Onderzoeksgroep Law & Sustainable Business binnen het departement Law & Business
Er zijn op het gebied van Sustainable Business veel juridische ontwikkelingen gaande. Waar dit onderwerp oorspronkelijk werd gekenschetst door vrijwilligheid en niet bindende internationale raamwerken zoals de Sustainable Development Goals, United Nations Guiding Principles on Business Human Rights en de OECD Guidelines for Multinational Enterprises, neemt het aantal juridische verplichtingen met betrekking tot verantwoord en duurzaam ondernemen de laatste jaren in rap tempo toe.
Dat komt bijvoorbeeld door de invoering van nationale en Europese regelgeving op dit gebied, waaronder rapportageverplichtingen voor ondernemingen over duurzaamheidsaspecten van hun handelsketens en taxonomieën voor het vaststellen welke investeringen als duurzaam kunnen worden aangemerkt, maar ook wetgeving op het gebied van circulair bouwen, biodiversiteit en corporate governance. Daarnaast is er in steeds meer landen, waaronder Nederland, regelgeving in opkomst die ziet op de verplichting van ondernemingen om negatieve effecten van hun eigen activiteiten of die van hun ketenpartners op mensenrechten en milieu te voorkomen, te beperken en/of te redresseren.
Ook in de rechtspraak doen zich allerlei ontwikkelingen voor die tot gevolg hebben dat verantwoord en duurzaam ondernemen steeds minder vrijblijvend wordt. Zo zien we steeds vaker rechterlijke uitspraken waarin wordt aangenomen dat Westerse ondernemingen in rechte afdwingbare zorgplichten (kunnen) hebben ten aanzien van mens en milieu in niet-Westerse gastlanden. Voorbeelden zijn de Shell Klimaatzaak, waarin door de Rechtbank Den Haag werd geoordeeld dat Shell een zorgplicht heeft om de CO2-uitstoot van de Shell-groep, haar leveranciers en haar eindgebruikers in 2030 met 45% verminderd te hebben en de olievervuiling door Trafigura in Ivoorkust. Verder is ook op het gebied van het internationale recht, en in het bijzonder in investeringsverdragen en internationale arbitrage, sprake van relevante ontwikkelingen waarbij voor zowel overheden als investeerders in toenemende mate verplichtingen op het terrein van sustainability worden aangenomen.
Sustainability stelt ook eisen aan de interne organisatie van bedrijven en is daarmee ook voor de verantwoordelijkheden van bestuurders en voor de corporate governance van belang. Is bijvoorbeeld de scheiding die wordt gemaakt tussen moeder/dochterbedrijven (aandeelhouders) nog wel van deze tijd? Ook in de financiële sector heeft dit vele consequenties voor bijvoorbeeld financieringen. Ten slotte zal dit ook veranderingen op de arbeidsmarkt meebrengen. Welke invloed hebben werknemers op de duurzaamheid van hun organisatie? En welke skills zullen straks nodig zijn om de grote klimaat en energietransitie waar te maken? Hoe sturen we de arbeidsmarkt op tijd om de grote arbeidsvraag te beantwoorden?
De onderzoeksgroep binnen L&B beoogt de krachten binnen het departement te bundelen en, mede vanuit interdisciplinair perspectief met andere departementen (juridische en rechtseconomische perspectieven) en andere faculteiten binnen de Erasmus Universiteit (bijvoorbeeld management en economische perspectieven), onderzoek te doen naar oplossingen voor de overgang naar een meer duurzame samenleving (a just transition in sustainability). Daarvoor worden regelmatig onderzoeksbijeenkomsten gehouden, wordt een nieuwsbrief opgesteld, wordt gezamenlijk onderzoek gedaan (en (waar mogelijk) aanvragen gedaan voor externe financiering) en worden conferenties georganiseerd.