Kwaliteit betekent meer dan voldoen aan standaarden. We kijken bij EUR naar onderwijskwaliteit op opleidingsniveau vanuit drie invalshoeken:
- Responsiviteit - Reageert de opleiding adequaat op wat studenten, de maatschappij en het werkveld nodig hebben? Passen we ons aan zonder onze identiteit te verliezen?
- Strategische alignment - Draagt de opleiding bij aan de EUR-missie? Werken opleiding, faculteit en instelling samen aan onze gezamenlijke doelen?
- Effectief onderwijsontwerp - Is het onderwijs gebaseerd op bewezen onderwijskundige inzichten? Sluiten leerdoelen, curriculum en toetsing goed op elkaar aan?
Instrumenten
We gebruiken een mix van instrumenten die samen zorgen voor systematische kwaliteitszorg - van planning tot evaluatie, van intern tot extern.
Van evalueren naar leren. Onze evaluatieve instrumenten zijn niet alleen bedoeld om te meten, maar vooral om te leren. De beste evaluatie is die welke direct leidt tot concrete verbeteracties die studenten en docenten in de praktijk merken.
Balans tussen werkdruk en waarde. We kiezen bewust voor instrumenten die opbrengst hebben voor de opleiding zelf. Zo voorkomen we bureaucratie en houden we focus op wat echt bijdraagt aan betere kwaliteit.
De juiste tools voor continue verbetering. We gebruiken een mix van instrumenten die samen zorgen voor systematische kwaliteitszorg - van planning tot evaluatie, van intern tot extern.
Strategische afstemming. We kiezen voor instrumenten die passen bij een waarderende en ontwikkelgerichte aanpak van kwaliteitszorg en bij een kwaliteitsbegrip dat impact centraal stelt.
Benutten van externe instrumenten. Instrumenten uit de externe kwaliteitszorg zoals opleidingsaccreditatie worden ingebed in de interne kwaliteitszorg en actief benut als bron van leren en ontwikkelen.
Centraal instrumentarium biedt houvast en samenhang. De zes jaarlijkse opleidingsaccreditatie blijft onze externe kwaliteitscheck. De vernieuwde Tussentijdse Opleidingsevaluatie (TOE 2.0) geeft opleidingen halverwege de cyclus de kans voor grondige zelfreflectie en ontwikkeling, met inbreng van experts.
Decentraal instrumentarium biedt ruimte voor eigen regie. Van studentevaluaties tot alumnionderzoek, van curriculumscans tot focusgroepen - opleidingen kiezen zelf, binnen facultaire en instellingskaders, welke instrumenten passen bij hun context en ontwikkelvragen.
Accreditaties en ontwikkelgesprekken
Elke zes jaar worden alle opleidingen aan de EUR geaccrediteerd om erkende diploma's uit te mogen reiken. Deze accreditatie is een kwaliteitslabel dat aantoont dat een opleiding een positieve beoordeling heeft ontvangen vanuit de Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO). De accreditatiebesluiten en -rapporten zijn raadpleegbaar via de website van de NVAO [Besluiten en rapporten | NVAO].
Deze periodieke evaluaties worden uitgevoerd door onafhankelijke panels van deskundigen en hebben twee doelen: verantwoording en verbetering. De ontwikkelgerichte focus van de visitatie komt in het bijzonder tot uiting in het ontwikkelgesprek na afloop van de panelbeoordeling. In dit onderdeel gaat opleidingsmanagement in gesprek met het panel over actuele ontwikkelvraagstukken van de opleiding. Hoewel het ontwikkelgesprek onderdeel is van de visitatie, maken de uitkomsten geen deel uit van de accreditatiebeoordeling. Wel worden deze uitkomsten in een apart verslag vastgelegd. Deze verslagen vind je terug op deze pagina.
Instellingstoets Kwaliteitszorg
In het kader van Opleidingsaccreditatie tonen opleidingen richting het panel primair het aspect van effectief onderwijsontwerp aan. In het kader van de Instellingstoets Kwaliteitszorg (ITK) tonen we als instelling richting het panel aan dat onze interne kwaliteitszorg - in de samenwerking tussen het instellings-, facultaire en opleidingsniveau - zo is ingericht dat we de onderwijskwaliteit van al onze opleidingen op alle drie aspecten waarborgen.
Instellingen zoals de EUR die met succes een ITK hebben doorlopen, kunnen hun bestaande opleidingen laten accrediteren volgens het beperkte in plaats van uitgebreide beoordelingskader.
Tussentijdse Opleidingsevaluatie
De Tussentijdse Opleidingsevaluatie is een ontwikkelgerichte midterm review op opleidingsniveau, die wordt georganiseerd halverwege de accreditatiecyclus. De belangrijkste doelen van het instrument zijn:
- Versterken van eigen regie over de ontwikkeling en borging van opleidingskwaliteit
- Ontwikkelen van innovatiecapaciteit door gerichte aanpak en actieplannen
- Versterken van responsiviteit en lerend vermogen van opleiding en instelling.
Het instrument bestaat uit drie kernonderdelen: een Quickscan, SOAR-analyse, en Ontwikkeldialoog. De kernonderdelen zijn uitgewerkt in een flexibele toolbox waarmee het proces kan worden ingericht op een wijze die aansluit bij de interne organisatie en ontwikkelvragen. De opleidingsdirecteur is eigenaar van het proces. Alle graadverlenende opleidingen van de EUR doorlopen deze midterm.