Het studieprogramma in het kort
De voertaal binnen deze masterspecialisatie is Nederlands.
Het onderwijsprogramma is onder voorbehoud van wijzigingen. Aan de onderstaande informatie (inclusief de informatie in de links) kunnen geen rechten worden ontleend.
Hoe ziet het onderwijs eruit?
Semester 1: drie blokken
Het eerste semester bestaat uit drie blokken. De blokken worden na elkaar aangeboden, zodat je je op één blok tegelijk kunt concentreren. Een blok wordt gegeven gedurende vijf weken, waarin het opdoen van nieuwe kennis en het leren van nieuwe vaardigheden centraal staan.Semester 2: Stage en master thesis
In het tweede deel van het jaar, vanaf begin januari, loop je stage en schrijf je je scriptie. Voor de stage zijn verschillende mogelijkheden: 1: klinische praktijkstage gecombineerd met onderzoek bij dezelfde instelling; 2: klinische praktijkstage gecombineerd met onderzoek losstaand van de stage; 3: enkel een onderzoeksstage. NB Tijdens praktijkstages kun je, wanneer je onder supervisie van een NVO erkende supervisor diagnostische werkzaamheden uitvoert, ook je NVO basisaantekening diagnostiek behalen.
Praktijk en wetenschap gestuurd onderwijs
In de master wordt onder andere gewerkt met casussen en voorbeelden uit de praktijk, waarover je aan de hand van wetenschappelijke literatuur opdrachten maakt. Tijdens werkgroepbijeenkomsten ligt de nadruk op het oefenen met de opgedane kennis. Op basis van een zelfstandige werkhouding werk je zowel individueel als in kleine groepen samen met medestudenten.
Enkele voorbeelden van onderwerpen van masterscripties:
- Attitudes en gedrag van typisch ontwikkelende kinderen over leeftijdgenoten met autisme, Downsyndroom of hoogbegaafdheid.
- Opvoedingsvaardigheden en stressbestendigheid van ouders met een verstandelijke beperking.
- Opvoedstijlen van ouders van klinisch opgenomen jongeren met middelenproblematiek.
- Traumaproblematiek bij jeugdigen en effectiviteit van traumabehandeling in de jeugdhulp
- De effectiviteit van Virtual Reality (VR) training en behandeling in het onderwijs en/of in de jeugdhulp.
- De relatie tussen cyberpesten en depressieve klachten bij adolescenten.