Smart Urban Regions: De metropolitane en mainport economie in tandem voor transitie

Smart Urban Regions: De metropolitane en mainport economie

Door: Frank van Oort

In verschillende snelheden komen momenteel veranderingen op de Rotterdamse economie af met potentieel grote economische en maatschappelijke gevolgen – een typisch kenmerk van transities. Aan de hand van aansprekende auteurs als Jeremy Rifkin en de Rotterdamse burgemeester Aboutaleb lijken er kansen te zijn voor gecombineerde stedelijke en haven economieën om zich duurzaam en innovatief te ontwikkelen middels nieuwe technologieën die lokaal of mondiaal het economische speelveld kunnen veranderen. 

Zo wordt veel gespeculeerd op transitieconcepten als biobased energie, circulaire en recycle economie, internet-of-things distributie en nieuwe productie door 3D-printing – niet alleen in Rotterdam maar op veel plekken in de wereld. De concurrentieposities van complete sectoren zoals chemie en olieraffinage komen onder druk te staan. Werkgelegenheid verandert in sectoren van karakter of staat op de tocht door automatisering, en bestaande posities in waardeketens zijn niet meer vanzelfsprekend. Er kunnen echter ook nieuwe posities worden veroverd. Nieuwe beroepen en een grotere afhankelijkheid van dienstverlening en content vervangen potentieel bestaande waarden. Een snellere doorloop van product- en clusterlevenscycli zorgt voor dynamiek, maar ook voor onzekerheid. Cross-overs en innovatie richten zich op nieuwe nichemarkten - soms in lijn met, maar vaak ook buiten de gebaande paden van de huidige (top)sectoren. Door de toenemende dynamiek lijkt lokale economische groei ook steeds minder eenduidig beleidsmatig te sturen: initiatieven voor vernieuwing komen tot stand door zelforganisatie van bedrijven en consumenten, om vervolgens te floreren in plaatsen waar opschaling en netwerkverbondenheid groot is. De Sociaal Economische Raad adviseert daarom recentelijk dat steden en regio’s die hierin competitief vermogen missen, niet tegen de stroom in moeten willen roeien door beleidsmatig toch te gaan voor de technologische en economische vernieuwing die zich elders beter uitsorteert.

Natuurlijk wil iedere regionale economie voorsorteren op de hernieuwde kansen van groei en innovatie, liefst met behoud of groei van de bestaande sterktes. Stilstand is achteruitgang, en de concurrentie zit niet stil. Investeringen worden nodig geacht voor succes – in campussen, clusters, research & development, economic development boards, durfkapitaal, het aantrekken van buitenlandse investeringen en hoofdkantoren, en het creëren van landmarks en imago’s. Maar niet iedereen kan een winnaar zijn. Wat maakt dat de Rotterdamse regio wel succesvol wordt in het diversifiëren en herstructureren van haar economie, en kan voorsorteren op de voordelen van economische transities terwijl de nadelen worden beperkt?

Mainport & metropolitane economieën in het vizier

Economische en innovatiegerichte wetenschappelijke kennis geeft ons al enkele belangrijke aanknopingspunten hoe deze vraag te beantwoorden. Het zijn vooral grote stedelijke regio’s die goed geëquipeerd lijken te zijn voor diversificatie en uiteindelijk de adaptatie van nieuwe technologieën. Innovatie is zelden een echt radicale gebeurtenis. Incrementele innovaties zijn eerder aan de orde van de dag, en de meeste vernieuwing ontstaat door recombinatie van bestaande kennis en technologieën. Cross-overs zijn hierbij het sleutelbegrip. Grotere regio’s hebben veel gediversifieerde onderdelen die in scope kunnen schakelen en matchen met elkaar – onderdelen die toch ieder lokaal groot en specialistisch genoeg zijn om schaalvoordelen (scale) te behalen. Grotere regio’s hebben vaak ook algemene economische voordelen zoals een grootschalige arbeidsmarkt, de aanwezigheid van kennisinstellingen, een breed palet aan toeleveranciers en afnemers, en een grotere internationale bereikbaarheid om deze zaken elders binnen bereik te hebben indien het lokaal ontbreekt. Kortom, grotere steden hebben agglomeratievoordelen. Recent onderzoek in Nederlandse regio’s laat zien dat de grootste en meest vernieuwende kansen op cross-overs bestaan in de Noordvleugel en Zuidvleugel van de Randstad, hoewel op onderdelen ook Brainport Eindhoven en FoodValley Wageningen goede papieren hebben. Kansen voor bio-based energie, duurzaam transport en ICT-gestuurde distributie (b)lijken in termen van sectorale complementariteit en in navolging van suggesties als die van Jeremy Rifkin, erg potentievol in de regio Rijnmond. Ondanks de Rotterdamse potenties in de voor Nederlandse begrippen grote stedelijke regio, is er wel regionale samenwerking nodig om de agglomeratievoordelen ook vanuit buurgemeenten daadwerkelijk productief te maken – een opgave mede op het schaalniveau van de Metropoolregio Rotterdam - Den Haag (MRDH).

Een tweede aspect dat sterk uit de literatuur naar voren komt is dat de aanwezigheid van menselijk kapitaal dat inzetbaar en toepasbaar is in verschillende sectoren van groot belang is om cross-over kansen te identificeren. Mensen met skills en vaardigheden die bijvoorbeeld zowel in biotechnologisch onderzoek, chemische industrie, zaadveredeling en health science toepasbaar is, zijn natuurlijke ambassadeurs van bio-based energie cross-overs en zeer gewild bij bedrijven en kennisinstellingen. Maar ook ICT-toepassingen in logistiek, veiligheid en gezondheid zijn waardevol en sterk vernieuwend, net als de toepassing van hightech systemen en materialen technologie in de automotive industrie, machinebouw, offshore maintenance, vezelindustrie en gezondheidssectoren – belangrijke ingrediënten van de huidige en toekomstige Rotterdamse productiestructuur. Cross-overs vergen competenties en toegepaste skills die in minimaal twee deelsectoren toepasbaar zijn, liefst in meer.

Cross-over skills en kennis nu die samenhangen met nieuwe transitionele innovatie kennen een complex samenspel van zowel technologische productie als dienstengeoriënteerde en managementinnovatie componenten. Hoewel nog geen enkele regionale economie in Nederland in welke transitie dan ook heel ver ontwikkeld is, suggereren studies dat de complementaire economieën van mainports (de haven van Rotterdam met haar maakindustrie en logistiek) en van metropolitane regio’s (zoals Rotterdam-Den Haag met hun diensten georiënteerde sectoren) de grootste kansen op toekomstige cross-overs herbergen. Het is daarom logisch om aan de Rotterdamse haven en stedelijke economie te denken als het gaat om smart economies of the future.

CV

Frank van Oort is buitengewoon hoogleraar op het vakgebied Stedelijke en Regionale Economie aan Erasmus School of Economics en wetenschappelijk directeur bij het Institute of Housing and Urban Development Studies (IHS), Erasmus Universiteit Rotterdam. Daarnaast is hij voor één dag in de week hoogleraar Stedelijke Economie aan de Universiteit Utrecht. Zijn onderzoek richt zich op een breed spectrum aan specialisaties binnen de stedelijke en regionale economie en hij publiceert regelmatig in internationale tijdschriften en in vakliteratuur. Van Oort combineert meer fundamenteel onderzoek met toegepast en beleidsgericht onderzoek. Zo verricht hij naast door NWO en de EU gefinancierd onderzoek, tevens onderzoek voor ministeries, steden, en regio’s.

Vergelijk @count opleiding

  • @title

    • Tijdsduur: @duration
Vergelijk opleidingen