zijn voor het vergroten van de relevantie van VGM voor de jongvolwassenen met een biculturele achtergrond. Ook blijkt uit het onderzoek dat de jongeren het leven van Vincent Van Gogh en het verhaal achter de schilderijen wel heel interessant vonden. Ook dit kan een uitgangspunt zijn voor het VGM om hun relevantie voor de doelgroep te vergroten.
Naast deze praktisch relevante inzichten, heeft de studie ook academische relevantie. Zo toont deze studie een methode hoe impact metingen in de culturele sector kunnen worden uitgevoerd. Het meten van impact in de culturele sector staat nog in de kinderschoenen. Veelal wordt er in de culturele sector geen impact gemeten, maar ‘outputs’, zoals het aantal bezoekers, het aantal tentoonstellingen of de omzet. Deze studie toont aan dat het voor culturele organisaties mogelijk is om niet alleen te denken en te meten op output niveau, maar ook op impact niveau. Vaak wordt gedacht dat het effect van cultuurparticipatie op maatschappelijke vraagstukken zoals ‘inclusie’ of ‘ cohesie’, wat in de academische literatuur en door beleidsmakers wordt gezien als effect van cultuurparticipatie, niet meetbaar en inzichtelijk te maken is. Deze studie heeft een manier aangedragen hoe impact metingen daadwerkelijk kunnen bijdragen aan kwantitatieve en empirische bewijsvoering van het effect van cultuurparticipatie. Tot slot laat het artikel zien dat de resultaten van een impact meting gebruikt kunnen worden in de besluitvoering van een culturele organisatie. Het VGM heeft door de meting lessen geleerd over de voorkeuren en behoeftes van de doelgroep. Deze kennis kunnen zij meenemen in de doorontwikkeling van het programma Van Gogh verbindt. Zo kunnen zij dit programma verbeteren en optimaliseren.
Meer informatie: “Measuring Inclusion in Museums: A Case Study on Cultural Engagement with Young People with a Migrant Background in Amsterdam” is hier te lezen.