Het trappelen van Hassan

Zwemles
Photo by Kindel Media from Pexels

Het was het laatste onderdeel van het diploma A. Watertrappelen. Met een dichtgeknepen neusje sprong ik in het water en begon direct mijn benen te bewegen terwijl mijn wijsvingers net boven het water priemden. De badmeester gaf ondertussen instructies aan het rustig drijvende groepje om mij heen en blies toen op zijn fluitje. De tijd liep. Nog twee minuten terwijl ik al ruim een minuut bezig was. De vermoeidheid kroop via mijn benen omhoog en mijn wijsvingers verdwenen langzaam onder water. Het chloor prikte in mijn ogen en vaag zag ik de badmeester met een stopwatch is zijn hand. Ik wilde schreeuwen en slokte. Kort daarna ben ik verdronken maar ik hoorde nog een fluit. Sindsdien weet ik hoe moeilijk het is om een woord op het puntje van je tong te hebben en je kunt er maar niet opkomen.

‘Kun je me vertellen wat een tuin is zonder dat je het woord gebruikt?,’ vroeg de badmeester. Ze begon te watertrappelen voordat ik op mijn fluitje had geblazen maar de woorden wilden niet komen. ‘Het is een tuin dat …PIEP… het is een groene met bomen en bloemen in de tuin…PIEP…ik weet niet…het is een…een…huispark,’ hijgde ze en ik trok haar uit het water. Wat een schitterend woord! Ik heb het voorzichtig afgedroogd. Een huispark.

Wat is een apotheek? U kunt zelf thuis meedoen. Het gaat om het benoemen van het relatief pronomen (het betrekkelijk voornaamwoord) en de bedoeling is dat u begint met: een apotheek is een puntjepuntje die/dat/wat of waar u puntjepuntje en dan watertrappelen in de bijzin. Ik houd het even simpel want er zijn natuurlijk ook bijzinnen met preposities mogelijk. Amer zei dat het een huis met veel dozen van dokter was. Volgens Jahila was het een fabriek waar ze medicien maken en Mohamad zei dat het een plaats was die jou beter gaat maken. Murat had misschien wel de mooiste: ‘Een winkel met pielen die jou veel lang doet wachten op jouw kaartje.’

Misschien was uw eigen oplossing beter maar wij werken eraan om het net zo goed te krijgen.

De brandweer zijn mannen die de vuur doodmaken en de verpleegster is vrouw van de dokter die altijd meeste mooi is. Een boerderij is een huis waar dieren wonen. Ik heb het hier al vaker gezegd maar elke dag maakt de taal in zijn pure, misschien wel kinderlijke vorm me ontzettend blij en natuurlijk extra blij als er zoveel grammaticale cadeautjes in verborgen zitten. Het zijn de kronkelende bochtjes die vaak logischer zijn dan de gekanaliseerde vorm die wij als norm hanteren

Wat is een vliegtuig en je mag vliegen niet gebruiken. Hassan trappelde nauwelijks en ging al vrij snel naar de bodem van het zwembad. ‘Een vliegtuig…PIEP…was mijn huis.’ Daarna zweeg hij en ik dook hem achterna. Hij was steward in Syrië en verdiende een beetje bij als gids in de plaatsen waar hij landde. Vaak sliep hij in het vliegtuig, het werd zijn huis. Hassan zag er ook uit als een steward met een grote glimlach en vriendelijke ogen. Hij werd tijdens de oorlog ontslagen en toen werd het moeilijk omdat de toeristen wegbleven. ‘Ik had last van werk vinden,’ zei hij als gebrekkige vertaling van ‘I had trouble finding work.’

‘Ik had last van werk vinden.’ Je kunt last hebben van muggen, ongedierte, de buren, je rug, je knie, noem maar op maar deze had ik nog nooit gehoord. Toen ik het las, dacht ik wel meteen aan Rotterdam. Mijn stad is de armste gemeente van Nederland en 35% van de inwoners leeft van een bijstandsuitkering. Voor veel van deze mensen is de Nederlandse taal de mug, je rug, je knie, je buren of noem maar op waar je last van hebt. Taal is taai en trekt je langzaam omlaag als je nooit hebt geleerd hoe je moet watertrappelen.

Mijn rol is vrij simpel: Ik gooi ze erin en ik trek ze eruit. Ze weten wat ze moeten doen maar dit is de universiteit en die staat ver boven het echte leven waarin je alleen al door taalachterstand last hebt van werk vinden. Taalachterstand lijkt op verdrinken in het zwembad waar de rest het redt en jij niet. Ze mogen niet verdrinken. Niet in Rotterdam, nergens in Nederland.

  • Piethein Burmanje (1961) studeerde Geschiedenis in Amsterdam en volgde de lerarenopleiding in Leiden en Utrecht (NT2). Hij werkte als journalistiek medewerker voor NRC-Handelsblad in Brussel en Rotterdam, als publieksvoorlichter voor het Rijksmuseum en als docent NT2 voor Vluchtelingenwerk Nederland. Hij is coauteur van Kleine Mannetjes. Van Alexander de Grote tot Nicolas Sarkozy (Contact, 2012). Sinds 2017 werkt hij als docent NT2 voor het Language &Training Centre van de Erasmus Universiteit Rotterdam.

    Piethein Burmanje (Blog)
    Arie Kers

Vergelijk @count opleiding

  • @title

    • Tijdsduur: @duration
Vergelijk opleidingen