‘Nieuwe impulsen nodig in forensische psychiatrie’

Nieuwe impulsen nodig in forensische psychiatrie’

De forensische psychiatrie stagneert. Er moeten nieuwe wegen worden ingeslagen om verder te komen. Daarvoor pleit prof. dr. Hjalmar van Marle, hoogleraar forensische psychiatrie aan het Erasmus MC en Erasmus School of Law, in zijn afscheidsrede op vrijdag 27 november 2015. Volgens hem moet onder andere het remmen van daden verder worden onderzocht, in plaats van te vragen naar het ‘waarom?’.

In zijn afscheidscollege ‘Wat is waar? Wat is van waarde? Over de noodzaak voor voortdurend wetenschappelijk onderzoek in de forensische psychiatrie’ pleit Van Marle voor het inslaan van nieuwe wegen om verder te komen in de forensische psychiatrie. Hij stelt vast dat er nu een status quo is, nadat de forensische psychiatrie de afgelopen dertig jaar een geweldige vlucht heeft genomen, met verbeterde rapportage, diagnostiek en behandeling en een sterke vermindering van het aantal herhalingsdelicten.

Plafond
Volgens Van Marle zit de kennis van behandeling van geestelijk gestoorde delinquenten en risicotaxatie nu aan een plafond. Ook zijn er bij individuele gevallen onvoldoende gegevens beschikbaar om delinquent gedrag voortijdig te signaleren en te voorkomen.

Daarnaast stagneert de discussie over toerekeningsvatbaarheid, in plaats van een nieuwe methodiek te zoeken. De neurowetenschappen bieden te weinig diagnostische houvast. 
Als het gaat om die toerekeningsvatbaarheid pleit de scheidend hoogleraar voor verder onderzoek naar het remmen van antisociaal gedrag - in plaats van te vragen naar het ‘waarom?’.

Ook moet de behandeling van risicovolle patiënten meer overeenstemmen met de huidige diagnostiek van specifieke hersenontwikkelingen en de geschiktheid voor een bepaalde behandeling. Verder dient de kracht van positieve en beschermende factoren meer worden erkend en systematisch toegepast, stelt Van Marle.

Onderzoekslijnen
Meten en evalueren, om zo de kwaliteit van de forensische psychiatrie te verbeteren, kunnen niet meer worden gebagatelliseerd als ‘overbodig’ of ‘te duur’, aldus Van Marle. Hij propageert onderzoekslijnen die tot nu toe weinig zijn gebruikt in de forensische psychiatrie. Een voorbeeld is doorlopend (‘longitudinaal’) onderzoek van bepaalde leeftijdsgroepen naar de sterke en zwakke kanten in hun levenswijze, om delinquentie vroegtijdig te signaleren en zo tijdig te kunnen ingrijpen. Dat kost tijd, maar zorgt voor een sterke praktische basis. Daarnaast levert doorlopend (‘single-case’) onderzoek met herhaalde metingen bij individuen een betere samenhang van factoren op.

Van Marle: “Nu tijd en kwaliteit beiden maatschappelijk belangrijk zijn geworden, is uitbreiding van de forensisch psychiatrische onderzoekskaders noodzakelijk. Maatschappelijke inbedding (‘waardering’) en vroegdiagnostiek (‘investering’) zijn hierbij leidinggevend.”

Over Hjalmar van Marle 
Hjalmar van Marle (1950) is sinds 2003 gewoon hoogleraar forensische psychiatrie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en het Erasmus Medisch Centrum. In het verleden was hij geneesheer-directeur van de Van Mesdagkliniek in Groningen en het Pieter Baan Centrum in Utrecht. Vanaf 1990 tot 2003 was hij bijzonder hoogleraar Forensische Psychiatrie in Nijmegen. Van Marle is ingeschreven in het Nederlands Register Gerechtelijke Deskundigen en hij leidt de arts-assistenten psychiatrie op in het maken van forensische rapporten. Van Marle is (mede)auteur van diverse boeken en artikelen in wetenschappelijke tijdschriften met betrekking tot forensische psychiatrie. Hij mengt zich regelmatig in het publieke debat.

Meer informatie

Persvoorlichting Erasmus MC, T 010 703 32 89 of E press@erasmusmc.nl

Vergelijk @count opleiding

  • @title

    • Tijdsduur: @duration
Vergelijk opleidingen