Digitaal fort of veilige woonomgeving: slaan we door in het beveiligen van ons huis?

portretfoto van Marc Schuilenburg

Waar de inbraakcijfers in Nederland al jaren steevast dalen, neemt de vraag naar beveiliging juist toe. Zo besluiten steeds meer mensen hun huis door middel van kostbare technische systemen te laten beveiligen. Of deze investering in beveiliging ook werkelijk een investering in meer veiligheid is, blijkt discutabel. Marc Schuilenberg, hoogleraar Digital Surveillance aan Erasmus School of Law, weegt de kosten en baten van de hang naar beveiliging af in een uitzending van Nieuwsuur. Ook belicht hij de mogelijke paradoxale werking van steeds meer technische beveiliging.

De Nederlandse inbraakcijfers van de afgelopen jaren schetsen een hoopvol beeld: er is een algemene daling van het aantal inbraken, en specifiek het aantal woninginbraken nam sinds 2012 af met ruim 70 procent. Desondanks gaven Nederlanders vorig jaar 24 procent meer uit aan technische beveiliging ten opzichte van het jaar daarvoor. Een goede beveiliging van een woning begint bij goed hang- en sluitwerk, maar hier blijft het voor veel huiseigenaren niet meer bij. Zij schaffen dure beveiligingssystemen, slimme deurbellen en camera’s aan. Met name de beveiligingssystemen zijn populair en brachten vorig jaar 236 miljoen euro in het laatje van beveiligingsbedrijven.

Hoe voordelig zijn beveiligingssystemen?

Volgens Schuilenburg kunnen bewakingssystemen op twee manieren positieve werking hebben. “Aan de ene kant kan het ertoe leiden dat inbrekers sneller het huis uitgaan, dus dat de tijd van inbraak korter wordt en dat ze dus minder kunnen meenemen.” Een ander voordeel schuilt volgens hem in de grotere pakkans van daders. “Op grond van de beelden is de kans groter dat die personen in de kraag worden gevat. En wellicht dat je je spullen op die manier ook zou kunnen terugkrijgen”, vertelt de hoogleraar Digital Surveillance. Toch is Schuilenburg kritisch: “Je voorkomt de inbraak hiermee niet.”

Succesparadox en gebrek aan sociale controle

Schuilenburg plaatst de afname van de inbraken enerzijds en toename van de vraag naar beveiliging anderzijds in een breder maatschappelijk kader. Hij wijst op wat hij noemt de ‘succesparadox’: “Hoe veiliger de samenleving wordt, hoe hysterischer we reageren op het laatste stukje onveiligheid dat er dan nog is.” Om dit laatste stukje onveiligheid het hoofd te kunnen bieden, wordt steeds vaker naar techniek gegrepen en steeds minder naar de medemens. “Het leidt tot een rare paradox. Als we alleen nog maar vertrouwen op techniek verandert ons huis in een digitaal fort en de wijk in een soort digitaal nabuurschap. Terwijl we juist weten dat het in buurten met een grote vorm van sociale cohesie en een sterke vorm van onderlinge controle, de kans op inbraak ook kleiner is”, merkt Schuilenburg op.

Professor
Meer informatie

Kijk het fragment van Nieuwsuur hier terug (vanaf 35:00).

Vergelijk @count opleiding

  • @title

    • Tijdsduur: @duration
Vergelijk opleidingen