Hoe incorporeer je online elementen in je colleges? Het Leiden-Delft-Erasmus Centre for Education and Learning lanceert deze maand de eerste drie trainingsmodules voor docenten van de drie universiteiten. Ze gaan over 'active and blended learning', gebruik van video en online toetsen.
Maak een storyboard en script voor een video die je in je college wilt gebruiken, ontwerp een online toets of ontwikkel een activerende en blended les. Het zijn voorbeelden van opdrachten voor de deelnemers aan de eerste drie trainingsmodules van het Leiden-Delft-Erasmus Centre for Education and Learning (CEL).
De modules zelf zijn ook blended: een mengvorm van online en ‘live’ onderwijs. Ze zijn er voor docenten van de Universiteit Leiden, de TU Delft en de Erasmus Universiteit Rotterdam. De modules starten deze maand. Specialisten van het Leidse ICLON, het Delftse OC Focus en het Rotterdamse Risbo brachten hun kennis en expertise in op het snel groeiende gebied van het online onderwijs.
Aan het eind van een module hebben de deelnemers een tastbaar product in handen dat ze in hun onderwijs kunnen gebruiken. Maar steeds vanuit de vraag: waar leren studenten het meeste en beste van? Hoe ontdek ik wat er in hun hoofd omgaat? Welke keuzes maak ik dus?
Nieuwe blik op onderwijs
De trekkers van de ontwikkelteams signaleren alle drie dat de opkomst van online onderwijs universiteiten en docenten heeft wakker geschud. “Je gaat met een nieuwe blik naar je onderwijs kijken”, zegt Margie Grob van de TU Delft. Floris van Blankenstein (Universiteit Leiden) voegt toe: “Digitaal toetsen dwingt je om heel kritisch na te denken over je toetsen.”
Alice van de Vooren (Erasmus Universiteit Rotterdam) trok het team dat de module Designing Active and Blended Learning ontwikkelde: ‘We weten dat studenten diepgaander leren als ze actief met de stof bezig zijn. Een docent kan dus bijvoorbeeld een online quiz in een bijeenkomst opnemen, weet dan meteen wat een student lastig vindt en kan daarop inspelen. Je wilt ook dat studenten efficiënt werken, thuis al iets gedaan hebben. En dat doe je tegenwoordig nu eenmaal met online hulpmiddelen. Voor studenten is dat heel normaal want middelbare scholen zijn er al ver mee. Maar de ontwerpkeuzes en organisatie blijken vaak lastig, daar willen we docenten bij ondersteunen. Aan het eind heb je echt iets waarmee je kunt werken. Het start met een pitch, je maakt een prototype, dat ga je op elkaar testen en dan implementeer je het in je eigen praktijk.’
Niet altijd het mooiste filmpje
Margie Grob, trekker van het team dat de module over effectief gebruik van video ontwikkelde: ‘De beste video hoeft niet altijd het mooiste, meest catchy filmpje te zijn. In onze module leren we: bepaal eerst welk doel je hebt en welk format daarbij past. Er zijn zoveel mogelijkheden, van een kennisclip tot een animatiefilmpje. We merken wel dat er nog heel weinig onderzoek naar de onderwijskundige kant is gedaan. Het gaat vaak over de techniek.’
Universiteiten leren van elkaar
‘We leren de docenten heel praktische dingen, ondersteund met theorie’, zegt Floris van Blankenstein van de module ‘Digitaal toetsen’. ‘Als de deelnemers hebben besloten wat voor soort toets het beste bij hun doelen past, is de keuze van de juiste software cruciaal en daar helpen we bij. We kunnen hier als universiteiten veel van elkaar leren. Delft werkt bijvoorbeeld al veel met software voor adaptief leren en Leiden met een programma dat peer feedback mogelijk maakt.’
Over het Centre for Education and Learning
Het Centre for Education and Learning is een van de multidisciplinaire centres onder de vlag van de Leiden-Delft-Erasmus Alliantie. Het richt zich op onderzoek naar universitair onderwijs en de toepassing daarvan in de praktijk. De focus ligt op online leren en doceren.
Zie ook het LDE-dossier.
- Meer informatie
Team Persvoorlichting Erasmus Universiteit Rotterdam, T (010) 4081216 of E press@eur.nl