Bekijk het studieprogramma

Fiscale Economie

Het studieprogramma in het kort

Als bachelorstudent Fiscale Economie leer je alle facetten van belastingheffing en de daaraan gekoppelde economische ontwikkelingen kennen. Ook leer je die kennis toepassen. Voor een stevige basis volg je in je eerste jaar vooral economievakken en steunvakken als wiskunde en statistiek. In het jaar erop verbreed en verdiep je je economische kennis en krijg je een introductie in fiscale vakken. Het laatste jaar van je bachelor staat geheel in het teken van fiscale economie.

Tijdens je studie bieden wij je de stof op verschillende manieren aan. Zo volg je:

  • Hoorcolleges (met een inleidend karakter)
  • Practicumcolleges (waarin je de stof oefent en leert toepassen)
  • Werkcolleges (waarin je de stof oefent, leert toepassen en bespreekt met je medestudenten)

Het eerste jaar: Het economisch vakgebied in al zijn facetten

Je eerste jaar Fiscale Economie beslaat het economisch vakgebied in de volle breedte. In vijf blokken van acht weken volg je steeds twee vakken. Net als de bachelorstudenten Economie en Bedrijfseconomie volg je vakken als Macro-Economie, Wiskunde en Accounting. Daarnaast maak je in acht bijeenkomsten verspreid over het jaar al kennis met het fiscale vakgebied. Tijdens deze bijeenkomsten laten de docenten van Fiscale Economie je met actuele voorbeelden zien welke betekenis belastingen hebben in de strategische keuzes van individuen en bedrijven. Denk bijvoorbeeld aan de invloed van belastingheffing bij internationale concerns als Unilever of Starbucks. Of het verschil in belastingdruk tussen werknemers en zelfstandigen wat de verhoudingen op de arbeidsmarkt kan verstoren. Elke bijeenkomst duurt twee uur en na afloop kan er nog gezellig worden nagepraat met de docenten van Fiscale Economie onder het genot van een drankje.

Bij de meeste vakken wissel je hoorcolleges af met kleinschalige practica. Ieder vak sluit je af met een tentamen.  

Het tweede en derde jaar: Belastingheffing onder de loep

Ook in je tweede jaar wissel je hoorcolleges af met practica. Je verdiept en verbreedt de economische kennis die je eerder hebt opgedaan en volgt daarnaast drie fiscale vakken: Fiscale Economie, Inkomstenbelasting en Omzetbelasting.

Het laatste jaar van je opleiding staat volledig in het teken van de fiscale economie. Je leert uiteenlopende belastingwetten, zoals inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting en internationaal- en Europees belastingrecht, grondig kennen. Ook de economische aspecten van belastingheffing komen aan bod. Aanvullend volg je vakken als:

  • Privaat- en Ondernemingsrecht
  • Fiscaal Bestuursrecht
  • Belasting op onroerende zaken

Je sluit je opleiding af met een scriptie.

Taal van de opleiding

Als student Fiscale Economie volg je in je eerste en tweede jaar vakken van het programma van Economie en Bedrijfseconomie. De voertaal is overwegend Nederlands, maar je werkt met Engelstalige boeken. In het tweede jaar krijg je een aantal vakken met Nederlandse boeken. In je derde jaar zijn je vakken grotendeels in het Nederlands met Nederlandse boeken. Voor de vakken ‘Economics of Taxation’ en Filosofie gebruik je Engelstalige boeken.

Studie in cijfers

12-18u
Contacturen eerstejaars Aantal uur aangeboden per week
76%
Doorstroom naar tweede jaar Binnen deze opleiding
Bekijk alle

In de Wet inkomstenbelasting 2001 zijn drie boxen gedefinieerd. Box 1 belast het inkomen uit werk en woning tegen een tarief van maximaal 49,5%. Box 2 belast het inkomen uit ‘aanmerkelijk belang’ tegen een tarief van 26,9%. Box 3 belast het inkomen uit sparen en beleggen tegen een tarief van 31%.

In de straat van mevrouw Dolman (50 jaar) is de hoofdprijs van de Postcode Loterij gevallen. Op 2 januari 2021 wordt haar aandeel bekendgemaakt: € 2.500.000. Ze zegt direct haar baan op, koopt een plezierjacht van € 750.000 en gaat varen. Op 31 december 2021 heeft ze nog € 1.500.000 op haar rekening staan.

Is mevrouw Dolman inkomstenbelasting verschuldigd over 2021 over deze prijs?

Loterijprijzen vormen geen inkomen waarover inkomstenbelasting wordt geheven. Wel is het natuurlijk zo dat mevrouw Dolman vanaf 2 januari 2021 veel meer geld te besteden heeft. Voor de heffing van inkomstenbelasting over vermogen dat bijvoorbeeld op spaarrekeningen staat, bevat box 3 een bijzonder regime. Doorslaggevend is wat op 1 januari van een kalenderjaar aan vermogen aanwezig is. Op 1 januari 2021 behoort de gewonnen loterijprijs daar nog niet toe. In 2021 is daar dus geen inkomstenbelasting over verschuldigd. Op 1 januari 2022 (=31 december 2021) heeft zij nog € 1.500.000 op haar bankrekening staan. Het plezierjacht behoort niet tot het vermogen in box 3 omdat daarvan zijn uitgesloten zaken die voor persoonlijke doeleinden worden gebruikt. In 2022 is zij daarom wel inkomstenbelasting verschuldigd over het saldo op haar bankrekening.

Vakkenoverzicht Fiscale Economie

De Take-Off is het introductieprogramma voor alle nieuwe  studenten aan Erasmus School of Economics. Tijdens dit introductie evenement maak je kennis met je studie, je medestudenten en de faculteit. Het programma bestaat onder meer uit een studie-introductie, uitleg over de systemen en een kennismaking met de studieverenigingen.

  • Eigenschappen van functies
  • Differentiëren
  • Optimalisatie van functies met 1 variabele
  • Functies met meerdere variabelen
  • Comparatieve statica
  • Optimalisatie van functies met meerdere variabelen
  • Optimalisatie onder een restrictie

De cursus omvat de volgende, niet uitputtende lijst van onderwerpen:

  • Basis boekhoudtechnieken
  • Basis definities in Boekhouden, management accounting en Fincial accounting.
  • Inkoop en verkoop van goederen
  • Afschrijving op vaste activa
  • Financiering van het bedrijf
  • Waardering en verwerking van voorraden
  • Analyse van jaarrekeningen
  • Het belang van het analyseren en beheersen van kosten
  • kostenallocatie.

Mentoraat betreft colleges in blok 1 plus studievoortgangsgesprekken in blok 2 en 3. Elke mentorgroep bestaat uit maximaal vijftien studenten, die begeleid worden door een vaste mentor (een ouderejaarsstudent). Tijdens plenaire bijeenkomsten ontvangen de studenten informatie over het studeren aan de ESE en worden effectieve studiemethoden besproken. Daarnaast heeft elke student verschillende individuele gesprekken met de mentor om zijn of haar studieresultaten te bespreken.

Gedurende een achttal colleges van twee uren wordt de student vertrouwd gemaakt met de fiscale studierichting. Met name de volgende onderdelen komen aan de orde:

  • Kennismaking met diverse fiscale vakken in de vorm van korte colleges
  • Kennismaking met actuele fiscale ontwikkelingen die zich in de maatschappij voordoen
  • Kennismaken met de wijze waarop in de praktijk met fiscale economie wordt omgegaan.

Na een algemene inleiding in de micro-economie zal de aandacht uitgaan naar de keuzetheorie. Uitgangspunt is dat economische handelingen doelgericht zijn: de beperkte middelen die een subject voorhanden heeft worden zodanig gebruikt dat een bepaalde doelstelling bereikt wordt. Dit algemene uitgangspunt wordt op de handelingen van de consument en producent toegepast. Vervolgens komt het functioneren van markten aan de orde. Ook wordt een begin gemaakt met het analyseren van strategische interactie met behulp van de speltheorie.

  • Basiskennis computergebruik en veiligheid
  • Basaal begrip van het oplossen van eenvoudige algoritmische problemen
  • Informatiesystemen in het bedrijfsleven
  • Spreadsheets en spreadsheet modellen
  • Basisprincipes van modelleren in spreadsheets
  • Optimaliseren met spreadsheets
  • Introductie tot databases

Het vak Academische vaardigheden bestaat uit verschillende modules:

  • Module A: Academische communicatievaardigheden. Deze module vindt plaats in blok 2 en is inhoudelijke gekoppeld aan micro-economie. Studenten oefenen hun presentatievaardigheden. Daarnaast moeten de studenten enkele opdrachten uitvoeren en een presentatie geven.
  • Module B: Academische schrijfvaardigheden. Deze module vindt plaats in blok 3 en is inhoudelijk gekoppeld aan Macro-economie. Studenten werken aan opdrachten op het gebied van literatuuronderzoek.
  • Module C: Academische onderzoeksvaardigheden. Deze module vindt plaats in blok 4 en is inhoudelijk gekoppeld aan het vak Gedragseconomie. Studenten werken aan opdrachten op het gebied van dataonderzoek en de rapportage van onderzoeksresultaten.
  • Module D: Zelfstandig uitvoeren van onderzoek, het presenteren van onderzoek en zelfreflectie. Dit gedeelte vindt plaats in blok 5 en is inhoudelijk gekoppeld aan het vak Organisatie & Strategie. Studenten werken aan opdrachten gedurende het hele blok, uitmondend in het schrijven van een paper. Het paper wordt tijdens de laatste bijeenkomst mondeling gepresenteerd. Als afsluiter maken de studenten een opdracht waarin ze moeten reflecteren op hun huidige onderzoekscapaciteiten.

  • Inleiding
  • Nationale Rekeningen
  • Economische Groei
  • Arbeidsmarkt
  • Budgetrestricties
  • Consumptie en Investeringen
  • Geldvraag en Geldaanbod
  • Macro-economisch evenwicht
  • Inflatie
  • Macro-economisch evenwicht met inflatie
  • Financiële markten
  • De wisselkoers
  • Vraagbeleid
  • Budgettair beleid en overheidsschuld
  • Aanbodbeleid

Dit vak geeft een inleiding in beschrijvende statistiek, waarschijnlijkheidsrekening en verklarende statistiek. Er wordt aandacht besteed aan toepassingen van de statistiek in de economie. Onderwerpen die aan de orde komen zijn beschrijvend-statistische maatstaven voor één variabele en de grafische voorstellingen ervan, samenhang tussen twee variabelen en lineaire regressie.
Onderwerpen uit de waarschijnlijkheidsrekening zijn kansrekening, de stelling van Bayes, verdelingen van kansvariabelen, waaronder de Poisson verdeling die een belangrijke rol speelt bij de analyse van wachttijdproblemen.
Verder wordt aandacht geschonken aan het schatten van het gemiddelde van een kwantitatieve variabele en aan het toetsen van hypothesen over dit gemiddelde zowel met als zonder een bekende standaarddeviatie. Ook komt een toets op het verschil in proporties aan de orde.
Tijdens de practica krijgen de studenten gelegenheid te werken aan opdrachten die betrekking hebben op de behandelde stof en die representatief zijn voor het examen.

  • Speltheorie
  • Integraalrekening
  • Lineair programmeren
  • Matrix- en vectoralgebra

Kwesties uit de methodologie van de economie, zoals de vragen hoe onrealistisch economische modellen mogen en moeten zijn en hoe we kunnen beoordelen hoe groot hun verklarende kracht is, en kwesties uit de ethiek van de economie, zoals de vraag naar het doel van economisch beleid, naar ongelijkheid, verdelende rechtvaardigheid en morele grenzen van de markt, worden in de hoorcolleges geïntroduceerd en toegelicht. In vijf werkgroepen worden ethische kwesties in het bedrijfsleven en in de markt besproken en geanalyseerd. Door actief met de materie bezig te zijn ontwikkelen studenten een sterker moreel besef en maken zij zich denkkaders eigen om tot een meer doordachte en evenwichtige eigen oordeelsvorming te komen.

Een standaard veronderstelling in de economie is dat mensen zich gedragen als "homo economicus". Homo Economicus is rationeel en zelfzuchtig met onbegrensde cognitieve capaciteiten. De psychologie heeft aangetoond dat mensen zich niet gedragen als Homo Economicus. Daarom kunnen economische en financiele modellen tot verkeerde voorspellingen en beleidsadviezen leiden. Dit vak zal een overzicht geven van de problemen waar economische en financiele modellen tegenaan lopen en hoe zij kunnen worden verbeterd aan de hand van psychologische inzichten. Het vak leert studenten met een bredere en meer kritische blik naar hun eigen vakgebied te kijken en te herkennen waar economisch en financieel beleid kan worden verbeterd.

De inhoud van het vak organisatie en strategie is onderverdeeld in drie blokken: de onderneming, de markt, en de [macro-]omgeving.
Naast een theoretische verklaring van de begrippen wordt er veel aandacht besteed aan het uitleggen en de relevantie van de behandelde begrippen door middel van uitgebreide praktijkvoorbeelden. Dit gebeurt zowel in de hoorcolleges, de gastcolleges, de practica als tijdens de vaardigheden bijeenkomsten.
De volgende onderwerpen komen aan de orde:
De onderneming:

  • De horizontale en verticale grenzen van de onderneming.
  • Agency en coordinatie.
  • Alternatieven voor maak-of-koop beslissingen.
  • Diversificatie.

De markt:

  • Concurrenten en concurrentie.
  • Strategische committering en prijsrivaliteit.
  • Toetreding en uittreding.

De [macro-]omgeving:

  • Strategische positionering en concurrentievoordeel.
  • Innovatie.
  • De macro-omgeving van de onderneming.

Het vak bestaat uit twee onderdelen: personeelseconomie en publieke economie.

  • Het eerste deel van het vak bestudeert prikkels voor en motivatie van werknemers in organisaties. De rol van monetaire en niet-monetaire prikkels in het motiveren, selecteren en aantrekken van werknemers staat centraal. Onderwerpen die aan bod komen zijn: de effecten van prestatiebeloning op de motivatie en selectie van werknemers, optimaal aanname- en doorstroombeleid, onderwijs, werken in teams, promotie-toernooien, pensioenen en andere secundaire arbeidsvoorwaarden.
  • Het tweede deel van het vak richt zich op het functioneren van markten in het geval van publieke goederen, externaliteiten, en asymmetrische informatie, en de rol van de overheid in het verminderen van de inefficiëntie die ontstaat wanneer markten niet perfect functioneren. Ook verdelingsvraagstukken komen hierbij aan bod, evenals de beperkingen van overheidsinterventies. Tenslotte wordt de normatieve discussie van overheidsinterventie aangevuld met een positieve analyse van collectieve besluitvorming.

Dit vak vormt de brug tussen de voornamelijk beschrijvende statistiek (in FEB11005 - Toegepaste Statistiek 1) en het doen van zelfstandig wetenschappelijk onderzoek (bij FEB12012 Methoden en Technieken, FEB12013 Onderzoeksproject, bij de werkcolleges, in de Master programma's, bij de scriptie, en later in de werkpraktijk).
Het vak behandelt statistische methoden en modellen die vaak worden toegepast in de economie, waarbij de juiste aanpak afhangt van de vraagstelling en van de aard van het beschikbare cijfermateriaal. De voornaamste onderwerpen zijn de volgende: toetsen, kruistabellen, ANOVA, niet-parametrische toetsen, regressie (enkelvoudig en meervoudig, tijdreeksen).
Bij de practica worden opdrachten gemaakt en besproken, waarbij practicumpunten vallen te verdienen. Studenten passen verder statistiek zelf actief toe met software.

Het vak Internationale economie houdt zich vooral bezig met de wereldeconomie als zodanig en de betrekkingen tussen landen en handelsblokken, op het gebied van internationale handel, kapitaalstromen, economische groei, wisselkoersen, financiële verstoringen, enzovoort. Hoewel uiteindelijk macro-economische grootheden centraal staan zullen deze meestal vanuit een micro-economische fundering worden opgebouwd. Daarnaast gebruiken internationaal economen regelmatig ideeen/concepten die ook hun oorsprong hebben in andere subdisciplines van de economie (bijv. micro-/macro-economie, economische geografie, monetaire economie of ontwikkelingseconomie) Het resultaat is een rijk geschakeerd geheel aan inzichten dat helpt om de oorzaken en gevolgen van de internationale economische betrekkingen tussen landen beter te begrijpen.

Tijdens deze eerste kennismaking met de fascinerende en altijd in beweging zijnde belastingwetenschap komen achtereenvolgens aan bod:

  • De plaats van de belastingheffing in het economische bestel en de economische effecten hiervan
  • De juridische vormgeving en de structuur van de belastingwetgeving
  • De belastingbeginselen en de functies van belastingheffing
  • De ondernemer en de belastingwetgeving
  • De particulier en de belastingwetgeving

Finance 1: valuation
Dit vak behandelt de kennis die nodig is om een onderneming te kunnen waarderen. De waarde van de onderneming beinvloedt de beurskoers van een aandeel van die onderneming en bepaalt de prijs die betaalt wordt voor de aandelen van de onderneming bij een fusie of overname. Vanuit de perspectieven van een financieel manager en de financiers van de onderneming behandelt Finance 1: valuation hoe investerings- en financieringsbeslissingen de waarde van de onderneming beïnvloeden. We gaan niet alleen uit van de klassieke rationele winst-maximalisatie denkwijze, maar besteden ook aandacht aan recente ontwikkelingen op het gebied van behavioural finance en het financieren van duurzaamheid.
Finance 1: valuation omvat hoorcolleges, tutorial sessions, webcasts en on-line oefeningen. Tijdens de wekelijks colleges behandelen verschillende docenten de stof. Tijdens de tutor sessions worden actuele case studies besproken, waardoor studenten zien hoe de stof wordt toegepast bij echte investeringsbeslissingen, beursintroducties en overnames. In webcasts worden oefeningen besproken en geven docenten extra toelichting.

De Wet inkomstenbelasting 2001 heeft het oogmerk om over het inkomen naar draagkracht belasting te heffen. Dit geschiedt door middel van een inkomensbegrip dat is gebaseerd op het zogenoemde boxenstelsel. Aan de heffing zijn alle inwoners van Nederland onderworpen, alsmede niet-inwoners die inkomen genieten uit Nederland. In het onderhavige vak wordt met name aandacht besteed aan de structuur van de inkomstenbelasting, de wijze waarop met name arbeidsinkomsten in de heffing worden betrokken, alsmede de heffing over arbeidsinkomsten voor de toepassing van de loonbelasting en de premieheffing sociale verzekeringen. Daarnaast komt een aantal algemene regelingen van de inkomstenbelasting aan de orde. De volgende onderwerpen worden besproken.

  • Structuur van de inkomstenbelasting
  • Inkomensbegrippen in het algemeen
  • Inkomensbegrip inkomstenbelasting
  • Algemene begrippen
  • Algemene regelingen
  • Tariefstructuur
  • Belastingsubject (binnenlandse en buitenlandse belastingplicht)
  • Arbeidsinkomsten/resultaat overige werkzaamheden
  • Inkomen uit arbeid die in dienstbetrekking is verricht
  • Subjectieve belastingplicht loonbelasting
  • Het loonbegrip in de loonbelasting en inkomstenbelasting
  • Bijzondere regelingen in de loonbelasting
  • Hoofdlijnen premieheffing/sociale verzekeringen
  • Inkomen uit periodieke uitkeringen
  • Pensioenen en lijfrenteverzekeringen
  • De eigen woning
  • Box 3

Het vak Methoden & Technieken reikt de studenten een toolbox aan voor wetenschappelijk economisch onderzoek. Het vak draait om kennis en vaardigheden die worden gebruikt bij fundamenteel en toegepast onderzoek in zowel het bedrijfsleven als de publieke sector. De gehele wetenschappelijke cyclus wordt besproken. Onderzoeksopzet en conceptueel redeneren worden benadrukt, en er wordt voortgebouwd op de vakken toegepaste statistiek, met verdieping en verbreding van diverse cross-sectionele en tijdreeks technieken.

Het doel van dit vak is de voordelen aan te tonen van het toepassen van een systematische en analytische aanpak van besluitvorming in marketing.

  • Onderdelen van de jaarrekening
  • Omzetverantwoording
  • Eigen, vreemd en hybride vormen van vermogen, effecten op winst per aandeel
  • Winstbelasting en financiele verslaggeving
  • Kasstroomoverzichten en -analyse
  • Direct Costing/Absorption Costing 
  • Kostenverbijzondering (o.a. ABC)
  • Gemeenschappelijke kosten
  • Beslissingscalculaties
  • Verschillenanalyse
  • Management Control Systems
  • Responsibility accounting
  • Transfer pricing
  • Performance measurement

De omzetbelasting (btw) is een verbruiksbelasting die beoogt de particuliere consumptie te belasten. Daarmee heeft deze belasting een ander karakter dan belastingen op winst en inkomen, zoals de vennootschapsbelasting en inkomstenbelasting. De belasting wordt geheven via de ondernemers die btw aan hun afnemers in rekening brengen en die de btw op aangifte voldoen. Uiteindelijk drukt de belasting echter bij de consument.
Als geen andere Nederlandse belasting is de omzetbelasting binnen de Europese Unie sterk geharmoniseerd. In dat kader zal bij de behandeling van de Wet op de omzetbelasting 1968 de relatie worden gelegd met de EU-richtlijnen die zijn voortgevloeid uit het harmonisatieproces. Na een behandeling van de verschillende methoden om een verbruiksbelasting te heffen wordt de aandacht met name gericht op de Wet op de omzetbelasting 1968.
Aan de orde komen onder meer:

  • Het ondernemersbegrip als belastingplichtige:
  • De leveringen en diensten als belastingobject en de plaats van handeling:
  • De wijze van heffing, waarbij in het bijzonder aandacht wordt besteed aan de maatstaf van heffing, de vrijstellingen en aftrek van voorbelasting:
  • Intracommunautaire transacties.

De heffing van omzetbelasting over onroerende zaken wordt niet behandeld. Deze problematiek komt aan de orde in FEB43008-Belastingheffing op onroerende zaken.

  • Successiewet
  • Privaat- en ondernemingsrecht
  • Inkomstenbelasting B

Behandeld worden:

  • Een aantal toepassingen, voornamelijk op het gebied van financiële informatiesystemen van enkele bijzondere ondernemingsvormen
  • Waarderingsstelsels
  • Deelnemingen, fusie en consolidatie
  • Fiscale jaarrekening

De maatschappij is onder andere georganiseerd op basis van een dwingende gezagsstructuur. De grondslag daarvoor is gelegen in het publiekrecht. In het bijzonder kan men daarbij denken aan het staatsrecht en het bestuursrecht. De invloed van deze beide terreinen neemt door diverse ontwikkelingen toe. De belangrijkste rechtsregels worden door overheidsinstanties gemaakt. Het bestuursrecht bepaalt normen waaraan de overheid is gehouden bij de uitoefening van zijn taken. Tevens geeft het bestuursrecht normen voor rechtsbescherming tegen diezelfde overheid. De nadruk in het vak ligt op het gehanteerde begrippenapparaat en het geven van een aanzet tot het ontwikkelen van vaardigheden om bestuursrechtelijke vraagstukken op te lossen. Tot de onderwerpen die aan bod komen, behoren de Algemene Wet Bestuursrecht, de betrokken partijen, de normen voor bestuurlijk handelen (algemene beginselen van behoorlijk bestuur), de handhaving en de rechtsbescherming. Ten slotte worden de formele procedures die voor de belastingheffing gelden behandeld. Dit betreft met name aangifteplichten, de oplegging van aanslagen, fiscaal boekenonderzoek en de overige informatieverplichtingen. Globaal worden de rechtsgang voor de belastingrechter en de invordering van belastingschulden behandeld. De onderwerpen die in de cursus worden bestudeerd:

  • Algemene begrippen staats- en bestuursrecht
  • De partijen in het bestuursrecht (bestuursorgaan en belanghebbende)
  • Verschillende soorten besluiten
  • De algemene beginselen van behoorlijk bestuur
  • De sancties
  • Rechtsbescherming

Een onroerende zaak is een situsgoed. Dat betekent dat, ongacht waar de eigenaar woont, het goed onder de heffing valt van de omzetbelasting, de belastingen van rechtsverkeer (met name de overdrachtsbelasting), de nieuwe verhuurderheffing, en de gemeentelijke onroerendezaakbelasting. Voor deze laatste heffing is de wet waardebepaling onroerende zaken van belang. De volgende onderwerpen worden besproken:

  • De wetsystematiek van de verschillende heffingen.
  • De invloed die de verschillende heffingen kunnen hebben op de gedragingen van rechtssubjecten.
  • De uitgebreide jurisprudentie en de invloed hiervan op de verschillende heffingen.
  • De begrippen 'levering' en 'verhuur' binnen de omzetbelasting en hun onderlinge samenhang.
  • De diverse vormen van verkrijging van onroerende zaken in de overdrachtsbelasting, de wijze waarop de maatstaf van heffing voor de toepassing van de overdrachtsbelasting wordt vastgesteld.
  • De toepasselijkheid van vrijstellingen met name in familieverband, in concernverband en bij reorganisatie, fusie en splitsing.
  • De samenloop van omzetbelasting en overdrachtsbelasting.
  • Het toepassingsbereik van en de wijze van berekenen de verhuurderheffing alsmede de gevolgen daarvan voor verhuurders.

Studenten kiezen twee vakken uit het aanbod:

  • Career Skills 1:
    • EFR/ESE Job Market Skills 
    • Career Skills 1: Jouw toekomstige carriere
    • Your Future Career  
  • Career Skills 3: English for Business Purposes 
  • Career Skills 5: Zakelijk Nederlands schrijven
  • Career Skills 7: MUNROT
  • Career Skills 9: Managing complexity

This course provides a thorough understanding of a number of key topics of public finance. The course consists of a mix of positive (i.e., descriptive) and normative (i.e., prescriptive) analyses. It deals with the following topics and more:

  1. The equity and efficiency properties of a laissez-faire market equilibrium
  2. Tax incidence: the distributional effects of taxation
  3. Deadweight loss: the distortionary effects of taxation
  4. The implications of bounded rationality for tax policy
  5. Taxation and redistribution
  6. Externalities and internalities
  7. Tax evasion
  8. Tax competition, tax havens, OR public good provision

The goal is to understand both the traditional theory on each topic, as well as the state-of-the-art insights generated by current academic research. As such, the required literature for many of the topics consists of recent scholarly papers as well as textbook chapters.

In het vak Vennootschapsbelasting wordt de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 integraal besproken. Tijdens de colleges worden de grondslagen van de vennootschapsbelasting behandeld.
Hierbij komen de volgende onderwerpen aan bod:

  • Beginselen van belastingheffing van lichamen
  • Subjectieve belastingplicht
  • Objectieve belastingplicht en totaalwinst
  • Verliesverrekening en de handel in verlieslichamen
  • Deelnemingsvrijstelling
  • Concernverhoudingen en reorganisatiefaciliteiten
  • Rente-aftrekbeperkingen
  • Verliesverrekening en de handel in verlieslichamen
  • Capita selecta

De regels met betrekking tot de fiscale winstbepaling worden bekend verondersteld: hier wordt op ingegaan voorzover daarvoor specifieke regelingen in de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 gelden. Het vooraf succesvol doorlopen van het vak Inkomstenbelasting B wordt aanbevolen.

In het onderdeel internationaal belastingrecht wordt aandacht besteed aan de oorzaken van dubbele internationale belasting en aan eventuele heffingstekorten in internationaal verband. Dit wordt bezien vanuit het nationale recht en vanuit de regelingen ter voorkoming van dubbele belasting. Er wordt ingegaan op de regels ter voorkoming van dubbele belasting, zowel in verdragssituaties als in niet-verdragssituaties. Tevens komt ook een aantal meer formeelrechtelijke aspecten aan de orde. Wat betreft het EU belastingrecht gaat het er vooral om dat fiscale regelgeving niet in strijd mag zijn met de verdragsvrijheden. Er wordt dan ook uitvoerig ingegaan op de samenhang tussen de verkeersvrijheden en de fiscale regelgeving. Daarbij passeert een groot aantal arresten van het Hof van Justitie de revue. Tevens wordt ingegaan op fiscale regelgeving op EU-niveau, bestaande uit diverse richtlijnen. Andere thema's die de revue passeren zijn de staatssteunregels en formeelrechtelijke aspecten van het EU-recht. Al deze onderwerpen worden op hoofdlijnen besproken. De verdiepingen komen aan de orde in de Master vakken Internationaal en Europees belastingrecht. Het vak beval o.a. de volgende onderwerpen:

  • Begrippenapparaat + interpretatiemethoden
  • Beginselen van internationaal belastingrecht
  • Methoden van internationaal belastingrecht
  • Regelingen ter voorkoming van dubbele belastingheffing
  • Verdeling van heffingsbevoegdheden in verdragen e.d.
  • Beginselen van het Europees recht
  • Verkeersvrijheden in het VwEU
  • Fiscale EU-richtlijnen
  • Staatssteun in het VwEU
  • Wisselwerking tussen Europees recht en nationaal fiscaal recht

  • In de vorm van een werkcollege worden de economische en juridische dimensie van het vakgebied fiscale economie belicht.
  • Tijdens de colleges wordt, meestal aan de hand van casusposities, bezien op welke wijze diverse factoren invloed uitoefenen op het doen en laten van werkenden, beleggers en ondernemers.
  • Daarbij wordt ook de invloed van niet-fiscale overwegingen aan de orde gesteld omdat deze factoren niet zelden uit fiscaal oogpunt wenselijke handelingen onmogelijk of onwenselijk maken.
  • Aan de hand van de casus wordt het thema van het college behandeld.

Nederland kent diverse bijzondere heffingen, te denken valt aan lokale en/of milieuheffingen, maar ook aan diverse specifieke Rijksbelastingen en –regelingen. Deze heffingen komen in de dagelijkse fiscale praktijk minder vaak voor. Toch is de financiële impact van deze heffingen voor diverse belastingplichtigen aanzienlijk en gaat het soms het belang van meer reguliere belastingen te boven. In de fiscale praktijk is de laatste jaren dan ook waar te nemen dat steeds meer fiscalisten zich specialiseren in bijzondere heffingen. De bijzondere heffingen worden niet alleen gekenmerkt door afwijkende materiële regels, maar vaak ook door afwijkende procedures. Een deel van de bijzondere heffingen kenmerkt zich door de veelvuldige rechterlijke procedures die daarover worden gevoerd. Daarmee zijn er voorbeelden te over om de theorie ook praktisch inzichtelijk te maken.
Het onderhavige vak richt zich op een aantal van die heffingen, te weten de belangrijkste belastingen op het gebied van de lagere overheid, milieu- en energiebelastingen als mede op de autobelastingen.

De scriptie is een individueel werkstuk over een onderwerp uit je Bachelorprogramma. Meer informatie over scriptieonderwerpen, scriptiebegeleiders en het schrijfproces is te vinden op de thesis hub op Canvas.

Disclaimer
Het  bovenstaande overzicht geeft een indruk van het curriculum van dit programma. Het is niet een actueel studieschema voor zittende studenten. Zij vinden hun vakschema's op MyEUR.

Is dit jouw studie?

Vergelijk @count opleiding

  • @title

    • Tijdsduur: @duration
Vergelijk opleidingen