Als we zouden uitweiden over hoeveel Erasmus Professor Jun Borras heeft gedaan om mensen bewust te maken van het onrecht van landroof en kennispolitiek, zou dat de helft van dit artikel in beslag nemen. Feit is dat zich als wetenschapper-activist verdiept in landpolitiek in het Zuiden van de wereld. Hij heeft ruimte gemaakt voor dialoog tussen wetenschappers en boeren in het Zuiden over rechtvaardige landpolitiek. Zijn belangrijkste doel is de mensen te ondersteunen die vaak niet gehoord worden, zonder namens hen te spreken.
Samen met Ian Scoones, Professor Politiek van hulpbronnen en Omgevingsverandering van IDS Sussex, Anna Tsing (Professor Antropologie, Aarhus University en University of California Santa Cruz) en Esteve Corbera (Professor Ecologische Economie en Politieke Ecologie bij ICTA-UAB Barcelona) heeft hij een prestigieuze European Research Council Synergy grant van 8,33 miljoen euro ontvangen voor hun gezamenlijke project ‘Land en Leven in het Antropoceen: landschapshervorming (LAND)’. Het interdisciplinaire team gaat onderzoeken hoe land, levensonderhoud en ecosystemen hervormd kunnen worden om mensen en de planeet te ondersteunen. De studie richt zich op vier locaties: de Amazone in Colombia, Zuid-Afrikaanse savannes, Mediterrane vlaktes en Zuidoost-Aziatische kustgebieden en wetlands. De ERC vindt het voorstel zeer ambitieus en innovatief en verwacht dat de onderzoekers een significante impact zullen maken.
Het mainstream ontwikkelingsdenken is gebaseerd op grenzeloze economische groei, zegt Jun Borras. "Maar dat is alleen mogelijk ten koste van massale ongelijkheid, uitbuiting en vernietiging van de omgeving. We produceren zoveel eten dat niemand honger zou moeten hebben. Voedsel wordt niet geproduceerd tegen honger, maar voor winst. 700 miljoen mensen in de wereld hebben chronisch honger omdat ze geen eten kunnen betalen. Voedsel en landpolitiek zijn met elkaar verbonden." Daarom richt Jun Borras zich op landpolitiek: "Het wereldvoedselsysteem is gebaseerd op ongelijke toegang tot land. Grote bedrijven, vooral uit het Noorden van de wereld, onttrekken bronnen aan het Zuiden en putten de aarde uit, zonder eerlijke banen te creëren. Een meer democratische verdeling van toegang tot land is een fundamentele eis voor een meer rechtvaardige, eerlijker en vriendelijker toekomst."
Voor een eerlijker samenleving heb je gelijke toegang nodig tot kennis. Academische kennis is niet goed toegankelijk voor wetenschappers uit het Zuiden omdat abonnementen op wetenschappelijke artikelen en boeken duur zijn. En als ze publiceren, komen hun artikelen achter een betaalmuur terecht. Wereldwijde kennispolitiek is volgens Jun Borras ook fundamenteel ondemocratisch: Kennis die op universiteiten is geproduceerd krijgt veel meer aandacht dan overerfde wijsheid van boeren. Hun vormen van kennis zijn verschillend, maar evenveel waard.
Interview
Uw focus op het ondersteunen van het werk van sociale bewegingen tegen bijvoorbeeld landroof heeft bijgedragen aan brede belangenbehartiging. Dat leidde weer tot VN-richtlijnen en de VN-verklaring over de rechten van boeren (UNDROP). Heeft dit hun situatie daadwerkelijk verbeterd?
"Mijn werk is een super klein onderdeel van de veel grotere sociale beweging binnen en buiten academia. Dit gemeenschappelijke werk hielp om het onderwerp landpolitiek weer op de internationale agenda te krijgen. Echte verbeteringen zijn vaak moeilijk te meten, maar hervormende regels zoals UNDROP zijn essentieel voor mensen om hun recht te kunnen halen. Voor die tijd hadden ze niet eens het recht om te klagen. De strijd in sommige samenlevingen is heel fundamenteel: voor het recht om rechten te hebben.”
Met een groep academische instellingen organiseert u zogenoemde Writeshops (schrijfwinkels) voor academici uit het Zuiden aan het begin van hun loopbaan. Hoe maken zij impact?
“De internationale Writeshop is een platform voor het bestuderen en discussiëren over wereldwijde kennispolitiek. Ondanks de zeer ondemocratische setting kunnen we kennis produceren met een positieve maatschappelijke impact. De uitdaging is hoe we ideeën met impact kunnen produceren terwijl we tegelijk kennisinstituten democratischer maken. De meest gemarginaliseerde groep in academia zijn jonge academici uit het Zuiden van de wereld, en dan vooral vrouwen en mensen uit minderheidsgroepen. De Writeshop moedigt mensen aan en ondersteunt ze bij het schrijven van artikelen in toptijdschriften. Zo kunnen ze deelnemen aan het wereldwijde debat en makers van kennis worden, en een netwerk bouwen met andere wetenschappers over de hele wereld. De afgelopen zes jaar hebben meer dan driehonderd deelnemers van honderd landen meegedaan en talloze artikelen gepubliceerd. Deelnemers worden emotioneel als ze ontdekken dat ze deel geworden zijn van een wereldwijde gemeenschap die streeft naar dezelfde idealen.”
Is het mogelijk om maatschappelijke impact te maken en toch academisch onafhankelijk te blijven?
"In elk geval in de sociale wetenschappen is onderzoek nooit neutraal. Je formulering van een onderzoeksprobleem laat je bias zien. Maar dat is geen probleem. Ik kan nog steeds een strenge onderzoeker zijn. We komen alleen tot verschillende conclusies, omdat we verschillende referentiepunten hebben. Mijn referentiepunt is de mensen die uitgebuit en onderdrukt worden."
Uw tweede aandachtspunt binnen het democratiseren van kennispolitiek (DKPI) is het trainen van leiders van boerenbewegingen. Waar werkt u met hen aan?
"Lokale gemeenschappen zijn kennishouders en kennisproducenten. We leren van ze. In de training krijgen deelnemers analyse-instrumenten aangereikt die ze in verschillende omstandigheden kunnen toepassen. Onze training stelt mensen in staat om verschillende en tegenstrijdige verklaringen voor problemen te begrijpen en op te lossen, zoals klimaatverandering. Deelnemers hebben een zeer diverse achtergrond: van middelbare school tot universitair geschoold. De meesten zijn arme boeren en vissers. Maar de concepten die we bespreken zitten op een hoger niveau. We gebruiken geen geschreven bronnen. We vertalen abstracte concepten naar hun eigen omgeving. We delen de concepten, bespreken ze in groepen en doen een gezamenlijke terugkoppeling. Zo trainen ze zichzelf om op gelijk niveau te komen als beleidsmakers of andere sociale bewegingen, in hun begrip van concepten die belangrijk zijn voor het dagelijks leven. Meer dan 700 mensen hebben meegedaan en ze geven zeer positieve feedback. Zij trainen weer anderen. Net zo belangrijk: de trainers leren ook een heleboel. Misschien wel meer. Wat ik leer, gebruik ik weer voor mijn onderzoek en lessen. Als academicus word je nederig als je ziet hoe enorm de kennis is van gewone werkende mensen. Ervaringskennis en academische kennis zijn even waardevol. Het combineren van die twee geeft nieuwe en krachtige inzichten."
In Brussel heeft u recent mede een conferentie georganiseerd van wetenschappers, boeren en leden van de Europese Commissie, gesponsord door het DKPI-programma. Hoe heeft de conferentie beleid beïnvloed?
"Om dingen te veranderen moeten we lokale gemeenschappen en hun sociale bewegingen, en praktische beleidsmakers mobiliseren. Academia ondersteunt deze discussie, vooral door academisch onderzoek aan te reiken dat de positie van gemarginaliseerde groepen versterkt, zoals kleinschalige boeren. Een belangrijk principe van agrarische sociale bewegingen is ‘niets over ons zonder ons'. Dus hadden we in elk panel in elk geval een vertegenwoordiger van een basisbeweging. Dit verbeterde het gesprek en maakte ieders bijdrage invloedrijker."
Als wetenschapper-activist streeft u naar een vriendelijker, eerlijker en rechtvaardiger samenleving. Wat is de invloed van alle initiatieven als u met pensioen gaat?
Jun Borras glimlacht."Dat is al over zeven jaar! Het meest lonende resultaat is de wetenchap dat zoveel jonge wetenschapper-activisten enthousiast zijn over deze manier van werken. Het verandert de wereld, maar ook de universiteit. Zo moet het zijn."
- Meer informatie
- Gerelateerde content
