Tijd voor een Grieks referendum over de euro

Tijd voor een Grieks referendum over de euro

Door: Ivo Arnold

Een deal met Griekenland had er als volgt uit kunnen zien. De Europese partners rollen de miljardenleningen door tegen zachte voorwaarden en dringen minder aan op bezuinigingen die de arme onderlaag van de Griekse samenleving treffen.

Van haar kant gaat de Syriza regering voortvarend door met structurele hervormingen om de Griekse economie moderner en productiever te maken. Haar lange takenlijst is bekend: de belastinginning, de bureaucratie, het clientelisme, de oligarchen en de privileges van gevestigde belangen zoals kerk en leger zouden allemaal moeten worden aangepakt. De kans dat zo’n deal er komt wordt echter met de dag kleiner. Tsipras en zijn communistische consorten zijn vooral geïnteresseerd in schuldreductie en het in stand houden van een omvangrijke publieke sector. Zij lijken niet te beseffen dat in Europa de landen zelf verantwoordelijk zijn voor het genereren van welvaart voor hun burgers en niet blijvend een beroep kunnen doen op Europese solidariteit.

Griekenland is geen kale kip, zoals Arnon Grunberg onlangs in de Volkskrant beweerde, maar een bonte verzameling van kale kippen en plofkippen die hun gouden eieren verbergen. In plaats van de strijd aan te binden met de rijke elite, zet de Griekse regering zich liever af tegen haar Europese crediteuren. Los van het feit dat het niet zo verstandig is om de hand die je voert te bijten, heeft Tsipras met zijn halsstarrige opstelling de Griekse economie een slechte dienst bewezen. De maandenlange economische onzekerheid heeft het economisch herstel in Griekenland in de knop gebroken.

Terwijl het vertrouwen in de competentie en de goede trouw van de Griekse regering bij de Europese partners volledig is verdwenen, blijft Tsipras onverminderd populair bij de Grieken zelf. Blijkbaar hebben de Grieken een groot vertrouwen in zijn vermogen om de problemen het hoofd te bieden. Tenminste, als je naar de opiniepeilingen kijkt. De geldstromen lijken een ander verhaal te vertellen. Sinds de regeringswisseling hebben de Grieken miljarden spaargeld naar het buitenland gebracht of omgezet in duurzame consumptiegoederen. Dit geld komt niet ten goede aan de Griekse economie, maar verdwijnt naar buitenlandse financiële instellingen of Duitse autoproducenten.

Als de Grieken oprecht vertrouwen in Tsipras zouden hebben, zouden die op hol geslagen spaargelden gemakkelijk te mobiliseren zijn ter dekking van de geldbehoefte van de Griekse staat. Minister van Financiën Varoufakis zou eens moeten proberen om de populariteit van Tsipras te verzilveren door een rechtstreeks beroep te doen op de binnenlandse spaarder, via de uitgifte van speciaal op de kleine spaarder toegesneden staatsleningen. Dit is een beproefd middel wanneer samenlevingen in extreme omstandigheden middelen moeten mobiliseren voor een nationale inspanning. Hiermee worden de Grieken uitgedaagd om de daad bij het woord te voegen. Hebben zij zoveel vertrouwen in Tsipras dat ze willen bijdragen aan de financiering van zijn beleid? Of wordt het een flop en blijven de Grieken hun euro’s liever onder het matras of op een buitenlandse bankrekening bewaren? Alleen in het eerste geval berust de populariteit van Tsipras op het vertrouwen dat hij de economie echt kan hervormen en een verantwoordelijk financieel-economisch beleid kan voeren. In het tweede geval is de basis van zijn populariteit goedkoop anti-EU sentiment, gericht op het afdwingen van Europese solidariteit daar waar interne Griekse solidariteit tekort schiet.

Varoufakis zal zo’n uitgifte niet aandurven. Hij beseft dat de Grieken hun premier graag aanmoedigen in zijn strijd met Brussel maar liever niet hun eigen centen inzetten op het succes van zijn beleid. Kortom, het Griekse vertrouwen in Tsipras is flinterdun. Voeg daarbij het feit dat Tsipras is gekozen met de misleidende belofte dat de Grieken met behoud van soevereiniteit de euro kunnen behouden en de tijd is rijp voor een nieuwe gang naar de stembus. Dat zou dan een referendum over de euro moeten worden, waarbij voor elke Griekse kiezer glashelder moet zijn dat deelname aan de euro verregaande beperkingen oplegt aan de soevereiniteit. Kiezen de Grieken voor een eigen munt die hun incompetente politici naar hartelust kunnen bijdrukken om pensioenen en ambtenaren te betalen en hervormingen voor zich uit te schuiven? Of willen ze een ultieme poging wagen om met de euro en onder Europese regie de kwaliteit van hun bestuur en beleid structureel te verbeteren?

CV

Ivo Arnold is opleidingsdirecteur, plaatsvervangend decaan en deeltijdhoogleraar economisch onderwijs aan de Erasmus School of Economics. Tevens is hij hoogleraar monetaire economie aan Nyenrode Business Universiteit. Hij vervulde bij Nyenrode achtereenvolgens de functies van PhD director, programme director van het executive MBA en voorzitter van de vakgroep Finance. Arnold heeft daarnaast een ruime onderwijservaring. Hij wordt vaak geraadpleegd om zijn visie te geven op monetair economische onderwerpen.

Meer informatie

Deze opiniebijdrage is op 16 juni 2015 in het Nederlands Dagblad verschenen.

Vergelijk @count opleiding

  • @title

    • Tijdsduur: @duration
Vergelijk opleidingen