Hoe de schuldenval kan worden uitgeschakeld

Ivo Arnold, Vice Dean and Professor of Economic Education at Erasmus School of Economics
Erasmus School of Economics

Naarmate de vaccinatiegraad oploopt en de inflatieverwachtingen stijgen komt het moment dichterbij dat de ECB een keuze maken. Wordt de monetaire dominantie herstelt en schuift het ultra-ruime monetaire beleid naar een meer neutrale positie? Of blijft de ECB haar best doen om de leenkosten van zwakke overheden beheersbaar te houden, zoals nu de perceptie is bij kredietbeoordelaars en beleggers. In een opinie legt Ivo Arnold, hoogleraar monetaire economie, uit waarom er gevreesd moet worden voor het laatste.

Gegijzeld monetair beleid 

Volgens Arnold moet de ECB klaarstaan om het opkoopprogramma van staatsschuld af te bouwen en terug te keren naar een normaler monetair beleid met een positieve rente. ‘Om de hoge inflatieverwachtingen te dempen is het van belang dat financiële markten, bedrijven en consumenten voldoende vertrouwen hebben in het vermogen van de ECB om de inflatie te bestrijden wanneer dat nodig is.’ Dit lukt echter niet wanneer de ECB het monetair beleid blijft gebruiken om de renteverschillen tussen de meer en minder kredietwaardige eurolanden te verkleinen, zoals zij sinds de crisis is gaan doen, stelt Arnold.

Volgens Arnold is het beter om het probleem op te lossen met begrotingsbeleid, bijvoorbeeld door de introductie van een mechanisme om de renteverschillen te dempen. Het pandemie-opkoopprogamma, speciaal ingericht om relatief meer schuld van zwakke eurolanden aan te kunnen kopen, deed wat het moest doen, namelijk de renteverschillen verkleinen. Volgens Arnold moeten we van deze situatie, waarin het monetair beleid wordt gegijzeld door de angst voor oplopende spreads, af. ‘Een stopzetting van het opkoopprogramma zal gevolgen hebben voor de obligatiemarkten binnen het eurogebied. Zonder steun van de ECB gaan de renteverschillen weer oplopen. Hoeveel weten we niet, maar het is goed om rekening te houden met een overreactie van de financiële markten en de mogelijke gevolgen daarvan voor de Europese economie.’

De ISM

Het oplaaien van de spanningen op de Europese obligatiemarkten kan ertoe leiden dat het kapitaal een veilige haven zoekt in de staatsobligaties van de kredietwaardigste landen, waardoor de rente in Nederland en Duitsland toch nog te laag blijft. ‘Sterke renteverschillen binnen een muntunie leiden zo tot een situatie van financiële fragmentatie, waarbij het monetair beleid niet overal in de muntunie dezelfde uitwerking heeft op de rentestanden en de economie’, schrijft Arnold.

Een oplossing zou gevonden kunnen worden in het ESM (European Stability Mechanism), die noodleningen verstrekt aan eurolanden die in de financiële problemen komen. Volgens Arnold zou het ESM kunnen worden gebruikt door in plaats van noodleningen te verstrekken, een mechanisme op te tuigen om de renteverschillen binnen het eurogebied te dempen of te vereffenen. ‘Het idee is om bij marktpaniek, wanneer het kapitaal vlucht van Zuid- naar Noord-Europa, de oplopende rentekosten van probleemlanden te subsidiëren uit de rente-meevallers van de AAA-landen. Idealiter wordt zo’n mechanisme vroegtijdig en automatisch geactiveerd, bijvoorbeeld wanneer de renteverschillen een drempelwaarde overschrijden.’ Het doel is om de vicieuze cirkel van de schuldenval te doorbreken, waarbij stijgende rentelasten twijfels opwekken over de houdbaarheid van de staatschuld en de marktrente verder opdrijven. Met een ISM (Interest Stabilisation Mechanism) wordt de doorwerking van de stijgende marktrente op de rentelasten van individuele probleemlanden doorbroken en de schuldenval uitgeschakeld.

Professor
Meer informatie

Het volledige artikel van MeJudice, 3 juni 2021, kunt u hier vinden. 

Vergelijk @count opleiding

  • @title

    • Tijdsduur: @duration
Vergelijk opleidingen