Waarom zorgverzekeraars nog wel eens met verrassende premies kunnen komen

handen op de knip

Het kabinet verwacht dat we volgend jaar fors meer gaan betalen voor onze zorgverzekering. In de rubriek zorgverzekeringsmythes schrijft AD gezondheidsjournalist Tijn Elferink wekelijks over zorgverzekeringen. Vandaag: wat zegt de zogenoemde ‘rekenpremie’ over wat we volgend jaar daadwerkelijk voor de basisverzekering gaan betalen?

De zorgpremie gaat omhoog met elf euro per maand, zo maakte het kabinet gisteren op Prinsjesdag bekend. Een verrassing is het niet. De belangrijkste reden voor de hogere rekenpremie zijn de stijgende zorgkosten. De zorg wordt duurder vanwege vergrijzing en nieuwe, dure behandelingen. Daar komen, net als vorig jaar, hogere loonkosten van werknemers in de zorg bij.

Voor de verplichte basisverzekering gaan we volgend jaar flink meer betalen: gemiddeld 137 euro per maand. Althans, dat is wat het kabinet verwacht. De rekenpremie is een schatting van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Het is uiteindelijk aan de zorgverzekeraars hoeveel premie ze daadwerkelijk vragen. Verzekeraars zijn bij het berekenen in het voordeel: door declaraties hebben ze een actueler inzicht in de zorgkosten.

Spaargeld inzetten

VWS houdt er rekening mee dat zorgverzekeraars ook dit jaar hun reserves gaan inzetten om de premiestijging te beperken. Door dat spaargeld in te zetten, werken zorgverzekeraars verliesgevend: er komt minder premiegeld binnen dan er aan zorgkosten uitgaat. Zorgverzekeraars waarschuwden vorig jaar dat ze niet jaar in jaar uit eigen vermogen kunnen blijven inzetten.

Toch is het vrij zeker dat zorgverzekeraars ook dit jaar weer een duit in het zakje doen, zegt Marco Varkevisser. ,,Mede dankzij de coronacompensatie hebben ze voldoende geld in kas”, weet de hoogleraar Marktordening in de Gezondheidszorg bij Erasmus School of Health Policy & Management (ESHPM) van de Erasmus Universiteit Rotterdam.

Geen aandeelhouders

,,Door de onderlinge premieconcurrentie is het logisch dat zorgverzekeraars dat geld, in ieder geval deels, aan hun verzekerden teruggeven.” Op een uitzondering na, zijn zorgverzekeraars verenigingen of coöperaties zonder winstoogmerk. Er zijn geen aandeelhouders om winst aan uit te keren.

Het wettelijk verplichte eigen risico blijft komend jaar gelijk. Eigenlijk was het ooit de bedoeling dat dit bedrag jaarlijks met de zorgkosten zou meestijgen. Om het eigen risico tot 2025 te bevriezen, trok het kabinet in het coalitieakkoord al de portemonnee: 223 miljoen euro voor 2023 en zelfs bijna 500 miljoen euro voor elk van de volgende jaren.

Glazen bol

Zorgverzekeraars hebben tot 12 november de tijd om uit te rekenen wat hun basisverzekering gaat kosten. Daarbij kunnen de beleggingsresultaten nog wel eens een rol spelen. Gezamenlijk hebben de verzekeraars miljarden euro’s in kas, die ze deels in aandelen beleggen. Een goed of een juist slecht beleggingsjaar kan nog wel eens voor een verrassende premie zorgen. ,,Kortom, de rekenpremie is een mooie indicatie, maar het blijft een glazen bol”, zegt Varkevisser.

Traditiegetrouw komt verzekeraar DSW als eerste met premie, op de vierde dinsdag van september. Vorig jaar haalde DSW die deadline vanwege corona niet. Varkevisser: ,,Ik verwacht dat ze dit jaar toch wel weer alles op alles gaan zetten.”

Dit nieuwsartikel is geschreven door Tijn Elferink en overgenomen van het AD.

Professor

Vergelijk @count opleiding

  • @title

    • Tijdsduur: @duration
Vergelijk opleidingen