Het aantal Nederlanders dat meer verdient dan zijn ouders daalde de afgelopen jaren. Maar in Scandinavië zagen we een andere trend, daar lukte het wel om het welvaartsniveau op peil te houden. Dit blijkt uit onderzoek van Hans van Kippersluis, hoogleraar Toegepaste Economie, en Anne Gielen, hoogleraar Arbeidseconomie aan Erasmus School of Economics, dat is gepubliceerd door ESB.
Dalende inkomensmobiliteit
In een interview met BNR Nieuwsradio vertelt van Kippersluis dat de inkomensmobiliteit in Nederland flink daalt terwijl dit in Noorwegen niet gebeurd. Kippersluis en Gielen hebben de inkomensmobiliteit gemeten voor Nederlanders geboren tussen 1970 en 1985. ‘Dan zien we dat die tussen 1970 en 1980 eigenlijk heel erg hoog ligt, hoger dan in veel andere Europese landen. Maar voor het cohort geboren tussen 1980 en 1985 is de inkomensmobiliteit scherp gedaald.’
Economische crisis
Kippersluis benoemt dat dit ook gebeurde in andere Europese landen en waarschijnlijk heeft te maken met de economische crisis die rond 2010 zijn hoogtepunt bereikte. ‘Maar we zien ook dat niet in alle landen gebeurde.’ Waarom dit precies zo is, hebben Kippersluis en Gielen echter niet onderzocht.
Het ankerpunt van ons welzijn
Het blijft toch vaak een ankerpunt van ons welzijn, zegt Kippersluis: doe ik het beter dan mijn ouders? Over het algemeen heeft Nederland een periode van enorme economische groei gekend de afgelopen 50 jaar. 'De inkomensmobiliteit is eigenlijk een maatstaf voor de evenredigheid van de economische groei over de populatie’, zegt van Kippersluis. ‘Die groei is namelijk wat we met elkaar in een land verdienen, en de inkomensmobiliteit vertelt ons of die economische groei eigenlijk wel bij iedereen terecht komt. Vandaar dat het een hele belangrijke maatstaf is.’
- Professor
- Professor
- Meer informatie
Het volledige onderzoek van Kippersluis en Gielen, dat is gepubliceerd door ESB, kunt u hierboven downloaden.
Het volledige item van BNR Nieuwsradio van 15 september 2020, kunt u hier vinden.