Wat krijg je als je artistiek talent koppelt aan strategisch inzicht en maatschappelijke bevlogenheid? In het geval van Josje Stoel resulteert dit in een krachtig pleidooi voor kunst en cultuur die niet op een sokkel staan, maar midden in de samenleving. Als directeur-bestuurder van cultuurpodium De Grote Kerk Veere, bestuurslid van de archeologische tentoonstelling De Tijdtrap én conceptontwikkelaar bij Stichting Monumentenbezit beweegt ze zich moeiteloos tussen disciplines, beleidslagen en doelgroepen. Ze faciliteert met haar projecten betekenisvolle ontmoetingen tussen mensen van verschillende generaties en achtergronden. Haar missie: culturele projecten organiseren die mensen raken en verbinden. Op 24 juni is ze panellid tijdens de ACEI-conferentie in Rotterdam en wij spraken haar vooraf over de stand van zaken in de culturele economie.
Josje Stoel begon haar loopbaan aan de kunstacademie, waar ze werd opgeleid tot illustrator. Haar interesses waren echter veel breder dan alleen het kunstenaarschap. “Ik miste de uitdaging. Ik wilde de inhoud én de organisatiekant begrijpen,” vertelt ze. Ze besloot om na de kunstacademie de studie Culturele Economie aan de Erasmus School of History, Culture and Communication te gaan volgen, waar ze haar artistieke blik aanvulde met gedegen kennis van management, marketing en financiering. “Die combinatie bleek goud waard. Ik kon na mijn master meteen aan de slag, eerst in de culturele communicatie, later in programmering, projectleiding en fondsenwerving.”
Van communicatie naar inhoud
Wie met Stoel spreekt, merkt meteen haar tomeloze energie en enthousiasme. Al snel merkte Stoel dat er meer mogelijk was dan alleen persberichten schrijven of marketingcampagnes opzetten. Ze werd steeds vaker gevraagd om inhoudelijke programma’s te ontwikkelen en financiering te genereren, waarbij ze zich met name interesseerde voor de koppeling met maatschappelijke thema’s. “Ik wilde cultuur inzetten om te verbinden, om ontmoetingen te faciliteren, om jongeren en andere doelgroepen een plek te geven en aan het woord te laten.”
Een goed voorbeeld is de Jongerenbiënnale in Rotterdam-Zuid, waar Stoel als programmeur aan de slag ging en ook verantwoordelijk was voor de fondsenwerving van het project. Samen met architecten werd er met jongeren een freerunparcours op een braakliggend terrein gerealiseerd en een circulaire ontmoetingsplek boven een drukke verkeersweg naast een groot winkelcentrum. “Op locaties waar jongeren met de nek werden aangekeken, dus dit was echt iets waar behoefte aan was,” zegt ze. “Het project draaide om eigenaarschap, echt iets kunnen maken dat van hen zelf was. Waar trots en zelfvertrouwen ontstaat.”
Context is alles
Wat opvalt bij Stoels aanpak, is haar scherpe oog voor context én haar vermogen om ontmoetingen te laten ontstaan. Kunst is voor haar geen geïsoleerd object in een white cube, maar iets dat geworteld is in een plek, geografisch, sociaal en emotioneel. In De Grote Kerk Veere organiseert ze projecten, tentoonstellingen en podiumkunstproducties die in relatie staan tot de lokale geschiedenis en de gemeenschap. “We werken met gerenommeerde kunstenaars en organisaties zoals het Nederlands Dans Theater en Amsterdam Sinfonietta, in een context waar verbinding met bewoners, jongeren, vrijwilligers, ouderen en kinderen centraal staat. Zij creëren mee en daardoor leeft het. Cultuur wordt zo iets van iedereen.”
Onder haar leiding groeide De Grote Kerk uit tot een voorbeeld van hoe erfgoed, cultuur en gemeenschapsvorming elkaar kunnen versterken. Of het nu gaat om tentoonstellingen van internationaal gerenommeerde kunstenaars, moderne dansvoorstellingen met AZC-jongeren, verbindende projecten met ouderen, interactieve erfgoedexposities of installaties gemaakt van archeologische vondsten, altijd staat de vraag centraal: hoe kunnen we de werkelijke verbinding met verschillende doelgroepen aangaan?
Ook op beleidsniveau weet Stoel verschillende belangen en domeinen samen te brengen. In haar rol bij Stichting Monumentenbezit ontwikkelt ze concepten voor monumenten waarin erfgoed niet alleen behouden blijft, maar opnieuw betekenis krijgt via participatie, presentaties en digitale innovatie. Ze beweegt zich soepel tussen beleidsmakers en bewoners en vertaalt abstracte beleidsdoelen naar concrete, werkende praktijken én andersom.
Heilige huisjes
Maar dat gaat niet altijd vanzelf. Fondsenwerving blijft een uitdaging, juist omdat haar projecten zich niet gemakkelijk in bestaande hokjes laten plaatsen. “Er zijn fondsen die precies van tevoren bezoekersaantallen en activiteiten ingevuld willen zien. Maar echt betekenisvolle projecten ontwikkelen zich organisch en vraaggericht, vanuit de behoefte van de doelgroep. Die kun je niet vooraf dichttimmeren. Ik werk vanuit de praktijk, niet vanuit een blauwdruk. Door goed te luisteren, samen uit te proberen en bij te sturen ontstaat wat nodig is.” Volgens Stoel gaat het bij beleidsmakers wel vaak over een ‘integrale aanpak’, maar laat de praktijk het tegenovergestelde zien. “Het is nog steeds vaak het sociale domein versus cultuur of economie versus cultuur.” Toch hoopt ze op en merkt ze een kleine kentering. “Er groeit wel degelijk besef bij fondsen en overheden dat juist deze verbindende vorm van cultuur hard nodig is en dat er over beleidsterreinen heen zal moeten worden gekeken, alleen is de subsidieaanvraagprocedure bij overheden hier vaak nog niet op ingericht.”
Kunst die in de samenleving wortelt
Als alumna van de Erasmus Universiteit pleit Stoel voor meer praktijkervaring in het curriculum. “Het zou goed zijn om studenten uitgebreider te laten ervaren hoe cultuur echt werkt in de praktijk, hoe ze bijvoorbeeld een programma samenstellen vanuit de behoefte en samen met bepaalde doelgroepen. Dan kunnen zij uiteindelijk degenen zijn die echt integraal gaan werken.” Daarnaast ziet ze een belangrijke rol voor onderzoek dat verder kijkt dan bezoekersaantallen en zich richt op kwaliteit van ontmoetingen, de beleving en maatschappelijke impact.
Tijdens de conferentie van de Association for Cultural Economics International (ACEI) zal Stoel als panellid deze visie uitdragen: “Kunst en cultuur krijgen pas écht betekenis als ze wortelen in de gemeenschap. Het moet raken, verbinden en resoneren, wat mij betreft.”
- Meer informatie
Over ACEI en de publieksdag
De Association for Cultural Economics International (ACEI) is een vereniging die zich richt op het bevorderen van onderzoek en discussie over de economische aspecten van kunst en cultuur. De ACEI organiseert elke twee jaar een internationale conferentie, waar wetenschappers en professionals uit de hele wereld samenkomen om de laatste ontwikkelingen en inzichten op het gebied van culturele economie te delen.Op 24 juni 2025 organiseert de Erasmus Universiteit Rotterdam de publieksdag van de 23e Internationale Conferentie over Culturele Economie van de ACEI. Deze publieksdag is een unieke gelegenheid voor een breed publiek om kennis te maken met de wereld van culturele economie. Tijdens deze dag zullen er verschillende lezingen, workshops en discussies plaatsvinden, waarbij experts en belangstellenden samenkomen om te praten over de rol van kunst en cultuur in de economie en samenleving. De conferentie vindt plaats van 24 tot 27 juni 2025 en wordt officieel geopend op de avond van 24 juni. Voor meer informatie, ga naar de website van de publieksdag