'Verhoog de lonen, te beginnen bij de ambtenaren

'Verhoog de lonen, te beginnen bij de ambtenaren

Stel je voor dat Mark Rutte zou twitteren dat de Amerikanen “bad, very bad” zijn omdat ze veel te veel geneesmiddelen en medische apparatuur naar Nederland exporteren, dat het handelstekort van Nederland met de VS ($ 24 miljard in de goederenhandel in 2016) aantoont dat de VS op een oneerlijke manier concurreert en dat de dollar veel te goedkoop is. Rutte kijkt wel uit, want hij zou zichzelf voor gek zetten. Waarschijnlijk weet hij ook wel beter.

Toch is dit de redenering waarvan Donald Trump zich bedient wanneer hij klaagt over de zwakke euro en over de miljoenen Duitse auto’s die op oneerlijke wijze naar de VS worden verscheept. Zijn Duitsland-bashing valt goed in de Angelsaksische wereld, waarschijnlijk omdat men daar het gevoel heeft dat de Duitse exportprestatie toch niet helemaal normaal is. De kritiek raakt ook Nederland, omdat wij met onze lage lonen en hoog handelsoverschot in economisch opzicht sterk op Duitsland lijken.

Denkfouten
Trump’s redenering bevat echter twee denkfouten die verhullen waar het echte probleem zit in de economische relatie tussen Duitsland en de rest van de wereld. Handelstekorten tussen landen onderling, zeker wanneer het gaat over individuele producten, zeggen meer over de industriële structuur van landen dan over oneerlijke handelspraktijken. Duitsland maakt al decennia mooie auto’s die buitenlanders graag kopen. In 2011, toen de euro een tijdje boven de 1,40 $/€ stond, was Duitsland ook al ’s werelds grootste auto-exporteur. Onze Oosterburen zijn gewoon goed in het maken van auto’s; dat kun je ze niet kwalijk nemen. Het wordt anders wanneer een land jarenlang een tekort of overschot in alle handel met de rest van de wereld heeft. Dat kan duiden op een onderliggend macro-economisch probleem. Zo wordt er in de VS weinig gespaard en veel geconsumeerd. Dit vertaalt zich in een handelstekort.

De tweede denkfout heeft betrekking op het gebruik van de wisselkoers als indicator voor concurrentiekracht. Sinds 2014 is de euro ten opzichte van de dollar sterk verzwakt. Als deze verzwakking hand-in-hand was gegaan met een evenzo grote loonstijging in de Duitse industrie, dan was er van het concurrentievoordeel niets overgebleven. De concurrentiepositie wordt dus niet alleen door de wisselkoers beïnvloedt, maar ook door de loon- en prijsontwikkeling. Als je daar rekening mee houdt resulteert voor Europa een divers beeld. Het Britse World Economics heeft berekend dat Duitsland momenteel 12% goedkoper is dan de VS. Daar staat tegenover dat Frankrijk 8% en Griekenland zelfs 20% duurder is dan de VS. Ten opzichte van Duitsland is Griekenland dus maar liefst 32% te duur! Dat probleem los je niet op met een sterkere euro, die niets doet aan de interne concurrentiepositie binnen het eurogebied. Integendeel, een sterkere euro zou het alleen maar moeilijker maken voor landen als Frankrijk en Griekenland om concurrerend te worden ten opzichte van handelspartners buiten de eurozone.

Wat is dan wel de oplossing?
Net als in de VS duidt de Duitse (en Nederlandse) onbalans in de internationale handel op een macro-economisch probleem. In Noord-Europa wordt te veel gespaard en te weinig geconsumeerd en geïnvesteerd. In Nederland is de koopkracht van werknemers er sinds de crisis nauwelijks op vooruit gegaan. Zelfs het CPB en DNB roepen nu op tot hogere lonen. Ook in Duitsland is volgens het IMF ruimte voor verdere loongroei. Hogere lonen maken Nederland en Duitsland duurder ten opzichte van zowel Zuid-Europa als de VS. Precies wat nodig is om de handelsonevenwichtigheden te herstellen.

Als iedereen het hierover eens is, waarom gebeurt het dan niet? Er wordt wel gewezen op de onmacht van de vakbonden om loonsverhogingen af te dwingen. De opkomst van de flexwerker zou hierin een rol spelen. Daarnaast zou ook de overheid weinig kunnen doen om loonsverhogingen af te dwingen. Dit laatste argument lijkt mij onzin. Als grootste werkgever is de overheid ook de grootste partij op de Nederlandse arbeidsmarkt. Wanneer de overheid meer banen gaat scheppen en haar werknemers beter gaat betalen, na jarenlang schraalhans keukenmeester in de publieke sector, dan zal dat tot loonstijgingen leiden, ook in de private sector. Een nieuwe regering doet er dan ook goed aan om het pleidooi voor loonsverhoging van CPB en DNB kracht bij te zetten door zelf het goede voorbeeld te geven. Dan moet ze wel het tegenstrijdige advies van CPB en DNB om de hand op de knip te houden maar even laten voor wat het is.

CV

Ivo Arnold is opleidingsdirecteur, plaatsvervangend decaan en deeltijdhoogleraar economisch onderwijs aan Erasmus School of Economics. Tevens is hij hoogleraar monetaire economie aan Nyenrode Business Universiteit.

Meer informatie

Deze EconomieOpinie is eerder verschenen in in het Nederlands Dagblad. 

Vergelijk @count opleiding

  • @title

    • Tijdsduur: @duration
Vergelijk opleidingen