Hoe met de haven de prostitutie en zeelui uit Rotterdam verdwenen

Zicht op Katendrecht door Ossip van Duivenbode
Buurtbewoners van Katendrecht gooien ruiten in van bordelen en clubs
Nationaal Archief

Hoe verdween het roemruchte uitgaansleven en de prostitutie in de twintigste eeuw uit Rotterdam? En hoe werkt dit verleden door in de stad van nu? Het proefschrift van Vincent Baptist (Erasmus School of History, Culture and Communication) geeft een interessant inkijkje. De promovendus dook in archieven en interviewde (oud-)bewoners van Katendrecht. Zijn onderzoek maakt onderdeel uit van Pleasurescapes, een Europees onderzoeksproject in verschillende havensteden. 

Rotterdam heeft de grootste haven van Europa. Met de groei van de haven verplaatste de economische activiteit zich in de twintigste eeuw steeds verder richting zee. De zeelui kwamen steeds minder in de binnenstad, waarmee ook het karakter van de stad veranderde. Zo zag het nachtleven er de vorige eeuw heel anders uit; typisch Rotterdamse arbeiderswijken veranderden ‘s avonds in een bruisend geheel vol obscure zeemanskroegjes. Dat ging er niet altijd even gemoedelijk aan toe. In oude kranten vond de promovendus berichtjes over vechtpartijen, steekincidenten en berovingen. 

“De haven trok vroeger traditioneel zeelui die maar kort aan wal kunnen en zich willen vermaken”, verklaart de promovendus. “Ze hebben vaak ook behoorlijk wat te besteden en je ziet dat in havensteden vaak prostitutie voorkomt.” Baptist deed onderzoek naar de Zandstraatbuurt, de Schiedamsedijk en Katendrecht. Prostitutie was in die wijken heel normaal, maar concentreerde zich na de Tweede Wereldoorlog vooral in Katendrecht. “Het stadsbestuur wilde de stad moderniseren en vond dat de stad een afspiegeling moest zijn van hoe goed het ging in de haven. Dat prostitutie zich beperkte tot Katendrecht kwam de gemeente na de oorlog goed uit, want dat lag ver van het centrum.” 

Vincent Baptist - onderzoeker bij Erasmus School of History, Culture and Communication

Eroscentrum op Katendrecht 

In de jaren zeventig nam de criminaliteit en de overlast zienderogen toe, tot onvrede van veel van de bewoners. De gemeente zocht aarzelend naar een oplossing en overwoog om alle prostitutie op een plek te concentreren, vergelijkbaar met de controversiële plannen in Amsterdam. Er kwam onder meer een ontwerp op tafel voor een fallusvormig ‘eroscentrum’, voorgesteld door architect Carel Weeber, zo vond de onderzoeker in de archieven van het Nieuwe Instituut. Het stadsbestuur nam hier nooit een besluit over en de onvrede nam toe. “Er waren veel protesten en er was kritiek op de trage besluitvorming. Uiteindelijk week de prostitutie steeds meer uit naar de randen van de stad. Dat was een proces van de lange adem.” 

Baptist interviewde ook al wandelend door Katendrecht (oud-)inwoners die de protesten in de jaren zeventig nog hebben meegemaakt. De meeste bewoners zijn uiteindelijk weggetrokken, bijvoorbeeld omdat ze zich niet meer veilig voelden. Katendrecht is voor de onderzoeker een klassiek voorbeeld van een gegentrificeerde wijk. Hij wilde erachter komen hoe (oud-)inwoners nu naar de buurt kijken. Veel van de geïnterviewden waren nog steeds positief. “Zo vinden ze het fijn dat de oude arbeidershuisjes mooi zijn opgeknapt en komen ze nog altijd graag in de buurt. Al vinden ze de huizen wel veel te duur geworden. Daar moet ik natuurlijk wel bij zeggen dat de mensen die graag meewerken aan een interview mogelijk ook al op voorhand positiever tegenover de buurt staan.” 

M.J. Brusse 

Voor de Zandstraatbuurt en de Schiedamsedijk putte de promovendus vooral uit archiefmateriaal, gedigitaliseerde kranten en historische foto’s. De in Rotterdam bekende NRC-journalist M.J. (Rie) Brusse bleek een dankbare bron. Ook deze wijken stonden bekend om prostitutie en de overvloed aan cafés waardoor de zeelui er graag kwamen. De Schiedamsedijk werd door het bombardement met de grond gelijkgemaakt. De Zandstraatbuurt moest na de Eerste Wereldoorlog al wijken voor het Stadhuis. “Brusse romantiseerde deze volksbuurt in zijn columns en verzette zich enigszins tegen de sloop. Toch komt hij hier later, in de jaren ’30, op terug. Dan beschrijft hij ook meer de armoede en de criminaliteit en daalt het besef in dat de wijk niet te behouden was.” 

De promovendus wilde met zijn onderzoek niet louter de geschiedenis optekenen van de buurten, maar de inzichten breder en dieper trekken. “Havens worden vaak uit industrieel en economisch oogpunt bekeken, maar hebben een culturele weerslag op een stad en dat komt tot uiting in dit soort buurten. Mijn onderzoekt linkt aan grotere thema’s zoals nostalgie, gentrificatie en veiligheid. Zo blijkt uit de interviews dat gentrificatie niet per se altijd als inherent negatief wordt gezien. En nostalgie is vaak niet iets waaraan vast wordt gehouden. Mensen zien in dat vroeger niet meer terugkomt en willen dat ook niet.” 

Maritiem verleden en marketing 

In Katendrecht is het verleden met een knipoog nog terug te zien. Zo zijn café de Ouwehoer en restaurant De Matroos en het Meisje een verwijzing naar het maritieme verleden. Waar sommige oud-bewoners dat zien als een grappige referentie, vonden anderen dat toch gekunsteld en behoorlijk goedkoop. “Iemand zei tegen mij dat een echte Katendrechter een café nooit de Ouwehoer zou noemen. Ik denk dat de stad moet nadenken hoe ze zichzelf in de markt wil zetten. Rotterdam blijft een havenstad en kan dat prima als marketinginstrument gebruiken, maar tegelijk is de vraag welke en hoeveel mensen je daar blij mee maakt.” 

Promovendus
(Vincent) V Baptist, MA
Meer informatie

Promotie

Op vrijdag 31 maart verdedigt Vincent Baptist zijn proefschrift ‘Pleasure near the Port: Spaces and Legacies of Notorious Entertainment Culture in 20th-Century Rotterdam’.

Lees meer over het Europese onderzoeksproject Pleasurescapes

Vincent Baptist werd onlangs door NRC geïnterviewd over zijn onderzoek: ‘Je móét er tegen zijn, maar gentrificatie heeft ook een andere kant’.

Gerelateerde content
Kandidaat verdedigt zijn proefschrift op vrijdag 31 maart 2023.
ESHCC logo with signature
75 jaar geleden werd de tekst 'Sterker door Strijd' toegevoegd aan het stadswapen van Rotterdam. Historicus Paul van de Laar legt uit waar die leus vandaan komt.
Karel Paul van der Mandele

Vergelijk @count opleiding

  • @title

    • Tijdsduur: @duration
Vergelijk opleidingen