Er zijn meer universiteiten met een eigen café. Maar er kan er maar één de leukste zijn. En dat is natuurlijk In de Smitse. De beste plek op de campus om beer pong te spelen of om na een tentamen het leven te vieren. Wat minder bekend is, is dat In de Smitse een indrukwekkend voorbeeld is van duurzaam ondernemen. De carbon footprint van het café is nog kleiner dan een bierviltje.
Aan het woord is Casper Feldbrugge, derdejaars student bedrijfskunde en voorzitter van het bestuur van In de Smitse. ‘Het verhaal gaat dat er eind jaren tachtig aan de Universiteit van Delft een hoogleraar was met de naam Smits, of Smitse. Die nam na het college altijd een groep studenten mee om wat te drinken. Toen de faculteit bedrijfskunde van Delft naar Rotterdam verhuisde, kwam er een Smitshoek, genoemd naar die professor. Eerst waren dat een paar tafels, daarna een barretje en uiteindelijk een café in het T-gebouw. Het schijnt dat de STAR-oprichter uit die tijd een belangrijke bijdrage heeft geleverd daaraan. We begonnen dan ook als kroeg voorbedrijfskunde. Nu werken hier mensen van alle faculteiten en iedereen van de EUR komt hier langs.
Lange tijd zaten we in het Mandeville-gebouw, waar nu het Foodlab zit. Begin 2017 zijn we naar het Hatta-gebouw verhuisd. De laatste studenten die dat nog hebben meegemaakt, lopen hier nog rond. Die herkennen achter in de zaak het oude meubilair en de muur van de oude Smitse. Zelfs de borden met de prijzen van vroeger hangen er nog. Mensen die de oude Smitse niet hebben gekend vragen zich af wat die oude troep is achter in de zaak.
De locatie is nu groter, we zijn zichtbaarder en het oogt allemaal wat frisser. Daardoor krijgen we ook nieuw publiek. Vroeger had je van die maandagavonden dat er alleen maar mannen aan de bar hingen. Dat is niet voor iedereen even uitnodigend. Nu zijn er veel meer verschillende bezoekers. Meer buitenlandse studenten, vrouwen, hoogleraren en medewerkers van alle faculteiten.
Nu we meer ruimte hebben en daarmee meer klanten en dus ook meer omzet, is er ruimte voor groei. De Erasmus Universiteit heeft duurzaamheid in de strategie opgenomen en we willen daar aan bijdragen. Duurzaamheid is een post waar je voor moet kiezen. We vinden het belangrijk om daar in te investeren. Er zijn bij de EUR veel initiatieven op het gebied van duurzaamheid. We werken veel samen met Erasmus Involved en IFR. Iedereen is zich er nu van bewust hoe belangrijk het is. Nu moet er actie komen. Duurzaamheid zit in de strategie, maar praktisch is er nog veel ruimte voor verbetering. Ik vind eigenlijk dat de EUR aan studenten input moet vragen. Er is veel kennis aanwezig hier. En we kunnen met z’n allen veel vernieuwender zijn als het gaat om papier- en energieverbruik. We willen dat iedereen meedoet. Elke dag dat jij verandert, helpt.
We hebben organische bieren opgenomen in het assortiment en onze leverancier investeert in duurzaamheid en rijdt met elektrische trucks. Bij grote evenementen gebruiken we biologisch afbreekbare bekers, binnen schenken we bier in glas. Dat is milieuvriendelijker dan plastic. In de zomer hebben we buiten hardplastic pullen, die ook hergebruikt kunnen worden. We gaan investeringen doen in onze kranen. In cafe’s is het watergebruik hoog omdat er vanuit hygiene-oogpunt altijd water moet blijven stromen om de glazen te spoelen.
Er zijn kranen die de schoonheid van het water meten en vanzelf uitgaan wanneer dat kan. Zo gaan we het watergebruik terugdringen. We scheiden ons afval en sinds deze maand gebruiken we geen papier meer. Er zijn mensen die hier een borrel willen organiseren. Daar hadden we vroeger formulieren voor. Nu gaat dat alleen nog digitaal.
Ook met energie zijn we zuinig. We hebben geen verwarming.’
Geen verwarming??!!
‘Nee, er is vloerverwarming, maar die hebben we nog nooit aangehad, ook niet in de winter.’
En als het straks 12 graden vriest?
‘Dan is het binnen wat frisser, maar dan houdt iedereen gezellig zijn jas aan. Wij willen aan de EUR laten zien dat we duurzaamheid belangrijk vinden.’
Tekst: Manon Sikkel Daelmans