Op vrijdag 4 juni 2021 verdedigt P. Kirst zijn proefschrift, getiteld: ‘The Impact of the Damages Directive on the Enforcement of EU Competition Law’.
- Promotor
- Promotor
- Datum
- vrijdag 4 jun 2021, 13:00 - 14:30
- Type
- Promotie
- Ruimte
- Senaatszaal
- Gebouw
- Erasmus Gebouw
- Locatie
- Campus Woudestein
Deze dissertatie levert een bijdrage aan de discussie over de vormgeving van een optimaal handhavingsregime van de mededingingsregels in de EU en meer specifiek over de aanpassingen van het handhavingssysteem die noodzakelijk zijn geworden na de invoering van Richtlijn 2014/104/EU. De doelstellingen van deze Richtlijn betreffende bepaalde regels voor schadevorderingen volgens nationaal recht wegens inbreuken op de bepalingen van het mededingingsrecht van de lidstaten en van de Europese Unie lijken tweeledig te zijn: gericht op (1) bevorderen van de effectiviteit van de handhaving van het mededingingsregime door optimalisering van de interactie tussen publieke en private handhaving, en (2) garanderen van volledige schadevergoeding van slachtoffers van mededingingsinbreuken. Met andere woorden: de schadevergoedingsrichtlijn streeft naar garantie van het recht op volledige schadevergoeding van slachtoffers van inbreuken op het mededingingsrecht en het integreren van de regels voor schadevergoedingsacties in het handhavingsregime op een manier die afschrikkend werkt. Garanderen van het recht op schadevergoeding is niet de enige doelstelling van de Richtlijn, want – zoals het HJEU heeft erkend in Courage en meer recentelijk in Skanska –de vergoeding van slachtoffers draagt bij aan de effectieve handhaving van de mededingingsregels door ontmoediging van overeenkomsten of praktijken die de mededinging verstoren.
De dissertatie bestudeert de effecten van een verwachte stijging van civielrechtelijke schadevergoedingsacties en de in de Richtlijn gekozen opties voor het ondervangen van mogelijke negatieve effecten voor een effectief handhavingssysteem. Nu er in Europa, na de gedeeltelijke omzetting van de schadevergoedingsrichtlijn, nog steeds grote verschillen bestaan tussen de Lid-Staten bestudeert de dissertatie de bepalingen van de Richtlijn en wordt alleen als voorbeeld gerefereerd aan specifieke afwijkende nationale regels. Het onderzoek focust op drie aspecten waarvoor een optimalisering cruciaal is voor het realiseren van de twee belangrijkste doelstellingen van de Richtlijn. Beide doelstellingen, effectieve handhaving en volledige schadevergoeding, kunnen in gevaar komen door specifieke kenmerken van de EU-clementieregeling, de methodologie voor het bepalen van boetes voor mededingingsinbreuken en de verdeling van civielrechtelijke aansprakelijkheid tussen gezamenlijke inbreukplegers. Het onderzoek oordeelt dat een grotere aantrekkelijkheid van schadevergoedingsclaims en de corresponderende toename van civielrechtelijke aansprakelijkheid voor inbreukmakers op het mededingingsrecht waarschijnlijk zal leiden tot negatieve effecten op het afschrikkingseffect van het EU-handhavingsregime en het recht van slachtoffers op schadevergoeding. Bovendien biedt de dissertatie concrete beleidsaanbevelingen voor het ondervangen van deze negatieve effecten. Deze aanbevelingen gaan in op elk van de drie belangrijkste aspecten voor het realiseren van optimale handhaving van de mededingingsregels en de doelstelling van volledige schadevergoeding. Hierna worden ze beurtelings besproken:
De verdeling van civielrechtelijke aansprakelijkheid tussen gezamenlijke inbreukplegers
De Richtlijn verlangt dat civielrechtelijke aansprakelijkheid wordt verdeeld, gebaseerd op de relatieve verantwoordelijkheid van een inbreukpleger, maar heeft nagelaten om nationale rechters te voorzien van richtlijnen voor het bepalen van die relatieve verantwoordelijkheid. De dissertatie stelt een methodologie voor ter vaststelling van de relatieve verantwoordelijkheid, die een combinatie van verdelingscriteria toepast en onderscheidt tussen directe en indirecte kopers, enerzijds, en andere slachtoffers, anderzijds. Het voorstel toont dat de vaststelling van de schadevergoedingsbijdrage afgestemd kan worden op de bestaande boetepraktijk van de Europese Commissie. Deze benadering is beter geschikt voor het garanderen van afschrikking en prikkels om te schikken dan de bijdrageregeling van de VS of een ander verdelingscriterium.
Clementieprikkels
Het onderzoek oordeelt dat een stijging van civielrechtelijke aansprakelijkheid negatieve gevolgen heeft op de aantrekkelijkheid van de clementieregeling. Het dalende aantal clementieaanvragen sinds de publicatie van het voorstel van de Richtlijn in 2014 lijkt de bevindingen van de analyse te bevestigen. Als vervolg op eerdere bevindingen (gepubliceerd in 2015) toont het onderzoek dat de negatieve effecten op het handhavingsregime kunnen worden ondervangen zonder afbreuk te doen aan het recht op volledige schadevergoeding. Dit resultaat wordt bereikt indien aan de clementieaanvrager immuniteit of vermindering van zijn civielrechtelijke aansprakelijkheid wordt verleend in dezelfde mate als de clementieaanvrager immuniteit of een vermindering van boetes ontvangt.
Integreren van civielrechtelijke aansprakelijkheid in de berekening van boetes
Een stijging van civielrechtelijke aansprakelijkheid naast het bestaande niveau van boetes zal waarschijnlijk leiden tot een onevenredig niveau van boetes en over-afschrikking. In het licht van deze welvaartsverliezen pleit het onderzoek voor een nieuwe methodologie om boetes en schadevergoedingen op elkaar af te stemmen. Door de schade die is toegebracht aan slachtoffers van een inbreuk op te nemen in de methodologie voor het berekenen van de boetes presteert het voorstel beter op het gebied van afschrikking dan de huidige methodologie, zonder afbreuk te doen aan het recht op volledige schadevergoeding. Dit is eveneens het geval als het niveau van opvolgende schadevergoedingsacties ongewijzigd blijft.
De promoties vinden, in verband met het coronavirus, niet op de gebruikelijke wijze publiekelijk plaats in de Senaatszaal of in de Professor Andries Queridozaal. De kandidaten zullen hun proefschrift in een klein gezelschap of online verdedigen.