Samen staan we sterker. Erasmus Universiteit Rotterdam werkt als 'één verbonden universiteit': we koesteren de kracht van verschillen tussen faculteiten, terwijl we bewust inzetten op gemeenschappelijk handelen op gezamenlijke thema's. Verbindend leiderschap van decanen en vice-decanen onderwijs zorgt voor afstemming tussen strategische koers en uitvoering. Zij bepalen samen met het College van Bestuur de koers, terwijl faculteiten ruimte houden voor eigen accenten.

Samenwerking speelt daarbij een sleutelrol. In diverse communities werken medewerkers over faculteitsgrenzen heen samen aan onderwijsvernieuwing. De Community for Learning & Innovation (CLI) ondersteunt dit proces en helpt bij het delen van kennis en ervaring.
Externe partners zijn essentieel voor ons impactgedreven onderwijs. We werken samen met andere universiteiten, maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven - van gastcolleges tot strategische allianties. Zo verbinden we ons onderwijs met echte vraagstukken uit de omgeving.
Wie doet wat
Duidelijke rollen, gedeelde verantwoordelijkheid. Iedereen die betrokken is bij ons onderwijs heeft een rol in kwaliteitszorg - van College van Bestuur tot individuele docenten.

Eigen regie, gezamenlijke ondersteuning
De verschuiving naar versterkt eigenaarschap op opleidingsniveau betekent niet dat opleidingen er alleen voor staan. Centrale en facultaire staf ondersteunen met expertise, instrumenten en collegiale advisering - wanneer dat nodig is.
Onze verbetercyclus
Kwaliteitszorg krijgt vorm in verschillende, met elkaar verbonden continue verbetercycli - van dagelijkse praktijk tot strategische herijking.
Op opleidingsniveau doorlopen we jaarlijks de cyclus: plannen opstellen (onder andere in de OER, de Onderwijs- en Examenregeling), uitvoeren, evalueren met alle betrokkenen, en verbeteren. Elke zes jaar volgt een externe accreditatie, en halverwege elke accreditatietermijn een tussentijdse opleidingsevaluatie (TOE) onder eigen regie.
Op facultair en instellingsniveau stemmen we af via planning & control-cycli, bilaterale gesprekken en strategische dialogen. Zo zorgen we dat ontwikkelingen op opleidingsniveau bijdragen aan bredere doelen, terwijl signalen uit de praktijk ons beleid voeden.
Interne en externe evaluaties versterken elkaar. Onze interne evaluaties zijn zo ingericht dat ze tegelijk ondersteuning bieden aan externe verantwoording richting accreditatiepanels. Andersom laten we feedback van peers terugstromen in onze interne verbetering.
Van reactief naar proactief. Door systematisch te werken aan kwaliteit voorkomen we piekbelasting rond accreditaties en kunnen we sneller inspelen op nieuwe ontwikkelingen.
Het goede gesprek
Dialoog als motor van kwaliteit. Binnen de EUR geloven we in de kracht van het gesprek. Kwaliteit ontstaat door open, kritische dialogen tussen alle betrokkenen.
Verticale gesprekken - tussen bestuur, management en uitvoering - zorgen voor strategische sturing en afstemming. Denk aan de bilaterale gesprekken tussen College van Bestuur en faculteiten, of gesprekken tussen opleidingsmanagement en docenten.
Horizontale gesprekken hebben twee vormen: collegiale dialogen tussen mensen in vergelijkbare rollen (zoals vice-decanen onderling), en functionele dialogen tussen verschillende rollen (zoals bestuur en medezeggenschap). Beide zijn essentieel voor gedragen besluitvorming.
Lerende dialogen vinden plaats in communities, bij onderwijsdagen en in netwerken. Hier staan professionele ontwikkeling, het delen van goede praktijken en gezamenlijke reflectie op uitdagingen centraal.
Structuur dient dialoog, niet andersom. We organiseren bewust verschillende soorten gesprekken - formeel en informeel, groot en klein, intern en extern. Het doel is altijd hetzelfde: zorgen dat verschillende perspectieven tot hun recht komen en dat dit leidt tot betere beslissingen en meer gedeeld begrip.